Ondernemingen moeten cashbetalingen door de consument afronden als:
de betaling gebeurt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming en
het te betalen bedrag groter is dan 5 cent.
Afronden is niet toegelaten in geval van verkoop op afstand (bijvoorbeeld via internet) en tussen particulieren of ondernemingen.
Ondernemingen kunnen ook beslissen om de afronding toe te passen op andere betalingswijzen, maar moeten dan dezelfde voorwaarden respecteren. In dat geval gelden de regels van het afronden voor al hun klanten en betalingswijzen.
Een onderneming die de afronding toepast, moet volgende regels volgen:
rondt de onderneming enkel betalingen in cash af, dan wordt die afronding enkel op het gedeelte betaald in cash toegepast (ook als de betaling gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met een andere betalingswijze gebeurt);
als de onderneming beslist om de afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen dan de betaling in cash, wordt de afronding gemaakt op het totaalbedrag (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt). In dat geval afficheert de onderneming duidelijk zichtbaar de volgende wettekst: “Het totaalbedrag wordt altijd afgerond (PDF, 524.6 KB)”;
het kassaticket of bewijsdocument geeft duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag weer, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag.