Op 26 april 2022 heeft het Federaal Planbureau, in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer, de 5e editie voorgesteld van de vooruitzichten van de transportvraag op lange termijn in België bij ongewijzigd beleid. Wat kunnen we tegen 2040 verwachten ?
De komende jaren zal België te maken krijgen met een verzadiging van de vraag naar personenvervoer, vooral per trein. Die evolutie is vooral het gevolg van de veralgemening van het telewerk en de vergrijzing van de bevolking. Volgens de laatste vooruitzichten zorgt de vergroening van het wagenpark ervoor dat de uitstoot van broeikasgassen sterk daalt. Dat blijkt uit nieuwe vooruitzichten bij ongewijzigd beleid van het Federaal Planbureau in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer.
> Slides in bijlage
> Verwante documenten
De transportvooruitzichten bevestigen dat er een verzadiging van de vraag naar vervoer per individu optreedt.
Het gemiddelde aantal afgelegde kilometers per persoon in België stijgt licht tot 2030, en daalt dan met ongeveer 1 % tegen 2040 in vergelijking met het referentiejaar 2019.
Dit is hoofdzakelijk het resultaat van de impact van het telewerk op werkgerelateerde verplaatsingen (-2 % tussen 2019 en 2040). De vraag naar vervoer per individu wordt ook beïnvloed door de vergrijzing van de bevolking, alsook door de stijging van de gemiddelde transportkosten, die onder meer verband houdt met de lagere snelheden op het wegennet.
De toename van het beschikbaar gezinsinkomen zorgt daarentegen voor een stijging van het aantal verplaatsingen voor boodschappen/diensten en vrije tijd.
Deze verzadiging leidt op geaggregeerd niveau tot een plafonnering van het totale aantal afgelegde reizigerskilometers in België tegen 2040.
Deze evoluties gaan gepaard met een lichte verandering in de verdeling van de transportvraag per vervoerswijze. De geraamde groeipercentages per vervoerswijze lopen sterk uiteen: van ongeveer -3 % voor het reizen per spoor tot +35% voor de verplaatsingen te voet of per fiets. De resulterende veranderingen in deze verdeling blijven echter bescheiden door de grote dominantie van de auto. De evolutie van het telewerk heeft vooral een impact op het reizigersvervoer per spoor, waarvan het standaardprofiel van de gebruikers vrij goed overeenkomt met het standaardprofiel van de werkende beroepsbevolking die kan en wil telewerken.
De groei van het totale wegvervoer (som van personen en goederen) veroorzaakt een toename van het verkeer die, zonder nieuwe maatregelen, leidt tot een daling van de snelheid op het wegennet als gevolg van de verkeerscongestie. Tijdens de spitsuren daalt die snelheid met 10 % tot 11 % op de belangrijkste assen in en rond de agglomeraties Antwerpen en Gent, en 6 % elders in België.
Deze vooruitzichten gaan uit van de inwerkingtreding van de nieuwe euronormen, de vergroening van de autofiscaliteit en de progressieve ban op auto's met interne verbrandingsmotoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze maatregelen en evoluties leiden tussen 2019 en 2040 tot een drastische vermindering van de directe emissies (‘tank-tot-wiel’) van broeikasgassen (-38%) en luchtverontreinigende stoffen zoals stikstofoxiden (NOX) en fijne deeltjes (PM2,5) (-80 %).
Bron : Federaal Planbureau -Fod Mobiliteit en vervoer, 26 april 2022