Op 16 juli 2020 stelt de Europese Commissie richtsnoeren voor over de bescherming van seizoenarbeiders in de EU in het kader van de coronaviruspandemie. Hierin wordt de nationale overheden, arbeidsinspecties en sociale partners een leidraad geboden om de rechten, de gezondheid en de veiligheid van seizoenarbeiders te waarborgen en ervoor te zorgen dat seizoenarbeiders hun rechten kennen.
Grensoverschrijdende seizoenarbeiders genieten een ruim aantal rechten, maar gezien de tijdelijke aard van hun werk kunnen zij kwetsbaarder zijn voor precaire werk- en leefomstandigheden. De coronaviruspandemie heeft deze werk- en leefomstandigheden zichtbaarder gemaakt, en in sommige gevallen verergerd. In sommige gevallen kunnen dergelijke problemen het risico op clusters van COVID-19 vergroten.
Nicolas Schmit, commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten:
De Commissie houdt weliswaar toezicht op de juiste toepassing van de regels van het Unierecht met betrekking tot seizoenarbeiders, maar de nationale overheden zijn hiervoor verantwoordelijk. Daarom moeten dringend passende maatregelen worden genomen.
De richtsnoeren hebben betrekking op verschillende aspecten, zoals:
In de richtsnoeren worden de nationale overheden en de sociale partners verzocht hernieuwde inspanningen te leveren voor de correcte toepassing en handhaving van de regels. Zij bevatten concrete aanbevelingen en suggesties voor acties die op nationaal of EU-niveau moeten worden ondernomen, zoals:
De Commissie zal in verband met deze belangrijke kwestie blijven samenwerken met de lidstaten, de sociale partners, het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) en de Europese Arbeidsautoriteit (ELA).
De Commissie heeft een aantal acties gepland om de bescherming van de rechten van seizoenarbeiders te verbeteren, waaronder:
In de richtsnoeren die vandaag worden voorgesteld, worden de rechten van seizoenarbeiders opgesomd, ongeacht hun status: of het nu gaat om EU-burgers dan wel om onderdanen van derde landen, met inbegrip van onderdanen van derde landen die regelmatig in het buitenland werken op eigen initiatief of die bijvoorbeeld via uitzendbureaus en wervingsbureaus zijn gedetacheerd.
Het is van essentieel belang dat seizoenarbeiders en hun werkgevers over alle nodige informatie beschikken betreffende de bescherming die zij genieten en de verplichtingen die zij moeten nakomen.
Meer dan 17,6 miljoen burgers wonen of werken in een andere lidstaat dan die van hun nationaliteit. Bepaalde sectoren van de Europese economie, met name de sectoren agrovoeding en toerisme, zijn voor specifieke perioden van het jaar afhankelijk van de hulp van seizoenarbeiders uit EU-lidstaten en derde landen. Volgens ramingen van de Commissie ligt het gemiddelde aantal actieve seizoenarbeiders in de EU per jaar tussen enkele honderdduizenden en een miljoen.
De Commissie houdt weliswaar toezicht op de juiste toepassing van de regels van het Unierecht en het nationale recht met betrekking tot seizoenarbeiders in de EU, maar de juiste toepassing van deze regels valt onder de verantwoordelijkheid van de nationale overheden. Om seizoenarbeiders te beschermen wordt de lidstaten verzocht de handhaving van de bestaande EU- en nationale wetgeving te verbeteren en de inspecties ter plaatse op dit gebied te versterken, onder meer met de steun van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA).
Deze richtsnoeren zijn een aanvulling op de op 30 maart 2020 bekendgemaakte richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19 en vormen het antwoord op een oproep van het Europees Parlement in zijn resolutie van 19 juni 2020 over bescherming van grensoverschrijdende en seizoenarbeiders.
Richtsnoeren betreffende seizoenarbeiders in de EU in het kader van de uitbraak van COVID-19 (16 juli 2020)
Richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19 (30 maart 2020)
Bron: Europese Commissie