Gemiddeld verdiende een werknemer die in 2020 voltijds werkte 3.832 euro bruto per maand. Bovendien is het loonverschil tussen voltijds tewerkgestelde vrouwen en mannen bijna volledig weggewerkt. In het Waalse Gewest verdienen vrouwen gemiddeld zelfs meer dan mannen.
Dat blijkt uit de nieuwe resultaten van Statbel, het Belgische statistiekbureau, op basis van een loonenquête bij meer dan 130.000 werknemers bij Belgische bedrijven.
De gender loonkloof bij voltijdse werknemers daalt sterk van 4,1% in 2019 naar 0,4% in 2020. Bovendien telt België voor het eerst een gewest waar vrouwen gemiddeld genomen meer verdienen dan mannen. In Wallonië ontvangt de gemiddelde mannelijke werknemer 3.551 euro, terwijl zijn vrouwelijke collega 3.573 euro verdient. Dat resulteert in een beperkte, negatieve loonkloof van -0,6%. In Vlaanderen bedraagt de gender loonkloof nog 1,1% en in Brussel verdienen mannen 5,4% meer dan vrouwen.
Het mediaanloon bedraagt 3.550 euro. Dat betekent dat 50% van de werknemers maximaal 3.550 euro verdient, terwijl de andere helft een hoger salaris in de wacht sleept. De grootste groep, 69% van alle werknemers, verdient een bedrag dat zich situeert tussen de 2.000 euro en de 4.250 euro bruto per maand. 10% van alle werknemers verdient op maandbasis minder dan 2.334 euro bruto. Aan de andere kant van het spectrum verdient 10% van de loontrekkenden meer dan 5.991 euro bruto.
De petrochemische sector is de best betaalde sector, terwijl de lonen in de horecasector het laagst liggen. Wie in Brussel werkt, verdient doorgaans meer dan in andere regio’s. In de provincie Luxemburg liggen de lonen het laagst.
Ook het diploma en het beroep spelen een belangrijke rol. Wie een masterdiploma op zak heeft, verdient 47% meer dan de gemiddelde Belg. Wie zonder diploma de schoolbanken verliet, ontvangt een salaris dat 26% onder het nationale gemiddelde ligt. Directeurs van grote ondernemingen verdienen 80% meer dan de gemiddelde werknemer, terwijl kelners en barmannen de laagste lonen ontvangen (36% onder het nationaal gemiddelde).
In wat volgt gaan we verder in op deze resultaten.
Opmerking: indien er in deze publicatie sprake is van een loon, dan gaat het steeds om het bruto maandloon. Dit loonconcept omvat de periodieke premies die iedere betalingsperiode worden uitbetaald. Premies voor nacht- of weekendwerk zijn hier voorbeelden van. Premies die slechts op uitzonderlijke basis worden uitgekeerd, zoals een dertiende maand of het dubbel vakantiegeld, werden uit het gehanteerde concept geweerd.
Bovendien is de analyse beperkt tot de voltijds tewerkgestelde loontrekkenden die werkzaam zijn in ondernemingen met minstens tien werknemers. Bepaalde sectoren, met name landbouw, visserij, openbaar bestuur, onderwijs, gezondheidszorg en overige persoonlijke diensten werden niet opgenomen in deze studie. De referentieperiode voor alle gegevens is oktober 2020.
In 2020 bedroeg het gemiddelde bruto maandloon van een voltijds tewerkgestelde werknemer 3.832 euro. Dat bedrag geeft echter een vertekend beeld van de werkelijke loonspreiding, aangezien 58% van de werknemers een lager loon verdienen. Het is bijgevolg interessant om de verdeling van de lonen nader onder de loep te nemen.
De onderstaande figuur deelt alle werknemers op in loonklassen van 250 euro. Uit deze grafiek blijkt dat veruit de grootste groep, namelijk 69% van alle werknemers, een bruto bedrag verdient dat zich situeert tussen de 2.000 euro en de 4.250 euro per maand. Daarnaast ontvangen 9,8% van de voltijds tewerkgestelde werknemers minstens 6.000 euro per maand.
Men kan de spreiding van de lonen ook door middel van een decielenverdeling weergegeven. Uit deze oefening blijkt dat tien procent van de werknemers op maandbasis maximaal 2.334 euro verdient, terwijl 20% van de loontrekkenden mag rekenen op maximaal 2.650 euro. Het mediaanloon bedraagt 3.550 euro. Dit betekent dat 50% van de werknemers maximaal 3.550 euro verdient, terwijl de andere helft een hoger salaris in de wacht sleept. Het mediaanloon ligt dus lager dan het gemiddelde loon, hetgeen betekent dat een relatief kleine groep van grootverdieners het gemiddelde optrekken. De 10% werknemers die het meest verdienen, ontvangen van hun werkgever minstens 5.991 euro per maand.
10% verdient minder dan 2.334 euro | 10% verdient meer dan 5.991 euro |
20% verdient minder dan 2.650 euro | 20% verdient meer dan 4.804 euro |
30% verdient minder dan 2.906 euro | 30% verdient meer dan 4.178 euro |
40% verdient minder dan 3.250 euro | 40% verdient meer dan 3.854 euro |
50% verdient minder dan 3.550 euro | 50% verdient meer dan 3.550 euro |
Het beroep blijkt in grote mate de omvang van het loon te bepalen. Een grote verantwoordelijkheid of een complexe functie vertaalt zich vaak in een omvangrijker loonzakje. Onderstaande tabel geeft een beeld van de tien best betaalde beroepen. Daarin prijken de directeurs van grote ondernemingen bovenaan de lijst. Met een bedrag van 10.717 euro verdienen directeurs van grote ondernemingen een loon dat 180% boven het nationale gemiddelde ligt.
De 10 best betalende beroepen | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % boven het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Directeurs van grote ondernemingen | € 10.717 | 180% |
Managers op het gebied van informatie en communicatietechnologie (ICT) | € 7.997 | 109% |
Managers op het gebied van zakelijke dienstverlening en op administratief gebied | € 7.800 | 104% |
Managers op het gebied van verkoop, marketing, reclame, public relations en research en development | € 7.213 | 88% |
Managers in de industrie, de delfstoffenwinning, de bouwnijverheid en de logistiek | € 7.038 | 84% |
Wiskundigen, actuarissen en statistici | € 6.158 | 61% |
Natuurkundigen, scheikundigen en dergelijke | € 5.956 | 55% |
Ingenieurs op het gebied van de elektrotechnologie | € 5.766 | 51% |
Ingenieurs (met uitzondering van elektrotechnische ingenieurs) | € 5.700 | 49% |
Juristen | € 5.693 | 49% |
Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich kelners en barmannen. Met een maandloon van 2.450 euro verdienen deze werknemers een bedrag dat 36% onder het nationale gemiddelde ligt. Ook kappers, schoonheidsspecialisten, huishoudelijke hulpen en schoonmakers verdienen gemiddeld minder dan 2.500 euro per maand.
De 10 minst betalende beroepen | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % onder het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Kelners en barmannen | € 2.450 | 36% |
Kappers en schoonheidsspecialisten | € 2.454 | 36% |
Huishoudelijke hulpen en schoonmakers | € 2.481 | 35% |
Kassiers en ticketverkopers | € 2.549 | 33% |
Verkopers in winkels | € 2.662 | 31% |
Autowassers, ruitenwassers en wasserijpersoneel | € 2.672 | 30% |
Kleermakers, stoffeerders en schoenmakers | € 2.692 | 30% |
Koks | € 2.741 | 28% |
Houtbehandelaars, meubelmakers en instellers en bedienaars van houtbewerkingsmachines | € 2.798 | 27% |
Ongeschoolde arbeiders in de industrie | € 2.800 | 27% |
Naast het beroep beïnvloedt ook de sector waar iemand werkt de omvang van het loon. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de tien sectoren waar respectievelijk de hoogste en de laagste lonen worden uitbetaald.
De 10 best betalende sectoren | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % boven het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Petrochemische nijverheid | € 5.902 | 54% |
Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer | € 5.478 | 43% |
Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen | € 5.116 | 34% |
Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's en computerconsultancy-activiteiten | € 4.969 | 30% |
Onderzoek en ontwikkeling op wetenschappelijk gebied | € 4.944 | 29% |
Ondersteunende activiteiten voor verzekeringen en pensioenfondsen | € 4.921 | 28% |
Farmaceutische nijverheid | € 4.895 | 28% |
Programmeren en uitzenden van radio- en televisieprogramma's | € 4.826 | 26% |
Luchtvaart | € 4.815 | 26% |
Verzekeringen, herverzekeringen en pensioenfondsen | € 4.810 | 26% |
Met een maandloon van 5.902 euro is de petrochemische nijverheid de best betalende tak van de economie. Een werknemer verdient in deze sector 54% meer dan het nationale gemiddelde. Ook bij de activiteiten van hoofdkantoren, de adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer en de financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen bedraagt het gemiddelde maandloon meer dan 5.000 euro. Met een gemiddeld bedrag van 2.704 euro worden de laagste lonen in de horeca uitbetaald. Ook het verblijfstoerisme en de detailhandel behoren tot de minst betalende sectoren.
De 10 minst betalende sectoren | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % onder het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Eet- en drinkgelegenheden | € 2.704 | 29% |
Verschaffen van accommodatie | € 2.827 | 26% |
Detailhandel | € 3.000 | 22% |
Inzameling, verwerking en verwijdering van afval; terugwinning | € 3.036 | 21% |
Vervaardiging van meubelen | € 3.054 | 20% |
Diensten in verband met gebouwen en landschapsverzorging | € 3.071 | 20% |
Houtindustrie | € 3.152 | 18% |
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden | € 3.239 | 15% |
Beveiligings- en opsporingsdiensten | € 3.271 | 15% |
Vervaardiging van textiel | € 3.303 | 14% |
Wie in het centrum van het land werkt, maakt de beste kans op een omvangrijk loon. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest spant de kroon, aangezien het gemiddelde maandloon er 18% boven het nationale cijfer ligt. Maar ook bedrijven gevestigd in de arrondissementen grenzend aan de hoofdstad betalen over het algemeen hogere lonen uit.
De vijf arrondissementen met de hoogste gemiddelde lonen | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % boven het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Arrondissement Brussel Hoofdstad | € 4.539 | 18% |
Arrondissement Halle-Vilvoorde | € 4.099 | 7% |
Arrondissement Leuven | € 4.062 | 6% |
Arrondissement Nijvel | € 4.002 | 4% |
Arrondissement Antwerpen | € 3.959 | 3% |
Vanuit financieel oogpunt is het arrondissement Dinant de minst interessante plaats om te werken: het salaris ligt er 24% onder het nationale gemiddelde. In Vlaanderen worden de laagste gemiddelde lonen uitbetaald in het arrondissement Veurne.
De vijf arrondissementen met de laagste gemiddelde lonen | Gemiddeld bruto maandloon (in euro) | % boven het nationale gemiddelde |
---|---|---|
Arrondissement Dinant | € 2.929 | 24% |
Arrondissement Bastenaken | € 3.010 | 21% |
Arrondissement Marche-en-Famenne | € 3.015 | 21% |
Arrondissement Veurne | € 3.064 | 20% |
Arrondissement Thuin | € 3.086 | 19% |
Vanuit financieel oogpunt is het interessant om na het secundaire onderwijs verder te studeren. Houders van een bachelordiploma verdienen immers 4% meer dan het Belgische gemiddelde en dat verschil loopt op tot 47% voor houders van een masterdiploma. Aan de andere kant van het spectrum stellen we vast dat werknemers die geen hogere studies hebben afgerond, hiervoor financieel worden afgestraft. Houders van een diploma van het hoger secundair onderwijs verdienen 18% minder dan het Belgische gemiddelde. Werknemers die het secundaire onderwijs zonder diploma verlaten, zien deze loonspanning toenemen tot 26%.
Dat de omvang van het loonbriefje toeneemt met de leeftijd zal weinig verbazing wekken. De leeftijd van 39 jaar vormt het keerpunt. Wie jonger is dan die leeftijd verdient globaal genomen minder dan het nationaal gemiddelde, terwijl men vanaf 39 jaar in regel recht heeft op een bovengemiddeld loon. Zo ligt het loonbriefje van werknemers in de leeftijdscategorie 60 jaar en ouder 31% boven het nationale gemiddelde.
Het leeftijdseffect treedt echter vooral bij bedienden op. Zo verdienen bedienden in de leeftijdscategorie 60 jaar en ouder 182% meer dan bedienden die jonger dan 20 jaar zijn. Bij arbeiders bedraagt deze loonspanning slechts 36%. Ten slotte valt uit de cijfers op dat tot de leeftijd van 24 jaar arbeiders gemiddeld een hoger loon verdienen dan bedienden, terwijl vanaf 25 jaar bedienden vanuit financieel oogpunt beter af zijn.