In totaal gingen er 2024 meer dan 10% van alle werkdagen in de privésector verloren door ziekte: ofwel door kortdurende ziekte (minder dan een maand), ofwel door middellang (tussen 1 maand en 1 jaar) of lang verzuim (langer dan 1 jaar). Dit is een stijging t.o.v. 2023.
> Het verlies door kortdurende ziekte bedraagt 3,29%, wat gelijkaardig is met 2023 toen het 3,24% bedroeg. >
Ondanks de grieppiek, liggen in januari 2025 de kortdurende afwezigheden niet boven het niveau van 2024 (nl. op 3,35%). De stijgende trend kortverzuim is nu al zes maand onderbroken.
> Het verlies door middellang verzuim is het meest gestegen: het bedraagt nu 3,25%, t.o.v. 3,04% in 2023.
Het langverzuim (> 1 jaar) is wel hoger en bedraagt 3,75% (t.o.v. 2023 toen het 3,63% bedroeg).
De regering kondigt een reeks maatregelen aan om het verzuim terug te dringen.1
Afwezigheden van meer dan een maand stijgen het meest
Katleen Jacobs, Business Manager legal consultancy van SD Worxgeeft duiding: “Er zijn meer mensen langer dan een maand afwezig: één op zeven werknemers (of 13,34%) in de privé.2 De stijging is het grootst in Vlaanderen en bij de arbeidersberoepen: arbeiders zijn gemiddeld iets vaker en ook langer afwezig.”
Het middellang verzuim bedraagt nu 3,25%, t.o.v. 3,04% in 2023 (een relatieve stijging van bijna 7%). De afwezigheden van langer dan een maand (maar korter dan een jaar) bleven het hele jaar door hoger dan in 2023.
Middellang verzuim is het meest gestegen bij de wie jonger is dan 40 jaar (relatief bekeken: plus 15% bij de min 25-jarigen, +10% bij de 25-40-jarigen), al kent deze leeftijdsgroep nog steeds de laagste cijfers: het varieert tussen de 2,15% (-25jaar) en 4,64% (+60 jaar).
Brussel kent het laagste cijfer middellang verzuim met afgerond 2,90% (het bleef ook stabiel); het hoogste cijfer situeert zich in Wallonië met 3,7% (relatief gezien met 6%, want in 2023 was dit nog 3,5%) en Vlaanderen zit daartussen met 3,25%, maar dit is meteen ook de grootste stijger; een relatieve stijging van 9% komende van 3,0% in 2023.
Gemiddeld ligt het verlies aan werkdagen bij de arbeidersberoepen op 4,70%. De stijging is er het grootst (relatief gezien bijna +9%), maar ook het cijfer van de bedienden stijgt tot 2,63% (een relatieve stijging van meer dan 6%).
Stijgende trend kortverzuim nu al zes maand onderbroken
“Twee op de drie werknemers was minstens 1 dag kortdurend afwezig op het werk. 30% was geen enkele dag afwezig in 2024”, zegtKatleen Jacobs van SD Worx.
De afwezigheden van minder dan 1 maand wegens ziekte (het kortverzuim) is de laatste zes maand niet verder gestegen: het ligt in die maanden lager dan vorig jaar. Ondanks de grieppiek liggen in januari 2025 de kortdurende afwezigheden onder het niveau van 2024 (nl. op 3,35%).
Op jaarbasis is het verlies door kortdurend verzuim wel licht gestegen. Het verlies door kortdurende ziekte bedraagt 3,29% (wat een relatieve stijging van 1,5% betekent t.o.v. 2023 toen het 3,24% bedroeg).
De jongeren -25 jaar kennen als enige groep geen verdere stijging qua kortdurende ziektes; deze leeftijdsgroep kent wel het hoogste cijfer nl. 3,80%. De 30-35-jarigen kennen de grootste toename tot 3,45% (een relatieve stijging van 2,68%).
Vlaanderen en Brussel zijn aan elkaar gewaagd met een kortdurend ziekteverzuim van 3,30%; Wallonië scoort iets lager met 3,25%, maar is het meest gestegen (relatief met +2,85%), al ligt dit niet ver uit de buurt van de stijging in Vlaanderen (relatief met +2,79%). Zo komen deze twee regio’s op gelijke hoogte met Brussel (slechts een relatieve stijging van 1,23%). Het laatste jaar is het verzuim van minder dan een jaar in Brussel het minst toegenomen (zowel kort als middellang).
Zowel bij arbeiders als bij bedienden zien we een gelijkaardige stijging; gemiddeld is er een verzuim van 4,20% bij arbeiders en 2,90% bij bedienden door kortdurende afwezigheden.
Langer dan een jaar afwezig op de werkvloer
“Hoe groter de organisatie, hoe groter het risico. Op zes jaar tijd zien wij het totale verzuim in de privésector stijgen van 8,40% tot 10,30%: relatief gezien is dit een stijging van 23%. De kost is aanzienlijk. Het gaat om miljoenen verloren werkdagen en dat is in het nadeel van zowel de individuele werknemer, de werkgever en de ganse maatschappij: het is een gedeelde verantwoordelijkheid.” concludeertKatleen Jacobs van SD Worx.
Het grootst aantal dagen gaat verloren door afwezigheden langer dan 1 jaar: het langverzuim (> 1 jaar) bedraagt 3,75% (een relatieve stijging van 3,3%).
Het gaat gemiddeld om 3% van de werknemers die langer dan een jaar afwezig is. Al verschilt dit ook erg van sector tot sector: zo loopt dit op tot 12% in de gezins-en bejaardenzorg, maar ook de middelgrote winkels (10%) en bv. de vleesproductie is het erg hoog (9%).
Over de analyse
De cijfers zijn gebaseerd op de laatste loongegevens van SD Worx, de grootste loonberekenaar van België (t.e.m. eind januari). We onderzoeken het absenteïsme – zowel het kortdurende ziekteverzuim (< 1 maand) als het middellange ziekteverzuim (> 30 dagen en < 1 jaar) en het langverzuim (meer dan een jaar). Het zijn geanonimiseerde gegevens van 1 miljoen werknemers uit 38.000 Belgische bedrijven in de privésector. Hiermee kan SD Worx een goed beeld geven van de evolutie van afwezigheid op het werk wegens ziekte. Het gaat om werknemers ouder dan 18 jaar die langer dan 6 maanden in dienst zijn; met uitzondering van studenten en uitzendkrachten. M.b.t. de maand januari kunnen er nog schommelingen optreden doordat werkgevers nog wijzigingen kunnen doorgeven.