Circulaire 2022/C/27 over de eenmalige premie toegekend aan bepaalde begunstigden van een COVID-19-overbruggingsrecht

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 16/03/2022 de Circulaire 2022/C/27 over de eenmalige premie toegekend aan bepaalde begunstigden van een COVID-19-overbruggingsrecht.

Belastingstelsel van de eenmalige premie toegekend in het kader van de tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.

Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Bespreking

A. De premie
B. Afzonderlijke belasting tegen 16,5 %
C. Globalisatie: vervangingsinkomsten
D. Fiscale inkomstenfiche en aangifte

III Inwerkingtreding
IV. Wetgeving

I. INLEIDING

1. Deze circulaire bespreekt het belastingstelsel van de eenmalige premie bepaald in titel 7, hoofdstuk 1 van de wet van 18.07.2021 (1) en toegekend aan bepaalde zelfstandigen getroffen door de COVID-19-crisis.

(1) Wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021) (hierna W 18.07.2021).

II. BESPREKING

A. De premie

2. Er wordt een premie van 598,81 euro bruto betaald aan de zelfstandige, de helper of de meewerkende echtgenoot die in de periode van 01.10.2020 tot en met 30.04.2021 minstens zes maandelijkse financiële uitkeringen (opeenvolgend of niet) rechtmatig heeft genoten in het kader van:

- de tijdelijke crisismaatregel van het overbruggingsrecht ingeval van een gedwongen onderbreking (art. 4bis, § 2 en art. 4quater, § 1, W 23.03.2020) (2)

- de tijdelijke crisismaatregel van het overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart (art. 4ter, W 23.03.2020) (2)

- de tijdelijke crisismaatregel van het overbruggingsrecht ingeval van een omzetverlies van 40 % (art. 4quinquies, § 2, W 23.03.2020) (2).

(2) Wet van 23.03.2020 tot wijziging van de wet van 22.12.2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen.

De premie wordt betaald door het sociaal verzekeringsfonds vanaf 01.07.2021 (datum van de inwerkingtreding van de maatregel) en ten laatste op 30.09.2021.

B. Afzonderlijke belasting tegen 16,5 %

3. De premie is in hoofde van de zelfstandige, de helper of de meewerkende echtgenoot belastbaar in de inkomstenbelasting (personenbelasting of belasting van niet-inwoners) als een vergoeding verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van, naargelang het geval, winst, baten of bezoldigingen. Volgens art. 44, W 18.07.2021 is ze echter afzonderlijk belastbaar tegen de aanslagvoet vermeld in art. 171, 4°, WIB 92, d.w.z. tegen 16,5 % (tenzij de globalisatie voordeliger is voor de belastingplichtige – zie hierna).

C. Globalisatie: vervangingsinkomsten

4. In het geval dat de globalisatie voor de belastingplichtige voordeliger is, geeft de premie recht op de belastingverminderingen voor vervangingsinkomsten bepaald in de art. 146 tot 154, WIB 92.

D. Fiscale inkomstenfiche en aangifte

5. De eenmalige premie zal door de schuldenaar worden vermeld op een inkomstenfiche 281.18 in vak 7, in de daarvoor bestemde nieuwe rubriek f, naast de nieuwe code 309.

6. Ze moet worden aangegeven in deel 1, vak IV, rubriek D (Vervangingsinkomsten), subrubriek 4 van de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting.

III INWERKINGTREDING

7. De bepaling heeft uitwerking vanaf 01.07.2021 (art. 53, W 18.07.2021).

IV. WETGEVING

8. Art. 44, W 18.07.2021

De eenmalige premie voor bepaalde begunstigden van de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrecht in het kader van de COVID-19-crisis als bedoeld in hoofdstuk 3/1 van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, is in hoofde van de begunstigde zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot belastbaar in de inkomstenbelastingen als een vergoeding verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van, naargelang het geval, winst, baten of bezoldigingen.

In afwijking van de artikelen 130 tot 145 en 146 tot 156 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, is de in het eerste lid bedoelde eenmalige premie afzonderlijk belastbaar tegen de in artikel 171, 4°, van het voormelde Wetboek vermelde aanslagvoet, behalve wanneer de som van de aldus berekende belasting en de overeenkomstig artikel 171 van het voormelde Wetboek berekende belasting op de aldaar vermelde inkomsten, vermeerderd met de belasting Staat op de andere inkomsten, meer bedraagt dan de overeenkomstig de voormelde artikelen 130 tot 145 en 146 tot 156 bepaalde belasting op de in de artikelen 17, § 1, 1° tot 3° en 90, eerste lid, 6° en 9°, van het voormelde Wetboek vermelde inkomsten en op de meerwaarden op roerende waarden en titels die op grond van artikel 90, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek belastbaar zijn, vermeerderd met de belasting Staat met betrekking tot het geheel van de andere belastbare inkomsten.

Interne ref.: 730.403

Bron: Fisconetplus

Mots clés