De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 30/06/2022 de Circulaire 2022/C/63 over de fiscale co-ouderschapsregeling.
Verduidelijking van het begrip 'gelijkmatig verdeelde huisvesting'.
I. Uitdrukkelijke vermelding van de gelijkmatig verdeelde huisvesting
II. Alternatieve omschrijvingen
III. Coherente taxatie van beide ouders
2. Art. 132bis, WIB 92, stelt de verdeling van de toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste onder meer (1) afhankelijk van de voorwaarde dat de huisvesting van de kinderen gelijkmatig is verdeeld over twee belastingplichtigen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin, op grond van:
- ofwel een geregistreerde of door een rechter gehomologeerde overeenkomst waarin 'uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld' over beide belastingplichtigen en dat zij bereid zijn die toeslagen te verdelen
- ofwel een rechterlijke beslissing waarin 'uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld' over beide belastingplichtigen.
(1) Voor de andere voorwaarden: zie de nrs. 17 tot 23 van de circulaire Ci.RH.331/598.621 van 26.04.2010 (hierna circ. 26.04.2010) en de circulaire 2017/C/2 van 20/01/2017.
3. In de Memorie van toelichting bij de wet van 27.12.2006 houdende diverse bepalingen (I) (2) heeft de wetgever verantwoord waarom hij die uitdrukkelijke vermelding heeft opgelegd, nl. 'om te vermijden dat ambtenaren moeten oordelen of een tussen de ouders overeengekomen verblijfsregeling wel als gelijkmatig verdeelde huisvesting kan worden beschouwd' (Kamer, doc 51 2760/001, blz. 169).
(2) Wet van 27.12.2006 houdende diverse bepalingen (I) (BS 28.12.2006) (hierna W 27.12.2006).
4. De voorwaarde dat de overeenkomst of de rechterlijke beslissing uitdrukkelijk moet vermelden dat de huisvesting van de kinderen gelijkmatig is verdeeld, betekent niet dat de woorden 'gelijkmatig verdeelde huisvesting' letterlijk moeten zijn vermeld.
5. Alternatieve omschrijvingen van 'gelijkmatig verdeelde huisvesting' kunnen dus ook worden aanvaard, maar uitsluitend op voorwaarde dat er in de bewoordingen van de overeenkomst of de beslissing geen enkele twijfel over kan bestaan dat de huisvesting of het verblijf van de kinderen gelijkmatig in de tijd (3) over beide belastingplichtigen is verdeeld.
(3) 'De gelijkmatig verdeelde huisvesting houdt een gelijke tijdsverhouding in tussen beide ouders' (Memorie van toelichting bij de W 18.07.2006 tot het bevoorrechten van een gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind van wie de ouders gescheiden zijn en tot regeling van de gedwongen tenuitvoerlegging inzake huisvesting van het kind – Kamer, doc 51 1673/001, blz. 4).
6. Enkele voorbeelden van alternatieve omschrijvingen die als gelijkmatig verdeeld/e huisvesting kunnen worden aanvaard zijn:
- 'gelijkmatig (verdeeld) verblijf'
- 'week om weekregeling (met wissel op (dag en uur (4))'
- 'alternerend/afwisselend verblijf (met wissel op (dag en uur (4))'.
(4) Een vaste dag en een vast uur, zodat elke twijfel over de gelijke tijdsverhouding tussen beide ouders is uitgesloten.
7. Voorbeelden van omschrijvingen die niet als gelijkmatig verdeelde huisvesting kunnen worden aanvaard, zijn:
- '(verblijfs)co-ouderschap' (5)
- 'gedeeld hoederecht' (5)
- 'bilocatie' (5)
- 'alternerend/afwisselend verblijf'.
(5) Behalve in gehomologeerde of geregistreerde overeenkomsten en rechterlijke beslissingen die dateren van vóór 01.01.2008 (zie de Memorie van toelichting bij de W 27.12.2006 (Kamer, doc 51 2760/001, blz. 169) en nr. 22 van de circ. 26.04.2010).
8. Als het fiscaal co-ouderschap wordt toegepast bij de ene ouder, spreekt het vanzelf dat het ook moet worden toegepast bij de andere ouder.
Uit de bewoordingen van het eerste (6), tweede (7) en derde lid (8) van art. 132bis, WIB 92, volgt immers dat de in art. 132, eerste lid, 1° tot 6°, WIB 92 bedoelde toeslagen op de belastingvrije som voor kinderen ten laste over beide ouders samen niet meer dan één maal per kind mogen worden toegepast.
(6) 'De toeslagen bedoeld in art. 132, eerste lid, 1° tot 6°, worden verdeeld over twee belastingplichtigen (…)'.
(7) 'In dat geval worden de toeslagen bedoeld in art. 132, eerste lid, 1° tot 5°, waarop die kinderen recht geven (…) voor de helft toegekend aan elk van de belastingplichtigen'.
(8) 'In het geval bedoeld in het eerste lid wordt de in art. 132, eerste lid, 6° bedoelde toeslag, voor de helft toegekend aan de belastingplichtige die geen vermindering vraagt voor kinderoppas bedoeld in art. 14535'.
Dat betekent dat:
- ofwel de fiscale co-ouderschapsregeling moet worden toegepast bij beide ouders,
- ofwel de kinderen volledig ten laste moeten worden genomen door de ene ouder en niet (dus ook niet in fiscaal co-ouderschap) door de andere ouder.
Interne ref.: 733.379
Bron: Fisconetplus