Het voorstel van Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) wil onder meer de referentieperiode voor een collectief ontslag verdubbelen van 60 naar 120 dagen.
SD Worx, die één op drie collectieve ontslagen begeleidde in 2022-2023, berekende de impact aan de hand van een reële steekproef van ontslagen medewerkers in 2023. Het aantal werkgevers dat onder een collectief ontslag valt, zou verdubbelen, net als het aantal betrokken werknemers. In vergelijking met vorig jaar (januari-september) is het aantal effectieve aankondigingen reeds gestegen met 55%, nl. van 40 naar 62 werkgevers. Dat is ongebruikelijk in een jaar voor de sociale verkiezingen van mei 2024.
Om beoordelen of er sprake is van een zogenaamd “collectief ontslag”, moet men nagaan hoeveel werknemers de onderneming ontslaat gedurende een periode van 60 dagen. De drempels verschillen naargelang de grootte van de onderneming. Er kan bijvoorbeeld al sprake zijn van een ‘collectief ontslag’, wanneer er 10 werknemers ontslagen worden.[1] Indien die periode nu verruimd wordt en datzelfde aantal ontslagen doorgevoerd wordt over een langere periode, dan is er sneller sprake van collectief ontslag. Bij een collectief ontslag is er de verplichting tot intensief sociaal overleg, dat vaak leidt tot een zogenaamd “sociaal plan.”
SD Worx analyseerde dat door een verlenging van de referentieperiode tot 120 dagen, bijna dubbel zoveel werkgevers (+86%) en werknemers (+ 110%) onder alle verplichtingen en procedures vallen.
Werknemers die ontslagen worden bij een collectief ontslag, krijgen van hun werkgever bovendien ook zogenaamde inschakelingsvergoedingen. Deze rusten sinds begin dit jaar volledig op de schouders van de werkgevers. In mei berekende SD Worx ook al de impact van een wetswijziging waarbij werkgevers die inschakelingsvergoeding niet langer bij de RVA kunnen terugvragen.[2] Als men de 120-dagenregel ook zou doortrekken naar de verplichting om die inschakelingsvergoeding te betalen, zou deze meerkost dus ook op dubbel zoveel werkgevers en werknemers van toepassing zijn.
De juridische consultants van SD Worx begeleidden de voorbije 2 jaar ongeveer een op de drie aangekondigde collectieve ontslagen; SD Worx is daarmee de absolute ervaringsdeskundige in deze materie.
De wetgeving verzekert twee belangrijke elementen: de opstart van de sociale dialoog en de uitbetaling van een inschakelingsvergoeding die sinds begin dit jaar volledig wordt betaald door de werkgever.
Jan Vanthournout, Senior Legal Manager bij SD Worx: “Enerzijds kan de snellere opstart van de informatie- en raadplegingsprocedure de kwaliteit van de sociale dialoog ten goede komen, al kan men zich afvragen of het strakke keurslijf van de Wet Renault daarvoor het beste middel is. Anderzijds riskeren extra kosten de ontslaggolf bij de getroffen werkgevers alleen maar groter maken. Indien de wettelijke ontslagkost stijgt, kan ook de ruimte voor extralegale toezeggingen krimpen (het zogenaamd ‘sociaal plan’), wat ook weer negatief is voor werknemers en alle sociale partners.”
Na het advies van de Nationale Arbeidsraad moet de ministerraad zich nog over de voorstellen buigen.
Het onderzoek van SD Worx stelde vast:
Op basis van de laatste cijfers bij de FOD Werk hebben in de periode van januari 2023 tot en met september 2023 62 technische bedrijfseenheden (TBE) een informatie- en raadplegingsprocedure opgestart; dit had betrekking op 5315 werknemers; het merendeel in Vlaanderen (67%)[3]; we weten dat de sectoren van de (petro)chemie en de distributie het meest getroffen zijn. Dit is 55% meer dan in dezelfde periode het jaar ervoren. In de periode van januari 2022 tot en met september 2022 hebben 40 technische bedrijfseenheden een informatie- en raadplegingsprocedure opgestart, met betrekking tot 2547 werknemers (voor 70% uit Vlaanderen), vooral uit sectoren textiel en de (petro)chemie. In 2021 werden er collectief ontslagen aangekondigd in 70 juridische entiteiten met een totaal van 5376 (43% in Vlaanderen). In de periode van januari 2020 tot en met september 2020 kondigden 72 technische bedrijfseenheden een voornemen tot collectief ontslag aan; dit had betrekking op 6811 werknemers. In de periode van januari 2019 tot en met september 2019 kondigden 61 technische bedrijfseenheden een voornemen tot collectief ontslag aan; dit had betrekking op 4126 werknemers.
Jan Vanthournout van SD Worx: “Het is opmerkelijk dat veel ondernemingen soms nog verregaande bedrijfsreorganisaties opstarten aan de vooravond van de sociale verkiezingen. Normaliter zorgen deze verkiezingen immers voor een pauze voor grote veranderingstrajecten op het vlak van personeelszaken. Dat lijkt bij deze verkiezingen minder het geval te zijn.”
Extra info: Statistieken betreffende herstructureringen | FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
[1] Hoeveel werknemers dat precies zijn, hangt af van de grootte van de onderneming[1]. Collectief ontslag | Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (belgie.be)
[2] Wetswijziging maakt herstructureringen tot 20% duurder voor werkgever | SD Worx
Imago : freepik