We worden met zijn allen rijker en toch voelt het zo niet aan. Velen worstelen om het einde van de maand te halen, en waar vroeger slechts één persoon per gezin werkte en dat ruimschoots voldoende was, lukt dit niet meer. Hoe verklaren we die paradox?
Het antwoord is de welvaartspomp, een begrip dat de complexiteitsdenker Peter Turchin uitwerkte. In zijn boek End Timesstelt hij dat de economieën van welvarende staten onvermijdelijk veranderen in ‘rijkdomspompen’, die goedgeplaatste elites rijker en alle anderen armer maken.
Het gemiddelde reële gezinsinkomen steeg in de jongste dertig jaar in de Verenigde Staten met 45 procent, berekende Turchin, maar de mediaan steeg slechts met 10 procent. Dat betekent dat de ongelijkheid groter is geworden. Meer nog, in diezelfde periode daalde het reële inkomen van arbeiders zonder diploma met 12 procent. En om een huis te kopen, dient nu 40 procent meer uren te worden gewerkt. De salariscomponent in het bruto nationaal inkomen daalde met 30 procent, wat betekent dat andere inkomsten (dividenden, intresten, huren enz.) aan belang winnen.
Het denken van Turchin is vrij verwant met dat van Thomas Piketty. In zijn recentste boek, Kapitaal en Ideologie, stelt die voormalige adviseur van Ségolène Royal, dat men, om het effect van de welvaartspomp in te dijken, het best overgaat tot progressieve jaarlijkse vermogensbelastingen tot wel 90 procent.
Oxfam berekende dat in België het rijkste 1 procent bijna een kwart van alle rijkdom bezit, meer dan de onderste 70 procent van de bevolking samen. De Nationale Bank berekende dat de rijkste 10 procent van de Belgen meer dan de helft van het vermogen bezit. En een studie van de KU Leuven (André Decoster) suggereerde dat het aandeel van de armste gezinnen in het totale inkomen daalt tot op het Amerikaanse niveau.
Dus ook bij ons zou de rijkdomspomp op volle toeren draaien. Dat dergelijke cijfers de voedingsbodem zijn voor neomarxistische en populistische bewegingen, is meer dan normaal. Dat op basis daarvan wordt gepleit voor een rijkentaks, is ook vanzelfsprekend. Een shift waarbij de belastingbasis eerder vermogen dan inkomen is, lijkt dan ook logisch. En dat steevast ballonnetjes worden opgelaten voor een belasting op vermogen, is dan ook normaal.
Maar we moeten wel voorzichtig zijn met dergelijke voorbarige conclusies. Een belastingdruk op vermogen bestaat al. Effectentaks, onroerende voorheffing, roerende voorheffing, successierechten zijn allemaal vormen van vermogensbelasting. De impliciete belastingdruk op kapitaal bedraagt in België 39,8 procent. Dat is na Frankrijk de hoogste belastingdruk op kapitaal in Europa. Het Europese gemiddelde ligt op 24 procent. Bovendien zit die belastingdruk al jaren stevig in de lift. Sinds 2010 steeg de totale belastingdruk op kapitaal in België met ruim 11 procentpunt, berekende de Europese Commissie. En de uitwerking van een rijkentaks is allesbehalve vanzelfsprekend, stelde het Planbureau in een recent rapport.
De trieste realiteit is dat zowel arbeid als vermogen overbelast is in België. Veel ruimte om te verschuiven is er dus niet. Een belastingverlaging is wat wij nodig hebben, niet een belastingverschuiving. Belastingen hebben nu al een herverdelend effect. De Gini-coëfficiënt van België, die de (on)gelijkheid van de rijkdom in kaart brengt, is op een na de laagste van Europa en bedraagt de helft van de Verenigde Staten. Met andere woorden, wij zijn op Slovenië na het meest herverdelende land van Europa.
België is ook het enige land in Europa waar het aandeel van de middenklasse in de bevolking lager is dat haar aandeel in de belastingen. Met andere woorden: er is een transfer van de middenklasse naar de lagere klasse, wat normaal is, maar ook naar de hogere klasse.
Dat de middenklasse de hogere klasse sponsort, is een anomalie die moet worden weggewerkt. Een eenvoudige, rechtvaardige, lage fiscaliteit is nodig, opdat werken zou renderen en niet-werkers niet kosteloos zouden profiteren. Een verregaande fiscale hervorming is noodzakelijk en is vermoedelijk het beste, meest realistische antwoord op de rijkdomspomp.