• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/73 betreffende EORI (Economic Operators Registration and Identification – Registratie en identificatie van marktdeelnemers)

De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen publiceerde op 17/12/2025 de Circulaire 2025/C/73 betreffende EORI (Economic Operators Registration and Identification – Registratie en identificatie van marktdeelnemers).

Inhoudstabel

1.1. Inleiding

1.2. Gebruikte initiaalwoorden en letterwoorden

1.3. Definities

1.4. Wettelijke bepalingen

2. Het doel van EORI

3. Het toepassingsveld inzake EORI

3.1. In het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

3.1.1...............................................Algemeen

3.1.2..........Rechtspersonen of verenigingen van rechtspersonen

3.1.3....................................Natuurlijke personen

3.1.4.................................Tijdstip van registratie

3.1.5.....................................Specifieke gevallen

3.2. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

3.2.1...............................................Algemeen

3.2.2.................................Noodzaak tot registratie

3.2.3.................................Tijdstip van registratie

3.3. Andere personen dan marktdeelnemers

3.3.1.............................................Particulier

3.3.2.Diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie, diplomatieke missies van derde landen, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties

3.3.3...................................Militaire organisaties

3.3.4.Aanvragers en hun vertegenwoordigers die douaneautoriteiten verzoeken maatregelen te nemen met betrekking tot goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht

4. Plaats van registratie

4.1. In het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

4.1.1...............................................Principe

4.1.2.Marktdeelnemers met hun statutaire zetel of hoofdbestuur in een derde land maar met een vaste inrichting in het douanegebied van de Unie

4.1.3........................Specifiek geval van multinationals

4.2. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

5. Registratieprocedure

5.1. Algemeen

5.2. Het centrale EORI-systeem

5.3. Toegang tot de centrale EORI-gegevensbank van de Europese Commissie

5.4. De Belgische gegevensbronnen inzake EORI

5.4.1...............................................Algemeen

5.4.2..................De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)

5.4.3................Het rijksregister van natuurlijke personen

5.4.4.......................De eigen gegevensbron van de douane

5.5. Tijdstip van indiening van de aanvraag tot registratie

5.6. De voor de registratie verantwoordelijke Belgische douaneautoriteit

5.6.1.............De nieuwe aanvragen voor registratie in België

5.6.2.De toelating tot de publicatie van bepaalde gegevens op de EORI-website van TAXUD ……………………………………………………………………………………………………………………………..

6. Bescherming van persoonsgegevens en EORI

6.1. Algemeen

6.2. Te verstrekken informatie

6.3. Openbaarmaking van identificatie- en registratiegegevens

7. Betrokken partijen bij het EORI-systeem

7.1. De Europese Commissie

7.2. De lidstaten

7.3. De marktdeelnemers of andere personen

7.4. De externe gebruikers

8. Gebruik van het EORI-nummer

8.1. Gebruik van het EORI-nummer op summiere aangiften

8.2. Gebruik van het EORI-nummer op douaneaangiften

8.3. Gebruik van het EORI-nummer op aangiften tot wederuitvoer

8.4. Gebruik van het EORI-nummer op aangiften voor tijdelijke opslag

8.5. Gebruik van het EORI-nummer op het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

8.6. Gebruik van het EORI-nummer op kennisgevingen

8.6.1............................Kennisgeving van wederuitvoer

8.6.2.Kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij uitvoer.

8.6.3.Kennisgeving van aanbrengen m.b.t. de vooraf ingediende aangifte voor douanevervoer

8.6.4................................Kennisgeving van aankomst

8.6.5..............................Kennisgeving van aanbrengen

8.6.6.Kennisgeving van aankomst in geval van overbrenging van goederen in het kader van tijdelijke opslag

8.6.7.Kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij invoer.

8.7. Gebruik van het EORI-nummer op elektronische vervoersdocumenten

8.8. Gebruik van het EORI-nummer op douanemanifesten

8.9. Gebruik van het EORI-nummer op ATA- of CPD-carnets

8.10. Het begrip ‘ad-hocnummer’

8.11. Het begrip ‘derdeland-identificatienummer’

8.12. Ongeldigverklaring van een EORI-nummer

8.13. Intrekking van de globale btw-nummers in de EORI-gegevensbank

9. Slot- of intrekkingsbepalingen

Bijlagen

Bijlage I : Definities

Bijlage II: Bijlage 12-01 van de DWU DA (t/m 28 februari 2027)

Bijlage III: Bijlage 12-01 van de DWU IA (t/m 28 februari 2027)

Bijlage IV: Bijlage 12-01 van de DWU DA (vanaf 1 maart 2027)

Bijlage V: Bijlage 12-01 van de DWU IA (vanaf 1 maart 2027)

1. Algemeen

1.1. Inleiding

§ 1. In deze circulaire worden de nodige toelichtingen gegeven inzake EORI en meer in het bijzonder over het EORI-nummer, dat dient voor de identificatie van marktdeelnemers en andere personen dan marktdeelnemers die douaneactiviteiten in België of elders in de Europese Unie verrichten.

1.2. Gebruikte initiaalwoorden en letterwoorden

§ 2. Voor de toepassing van deze circulaire worden de volgende initiaalwoorden en letterwoorden gebruikt:

a) DWU: Douanewetboek van de Unie, gepubliceerd in Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 269 van 10 oktober 2013) (van toepassing vanaf 1 mei 2016);

b) DWU DA: gedelegeerde handelingen van het Douanewetboek van de Unie, opgenomen in de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015) (van toepassing vanaf 1 mei 2016);

c) DWU IA: uitvoeringshandelingen van het Douanewetboek van de Unie, opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015) (van toepassing vanaf 1 mei 2016);

d) EORI: Economic Operators Registration and Identification (registratie en identificatie van marktdeelnemers);

e) TAXUD: Directoraat-generaal Belastingen en Douane-Unie van de Europese Commissie;

f) KBO: Kruispuntbank van Ondernemingen.

g) AADA: Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen

h) AEO: Authorised Economic Operator (geautoriseerde marktdeelnemer)

1.3. Definities

§ 3. De in het kader van deze circulaire gebruikte definities zijn opgenomen in bijlage I.

1.4. Wettelijke bepalingen

§ 4. De wettelijke basis inzake EORI bestaat uit:

- de artikelen 9 t/m 11 van het DWU;

- de artikelen 3 t/m 7 en de bijlage 12-01 van de DWU DA;

- de artikelen 6 en 7 en de bijlage 12-01 van de DWU IA.

2. Het doel van EORI

§ 5. EORI heeft als doel om de administratieve lasten voor de marktdeelnemers te verminderen. Het is gebleken dat het creëren van één enkele douaneregistratie, die geldig is in de hele Unie, de kosten vermindert voor de marktdeelnemers die douaneverrichtingen uitvoeren.

Daarom werd het EORI-nummer gecreëerd.

§ 6. Het EORI-nummer is een identificatienummer dat uniek is in het douanegebied van de Europese Unie en door een douaneautoriteit aan een marktdeelnemer of een andere persoon dan een marktdeelnemer wordt toegekend om die persoon voor douanedoeleinden te registreren.

§ 7. Om de procedure van informatieverwerking te vereenvoudigen en de betrekkingen met de douaneautoriteiten te vergemakkelijken, moeten de houders van een EORI-nummer dit unieke nummer gebruiken in alle communicatie met de douaneautoriteiten, wanneer een identificatienummer voor douanedoeleinden vereist is.

De douaneautoriteiten in de Europese Unie moeten op een eenvoudige en betrouwbare wijze toegang krijgen tot de registratie- en identificatiegegevens van marktdeelnemers en andere personen dan marktdeelnemers. Met het oog daarop is overeenkomstig artikel 16, lid 1 van het DWU een centraal elektronisch systeem ontwikkeld, waarin de registratiegegevens van marktdeelnemers en andere personen dan marktdeelnemers worden opgeslagen en waarmee de douaneautoriteiten informatie over EORI-nummers kunnen uitwisselen: de bevoegde douaneautoriteit stelt de informatie via dit systeem beschikbaar wanneer er nieuwe EORI-nummers worden toegekend of wanneer er wijzigingen worden aangebracht aan de gegevens die zijn opgeslagen met betrekking tot reeds bestaande registraties.

§ 8. Het EORI-nummer wordt kosteloos door de bevoegde douaneautoriteiten aan de belanghebbende verstrekt.

3. Het toepassingsveld inzake EORI

§ 9. Het EORI-nummer wordt gebruikt om marktdeelnemers en andere personen dan marktdeelnemers in hun betrekkingen met de douaneautoriteiten te identificeren.

Overeenkomstig artikel 7, lid 2 van de DWU IA ontvangt elke persoon slechts één uniek EORI-nummer.

3.1. In het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

3.1.1. Algemeen

§ 10. Een in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer wordt overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU geregistreerd bij de douaneautoriteit die verantwoordelijk is voor de plaats waar hij/zij gevestigd is. Zelfs wanneer de eerste verrichting in een andere lidstaat plaatsvindt, moeten marktdeelnemers een EORI-nummer aanvragen in de lidstaat waarin zij

gevestigd zijn.

§ 11. Bij de registratieprocedure moeten marktdeelnemers zich houden aan de nationale voorschriften van de lidstaat waar zij zijn gevestigd.

In het nationale recht van elke lidstaat wordt geregeld wie wordt beschouwd als natuurlijke persoon, rechtspersoon of vereniging van personen die als handelingsbekwaam wordt erkend zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten.

3.1.2. Rechtspersonen of verenigingen van rechtspersonen

§ 12. Entiteiten die rechtspersoonlijkheid hebben of handelingsbekwaam zijn zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten en die in het kader van hun bedrijfsvoering activiteiten verrichten die onder de douanewetgeving vallen, moeten een EORI-nummer krijgen.

Indien deze personen in het kader van hun bedrijfsvoering geen activiteiten verrichten die onder de douanewetgeving vallen, dan bestaat er geen noodzaak voor de aanvraag van een EORI-nummer. Dat is o.a. het geval wanneer:

- een in de Europese Unie gevestigde leverancier geen activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen en reeds in het vrije verkeer gebrachte grondstoffen levert aan een in de Europese Unie gevestigde producent;

- een vervoerder in geen enkele lidstaat betrokken is bij activiteiten die onder de douanewetgeving vallen en slechts binnen het douanegebied van de Unie goederen in het vrije verkeer vervoert.

Voorbeelden van rechtsvormen van entiteiten die volgens het nationale recht van lidstaten rechtspersonen zijn of verenigingen van personen die als handelingsbekwaam worden erkend zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten, zijn opgenomen in bijlage II van de EORI-richtsnoeren, te raadplegen via de link https://financien.belgium.be/sites/default/files/Customs/Ondernemingen/Douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/documentatie/NL_EORI%20Guidance%20document.pdf

3.1.3. Natuurlijke personen

§. 13. Een natuurlijke persoon wordt in de meeste gevallen beschouwd als een andere persoon dan een marktdeelnemer. Het voorbeeld bij uitstek is de particulier (zie punt 3.3.1. van deze circulaire).

De eenmanszaak vormt een uitzondering op deze regel. De eenmanszaak wordt door de Federale Overheidsdienst Economie beschouwd als een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent (zelfstandige natuurlijke persoon). Het is een ondernemingsvorm waarbij één persoon als natuurlijke persoon een bedrijf opricht en beheert.

Indien een eenmanszaak in het kader van zijn bedrijfsvoering activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen, dan is de aanvraag van een EORI-nummer noodzakelijk.

3.1.4. Tijdstip van registratie

§ 14. De marktdeelnemers moeten een aanvraag tot registratie indienen voordat zij, in het kader van hun bedrijfsvoering, activiteiten beginnen in verband met de douanewetgeving, bijvoorbeeld vóór aanvang van hun invoer- of uitvoerverrichtingen (wanneer het de bedoeling is dat deze verrichtingen in de nabije toekomst zullen plaatsvinden).

De marktdeelnemers die nog geen aanvraag tot registratie hebben ingediend, kunnen dat bij hun eerste verrichting doen. Aangezien deze registratie enkele dagen in beslag kan nemen, verdient het echter aanbeveling om een EORI-nummer aan te vragen voordat zij, in het kader van hun bedrijfsvoering, activiteiten verrichten die onder de douanewetgeving vallen.

3.1.5. Specifieke gevallen

§ 15. De volgende gevallen vereisen een specifieke benadering:

a) Een natuurlijke persoon die, in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin hij/zij verblijft, in het kader van zijn/haar bedrijfsvoering activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen

Een in het douanegebied van de Unie gevestigde natuurlijke persoon die in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin hij/zij zijn/haar normale verblijfplaats heeft, in het kader van zijn/haar bedrijfsvoering activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen, wordt overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU geregistreerd bij de douaneautoriteit die verantwoordelijk is voor de plaats waar hij/zij is gevestigd.

Dit betekent dat deze natuurlijke persoon geregistreerd moet worden door de douaneautoriteit in de lidstaat waarin hij/zij zijn/haar normale verblijfplaats heeft.

De doorslaggevende factor is zijn/haar verblijfplaats.

Er dient aan herinnerd te worden dat het EORI-nummer geldig is in gans de Unie.

De registratie in een bepaalde lidstaat verhindert bijgevolg niet dat het betrokken EORI-nummer in eender welke andere lidstaat gebruikt kan worden.

Voorbeeld

Een natuurlijke persoon die zijn/haar normale verblijfplaats in Frankrijk heeft maar in België zijn/haar professionele activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen, moet geregistreerd worden door de Franse douaneautoriteiten.

Omdat de identiteit van deze persoon niet is veranderd, bestaat er geen noodzaak om de registratie te wijzigen en om een EORI-nummer in België aan te vragen.

b) Een natuurlijke persoon die verhuist.

Indien een natuurlijke persoon die een EORI-nummer heeft dat is toegekend door de

lidstaat waar de persoon zijn/haar normale verblijfplaats heeft, van de lidstaat van afgifte

naar een andere lidstaat verhuist, moet hij/zij geen nieuw EORI-nummer aanvragen.

Voorbeeld

Een natuurlijke persoon die met een EORI-nummer is geregistreerd in België en die daar in het kader van zijn/haar bedrijfsvoering activiteiten verricht die onder de douanewetgeving vallen, brengt zijn/haar normale verblijfplaats over van België naar Duitsland, terwijl zijn/haar bedrijfsactiviteiten in België blijven plaatsvinden.

Omdat de identiteit van deze persoon niet is veranderd, kan de registratie ook onveranderd blijven. Deze persoon moet zijn/haar Belgisch EORI-nummer blijven gebruiken en moet enkel in de EORI-gegevensbank zijn/haar normale verblijfplaats aanpassen.

c) De houder van een ATA- of CPD-carnet

Hoewel de vermelding van het EORI-nummer op een ATA- of CPD-carnet niet is vereist, moet een in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer die de houder is van een dergelijk carnet zich evenwel registreren overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU.

Voorbeeld

Een Duitse marktdeelnemer die met een ATA-carnet goederen aangeeft voor tijdelijke

uitvoer in het kader van een tentoonstelling moet in de EORI-gegevensbank

geregistreerd zijn.

3.2. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

3.2.1. Algemeen

§ 16. Een niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer die niet over een EORI-nummer beschikt, moet zich overeenkomstig artikel 9, lid 2 van het DWU registreren bij de douaneautoriteit die verantwoordelijk is voor de plaats waar deze marktdeelnemer voor het eerst een aangifte indient of een beschikking aanvraagt.

3.2.2. Noodzaak tot registratie

§ 17. Een niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer moet zich overeenkomstig artikel 5 van de DWU DA registreren voordat hij/zij:

1) in het douanegebied van de Unie een andere dan één van de volgende douaneaangiften indient:

wederuitvoer om deze regeling aan te zuiveren;

2) een summiere aangifte bij uitgaan of een summiere aangifte bij binnenbrengen indient in het douanegebied van de Unie of in een derde land waar een overeenkomst inzake douaneveiligheid tussen de Unie en het betrokken derde land voorziet in het gebruik van een elektronisch EU-systeem;

3) een aangifte tot tijdelijke opslag indient in het douanegebied van de Unie;

4) optreedt als een vervoerder met het oog op vervoer over zee, over de binnenwateren of door de lucht;

5) optreedt als een vervoerder die is aangesloten op het douanesysteem en een van de kennisgevingen wenst te ontvangen waarin de douanewetgeving voorziet in verband met de indiening of de wijziging van de summiere aangifte bij binnenbrengen;

6) verzoekt om registratie en visering van het bewijs van douanestatus van Uniegoederen.

§ 18. Hierna wordt bijkomende informatie gegeven over bepaalde punten van § 17.

Opmerkingen bij punt 1) a.

Met een douaneaangifte overeenkomstig de artikelen 135 t/m 144 van de DWU DA wordt het volgende bedoeld:

- een mondelinge aangifte, zoals uiteengezet in de artikelen 135 t/m 137 van de DWU DA;

- een douaneaangifte door een andere handeling, zoals uiteengezet in de artikelen 138 t/m 142 van de DWU DA;

- een papieren douaneaangifte, zoals uiteengezet in artikel 143 van de DWU DA;

- een aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van zendingen met een geringe waarde, zoals uiteengezet in artikel 143 bis van de DWU DA;

- een douaneaangifte voor goederen in postzendingen, zoals uiteengezet in artikel 144 van de DWU DA.

Opmerkingen bij punt 1) b.

Marktdeelnemers die niet in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd, moeten zich wel bij de douaneautoriteiten registreren voordat zij een douaneaangifte indienen om goederen onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen, dan wel een aangifte tot wederuitvoer indienen om deze regeling aan te zuiveren, wanneer registratie vereist is om gebruik te maken van het gemeenschappelijke systeem voor het beheer van zekerheden.

Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers die houder zijn van ATA- of CPD-carnets, moeten geen EORI-nummer aanvragen om goederen onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen of om een aangifte tot wederuitvoer in te dienen om deze regeling aan te zuiveren.

Voorbeeld

Een Canadese marktdeelnemer die goederen aangeeft voor tijdelijke invoer met een ATA-carnet, moet geen EORI-nummer aanvragen.

Opmerking bij punt 1) c.

Marktdeelnemers die gevestigd zijn in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, moeten zich wel bij de douaneautoriteiten registreren voordat zij een douaneaangifte indienen in het kader van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, wanneer die aangifte wordt ingediend in plaats van een summiere aangifte bij binnenbrengen of wordt gebruikt als een aangifte vóór vertrek.

Opmerking bij punt 1) d.

Marktdeelnemers die in Andorra of San Marino zijn gevestigd, moeten zich wel bij de douaneautoriteiten registreren voordat zij een douaneaangifte indienen in het kader van de regeling Uniedouanevervoer, wanneer die aangifte de gegevens bevat van een summiere aangifte bij binnenbrengen of wordt gebruikt als een aangifte vóór vertrek.

Opmerking bij punt 4

Marktdeelnemers die optreden als vervoerder met het oog op vervoer over zee, over de binnenwateren of door de lucht en aan wie een uniek derdeland-identificatienummer is toegekend in het kader van een door de Unie erkend partnerschapsprogramma met het bedrijfsleven van een derde land, moeten zich niet registreren.

3.2.3. Tijdstip van registratie

§ 19. Aangezien de registratieprocedure vanwege administratieve procedures uit hoofde van de nationale wetgeving van de lidstaat meerdere dagen in beslag kan nemen, is het voor niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers aangeraden om zich vooraf te registreren in de lidstaat waar zij van plan zijn om voor het eerst met één van de in § 17 bedoelde activiteiten te beginnen.

3.3. Andere personen dan marktdeelnemers

§ 20. Artikel 9, lid 3 van het DWU bepaalt dat andere personen dan marktdeelnemers niet verplicht zijn om zich door de douaneautoriteiten te laten registeren, tenzij anders wordt bepaald. De zinsnede ‘tenzij anders bepaald’ wordt uiteengezet in artikel 6 van de DWU DA.

§ 21. Andere personen dan marktdeelnemers moeten zich overeenkomstig artikel 6, lid 1 van de DWU DA registreren bij de douaneautoriteiten wanneer één van de volgende voorwaarden is vervuld:

a) deze registratie is vereist krachtens de Uniewetgeving of de wetgeving van een lidstaat (een dergelijke registratie is niet vereist krachtens de Belgische wetgeving);

b) de persoon verricht handelingen waarvoor een EORI-nummer moet worden verstrekt overeenkomstig bijlage A en bijlage B van de DWU DA.

§ 22. Wanneer een andere persoon dan een marktdeelnemer een mondelinge douaneaangifte verricht, is een EORI-nummer niet vereist.

Andere personen dan marktdeelnemers die houder zijn van ATA-carnets of CPD-carnets, moeten

geen EORI-nummer aanvragen om goederen onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen of om

een aangifte tot wederuitvoer in te dienen om deze regeling aan te zuiveren.

§ 23. Registratie is niet vereist wanneer overeenkomstig artikel 6, lid 2 van de DWU DA een andere persoon dan een marktdeelnemer slechts incidenteel een douaneaangifte indient en de douaneautoriteiten dit gerechtvaardigd achten.

De douaneautoriteit van een lidstaat kan naargelang van de specifieke omstandigheden het maximale aantal douaneaangiften per jaar bepalen dat deze persoon kan indienen zonder een EORI-nummer toegekend te moeten krijgen. De AADA heeft vooralsnog niet bepaald hoeveel douaneaangiften een andere persoon dan een marktdeelnemer per jaar maximaal kan indienen zonder een EORI-nummer toegekend te moeten krijgen.

3.3.1. Particulier

§ 24. Een particulier is een natuurlijke persoon die geen als zodanig handelende belastingplichtige is zoals omschreven in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna ‘Btw-richtlijn genoemd).

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea van de Btw-richtlijn wordt als 'belastingplichtige' beschouwd eenieder die, op ongeacht welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit.

Op nationaal vlak werd artikel 9, lid 1, eerste alinea van de Btw-richtlijn omgezet in artikel 4, § 1 van het Btw-Wetboek, waarin wordt bepaald dat een belastingplichtige eenieder is die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.

§ 25. Uit de bepalingen van § 24 vloeit voort dat een particulier een natuurlijke persoon is die geen economische activiteit verricht: aangezien er geen sprake is van bedrijfsvoering, beantwoordt een particulier bijgevolg niet aan de definitie van marktdeelnemer.

Een particulier moet bijgevolg beschouwd worden als een andere persoon dan een marktdeelnemer.

3.3.2. Diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie, diplomatieke missies van derde landen, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties

§ 26. Diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie en diplomatieke missies van

derde landen moeten geen EORI-nummer aanvragen.

Voorbeeld

De Belgische ambassade in Helsinki is geen marktdeelnemer in de zin van artikel 5, punt 5) van het DWU. Registratie overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU is dan ook niet vereist.

Als registratie om pragmatische redenen wel nodig is, bijvoorbeeld omdat de Belgische ambassade in Helsinki handelingen verricht waarvoor krachtens artikel 9, lid 3, onder a) van het DWU een EORI-nummer moet worden verstrekt, is de Finse douane de bevoegde autoriteit voor de afgifte van het EORI-nummer, aangezien de Belgische ambassade in Helsinki in Finland is gevestigd.

§ 27. Bij internationale organisaties moet de situatie geval per geval worden bekeken.

Als algemene regel (met bepaalde uitzonderingen) verrichten internationale organisaties geen

activiteiten die onder de douanewetgeving vallen en oefenen zij geen "bedrijfsactiviteiten" uit.

Het kan echter niet worden uitgesloten dat zij in sommige gevallen een activiteit verrichten die wel onder de douanewetgeving valt waarvoor zij dus wel een EORI-nummer toegewezen zullen krijgen.

§ 28. Bij niet-gouvernementele organisaties moet de situatie eveneens geval per geval worden bekeken.

In principe worden deze organisaties beschouwd als andere personen dan marktdeelnemers.

De activiteiten van niet-gouvernementele organisaties kunnen echter een zakelijk karakter hebben en onder de douanewetgeving vallen. Sommige van deze organisaties zullen dus als marktdeelnemer worden aangemerkt en een EORI-nummer moeten hebben, ook al is het merendeel van hun invoer- en uitvoerverrichtingen vrijgesteld van douanerechten.

3.3.3. Militaire organisaties

§ 29. Militaire organisaties worden beschouwd als een andere persoon dan een marktdeelnemer en moeten daarom worden geregistreerd als:

- deze registratie is vereist krachtens Uniewetgeving of nationale wetgeving of

- zij betrokken zijn bij verrichtingen waarvoor een EORI-nummer moet worden verstrekt en

- de douaneautoriteiten van de lidstaten oordelen dat de militaire organisaties niet slechts incidenteel douaneaangiften indienen.

3.3.4. Aanvragers en hun vertegenwoordigers die douaneautoriteiten verzoeken maatregelen te nemen met betrekking tot goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht

§ 30. Aanvragers en hun vertegenwoordigers die douaneautoriteiten verzoeken maatregelen te nemen met betrekking tot goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht worden beschouwd als andere personen dan marktdeelnemers en moeten daarom worden geregistreerd in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6, lid 1, punt a), van de DWU DA.

Registratie is vereist op grond van de Uniewetgeving met betrekking tot de handhaving van intellectuele eigendomsrechten door de douane (bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1209 van de Commissie houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1352/2013 tot vaststelling van de formulieren waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane).

4. Plaats van registratie

4.1. In het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

4.1.1. Principe

§ 31. In het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers worden overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU geregistreerd bij de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaats waar zij gevestigd zijn.

Voorbeeld

Een in Duitsland gevestigde onderneming dient in België een invoeraangifte in: aangezien deze onderneming in Duitsland is gevestigd, moet het door de Duitse douane een EORI-nummer toegekend krijgen, ook al worden alle douaneactiviteiten in België verricht.

4.1.2. Marktdeelnemers met hun statutaire zetel of hoofdbestuur in een derde land maar met een vaste inrichting in het douanegebied van de Unie

§ 32. Marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in het douanegebied van de Unie over een vaste inrichting beschikken, worden overeenkomstig artikel 5, punt 31) van het DWU beschouwd als zijnde gevestigd in dit douanegebied.

Het adres van de statutaire zetel of het hoofdbestuur is vermeld in de EORI-gegevensbank maar het adres van de vaste inrichting in het douanegebied van de Unie is daarin nog niet opgenomen. Dit zal pas het geval zijn vanaf 1 maart 2027 (zie ook de bijlagen IV en V).

§ 33. Marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben, kunnen over vaste inrichtingen in verschillende lidstaten beschikken en hebben daarbij de keuze om hun EORI-nummer aan te vragen in één van deze lidstaten. De lidstaat waar deze registratie gebeurt, moet een duplicatie van EORI-nummers voorkomen: zij moet nagaan of de betrokken marktdeelnemer niet reeds is geregistreerd in een andere lidstaat waar hij/zij een vaste inrichting heeft.

§ 34. In specifieke gevallen laten marktdeelnemers die niet in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn, zich overeenkomstig artikel 9, lid 2 van het DWU registreren door de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaats waar zij voor het eerst een aangifte of een aanvraag voor een beschikking hebben ingediend. Marktdeelnemers die in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn, laten zich overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU registreren bij de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaats waar zij gevestigd zijn.

§ 35. Uit de bepalingen van § 34 vloeit voort dat een marktdeelnemer uit een derde land aan wie overeenkomstig artikel 9, lid 2 van het DWU door een lidstaat reeds een EORI-nummer werd toegekend, zal beschouwd worden als zijnde in het douanegebied van de Unie gevestigd nadat hij in een lidstaat een vaste inrichting heeft opgericht. Dit betekent dat de betrokken marktdeelnemer zich dan overeenkomstig artikel 9, lid 1 van het DWU moet registreren bij de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaats waar hij/zij gevestigd is en de oorspronkelijke registratie moet ongeldig gemaakt worden indien de vaste inrichting in een andere lidstaat werd opgericht.

Voorbeeld

Aan een marktdeelnemer met een statutaire zetel in Australië werd een EORI-nummer toegekend door de Duitse douaneautoriteiten omdat deze marktdeelnemer in Duitsland voor het eerst een douaneaangifte had ingediend.

Nadat het EORI-nummer door de Duitse douane werd toegekend, heeft de marktdeelnemer in België een vaste inrichting opgericht. Vanaf het moment van oprichting van deze vaste inrichting in België moet de marktdeelnemer de bepalingen van artikel 9, lid 1 van het DWU volgen en moet hij/zij zich registreren bij de Belgische douaneautoriteiten, zijnde de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaats waar hij/zij gevestigd is. Aangezien elke persoon overeenkomstig artikel 7, lid 2 van de DWU IA slechts één uniek EORI-nummer ontvangt, moet de marktdeelnemer aan de Duitse douaneautoriteiten vragen om het Duitse EORI-nummer ongeldig te maken.

4.1.3. Specifiek geval van multinationals

§ 36. Multinationals bestaan doorgaans uit een moederbedrijf en meerdere entiteiten die elk een afzonderlijke rechtspersoon vormen, m.a.w. een aparte juridische entiteit die in het lokale ondernemingsregister is ingeschreven overeenkomstig het ondernemingsrecht van de lidstaat waar die entiteit is gevestigd, of anders de vorm hebben van een vereniging van personen die als handelingsbekwaam wordt erkend zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten.

Enkel “personen” in de zin van artikel 5, punt 4 van het DWU kunnen een EORI-nummer krijgen. Om te bepalen waar het EORI-nummer wordt afgegeven, moet dus worden nagegaan of de betrokken marktdeelnemer in een bepaalde lidstaat een “persoon” is. Elke entiteit die een afzonderlijke "persoon" is en "zich in het kader van zijn bedrijfsvoering bezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen" kan een eigen EORI-nummer krijgen.

Voorbeeld

Moederbedrijf M is gevestigd in Duitsland en verricht geen activiteiten die onder de douanewetgeving vallen. Dit bedrijf heeft twee entiteiten: E1, ingeschreven in België, en E2, ingeschreven in Nederland. Beide entiteiten zijn rechtspersonen en verrichten activiteiten die onder de douanewetgeving vallen.

Wie moet een EORI-nummer krijgen?

Moederbedrijf M kan geen EORI-nummer krijgen omdat het geen marktdeelnemer is in de zin van

artikel 5, punt 5) van het DWU (het houdt zich in het kader van zijn bedrijfsvoering namelijk niet bezig met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen). De entiteiten vallen echter wel onder de verplichting van artikel 9 van het DWU en moeten een EORI-nummer hebben aangezien zij beantwoorden aan de definitie van marktdeelnemer: entiteit E1 krijgt een EORI-nummer van de Belgische douaneautoriteiten en entiteit E2 van de Nederlandse douaneautoriteiten.

§ 37. Sommige entiteiten van een moederbedrijf zijn geen “persoon” in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU. Het gaat dan om filialen, kantoren, bedrijfsruimten of andere locaties van het moederbedrijf zelf. Dergelijke entiteiten kunnen geen EORI-nummer krijgen.

Het beantwoorden aan de definitie van “persoon” is heel belangrijk, aangezien enkel “personen” kunnen optreden of partij zijn bij douanetransacties, zoals een douaneaangifte indienen of een vergunning krijgen voor een bijzondere douaneregeling.

Ter verduidelijking zijn hieronder drie voorbeelden opgenomen.

Voorbeeld 1

Moederbedrijf M is gevestigd in België en verricht activiteiten die in meerdere lidstaten onder de douanewetgeving vallen. Dit bedrijf heeft de volgende entiteiten:

- E1, gevestigd in Frankrijk;

- E2, gevestigd in Duitsland en

- E3, gevestigd in Nederland.

Geen van deze entiteiten is een "persoon" in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU.

Wie moet een EORI-nummer krijgen?

Moederbedrijf M krijgt een EORI-nummer van de Belgische douane omdat het een in België gevestigde marktdeelnemer is, m.a.w. een persoon die zich in het kader van zijn/haar bedrijfsvoering bezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen.

De entiteiten (E1, E2 en E3) krijgen geen EORI-nummer omdat geen van hen een "persoon" is in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU.

Wanneer moederbedrijf M een invoeraangifte indient voor goederen die worden geleverd aan één van haar entiteiten, moet het EORI-nummer van moederbedrijf M dus vermeld worden op deze aangifte.

Voorbeeld 2

Moederbedrijf M is gevestigd in Italië en heeft de volgende entiteiten:

- E1, gevestigd in Oostenrijk;

- E2, gevestigd in Roemenië en

- E3, gevestigd in Griekenland.

Entiteit E1 is in Oostenrijk geregistreerd en is een rechtspersoon naar Oostenrijks recht.

De entiteiten E2 en E3 zijn volgens respectievelijk het Roemeense en Griekse recht geen rechtspersonen of verenigingen van personen die als handelingsbekwaam worden erkend zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten. Zij zijn dan ook geen "personen" in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU.

Moederbedrijf M en entiteit E1 verrichten activiteiten die in meerdere lidstaten onder de douanewetgeving vallen.

Wie moet een EORI-nummer krijgen?

Moederbedrijf M en entiteit E1 krijgen elk een EORI-nummer, omdat zij "marktdeelnemers" zijn in

de zin van artikel 5, punt 5) van het DWU: zij zijn personen en houden zich in het kader van hun

bedrijfsvoering bezig met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen. Moederbedrijf M krijgt een EORI-nummer van de Italiaanse douaneautoriteiten en entiteit E1 van de Oostenrijkse douaneautoriteiten.

De entiteiten E2 en E3 krijgen geen EORI-nummer, omdat zij geen van beide een "persoon" in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU zijn en daarom geen "marktdeelnemers" (kunnen) zijn.

Entiteit E1 kan een douaneaangifte indienen maar het is eveneens mogelijk dat moederbedrijf M een douaneaangifte indient voor de invoer van goederen die bij entiteit E1 worden geleverd. Wanneer moederbedrijf M een invoeraangifte indient voor goederen die worden geleverd aan één van de entiteiten E2 of E3, moet het EORI-nummer van moederbedrijf M vermeld worden op de deze aangifte.

Voorbeeld 3

Moederbedrijf M is een rechtspersoon met hoofdbestuur in Canada en heeft de volgende entiteiten:

- een statutaire zetel S1, gevestigd in Ierland;

- een statutaire zetel S2, gevestigd in Spanje en

- een statutaire zetel S3, gevestigd in Portugal.

Geen van de statutaire zetels S1, S2 of S3 is volgens het nationale recht van hun land van vestiging een rechtspersoon of een vereniging van personen die als handelingsbekwaam wordt erkend zonder de wettelijke status van rechtspersoon te bezitten. Geen van hen is daarom een "persoon" in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU.

Moederbedrijf M verricht via alle drie haar Europese entiteiten activiteiten die onder de douanewetgeving vallen.

Wie moet een EORI-nummer krijgen?

Moederbedrijf M beantwoordt aan de definitie van "marktdeelnemer": het is een persoon die zich in het kader van zijn bedrijfsvoering bezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen) en is ook in het douanegebied van de Unie gevestigd omdat ze haar statutaire zetels in het douanegebied van de Unie heeft (zie daartoe artikel 5, punt 31), onder b) van het DWU).

Moederbedrijf M zal een EORI-nummer moeten krijgen maar voor douanedoeleinden kunnen marktdeelnemers en andere personen echter slechts over één EORI-nummer beschikken.

Daarom kan moederbedrijf M, hoewel zij in verschillende lidstaten een statutaire zetel heeft, maar één enkel EORI-nummer aanvragen en gebruiken, dat is afgegeven door één van deze lidstaten, namelijk door Ierland, Spanje of Portugal. In de registratiegegevens wordt het adres van moederbedrijf M in Canada als vestigingsadres aangemerkt, ook al wordt zij ook beschouwd als zijnde gevestigd in de drie lidstaten door haar drie statutaire zetels aldaar. Voor marktdeelnemers met een adres in een derde land is het verplicht om aan te geven of de marktdeelnemer al dan niet

is gevestigd in het douanegebied van de Unie. Deze informatie moet ook in de registratie in de

EORI-gegevensbank opgenomen.

Er moet worden opgemerkt dat de statutaire zetels S1, S2 of S3 zich in meerdere lidstaten bevinden. Moederbedrijf M kan verplicht worden om in elk van deze lidstaten een identificatienummer aan te vragen, en te verkrijgen, voor andere dan douanezaken, zoals belastingen of statistieken (bijvoorbeeld een btw-nummer).

De statutaire zetels S1, S2 en S3 krijgen geen EORI-nummer omdat zij geen "personen" in de zin van artikel 5, punt 4) van het DWU zijn en daarom geen "marktdeelnemers" (kunnen) zijn in de zin van artikel 5, punt 5) van het DWU.

4.2. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers

§ 38. Een niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer heeft zijn/haar statutaire zetel of hoofdbestuur in een derde land en beschikt niet over een vaste inrichting in het douanegebied van de Unie. Deze marktdeelnemer moet zich overeenkomstig artikel 9, lid 2 van het DWU registreren bij de douaneautoriteit die verantwoordelijk is voor de plaats waar hij/zij voor het eerst een aangifte indient of een beschikking aanvraagt.

Voorbeeld

Een in Oekraïne gevestigde onderneming exploiteert de vervoermiddelen waarmee goederen het douanegebied van de Unie worden binnengebracht.

Deze onderneming oefent in meerdere lidstaten vervoersactiviteiten uit en zal in Polen haar eerste summiere aangifte bij binnenkomst indienen voor goederen die zij vervoert.

In deze summiere aangifte moet het EORI-nummer worden vermeld van degene die de aangifte indient. Om dit nummer te verkrijgen, moet de Oekraïense onderneming de nationale registratieprocedure van Polen volgen. Het toegekende EORI-nummer wordt gebruikt in de summiere aangifte bij binnenkomst en voor de identificatie van deze onderneming in haar toekomstige contacten met douaneautoriteiten in de Europese Unie.

§ 39. De in de § 38 bedoelde douaneautoriteit heeft het recht om de registratie te weigeren van een niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemer wanneer:

- deze douaneautoriteit gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de betrokken marktdeelnemer niet voor het eerst een aangifte zal indienen of een beschikking zal aanvragen in de lidstaat waar hij het EORI-nummer aanvraagt;

- de betrokken marktdeelnemer een nieuw EORI-nummer aanvraagt terwijl hij reeds beschikt over een EORI-nummer dat werd toegekend door een andere lidstaat (of door de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland).

5. Registratieprocedure

5.1. Algemeen

§ 40. De regels voor de registratieprocedure met het oog op de toekenning van een EORI-nummer worden bepaald door de bevoegde douaneautoriteiten van de lidstaten. Bij de registratie van een persoon verzamelen en bewaren de douaneautoriteiten de in bijlage 12-01 van de DWU DA vastgestelde gegevens betreffende die persoon: deze gegevens vormen het EORI-bestand. De douaneautoriteiten mogen de gegevens als omschreven in bijlage 12-01 van de DWU DA pas registreren na controle van de verstrekte informatie. De gegevensvereisten van de (huidige) bijlage 12-01 van de DWU DA zijn opgenomen in de bijlage II van deze circulaire.

§ 41. Alvorens een EORI-nummer toe te kennen, zouden de bevoegde douaneautoriteiten het EORI-systeem moeten raadplegen om na te gaan of de aanvrager niet reeds beschikt over een EORI-nummer. Bij de raadpleging zou moeten worden uitgegaan van de spelling van de naam van de persoon zoals opgegeven in de identificatiedocumenten. Om het risico van dubbele registraties als gevolg van een verkeerde schrijfwijze te voorkomen, moeten ook identificatienummers (zoals het btw-identificatienummer) worden gecontroleerd.

§ 42. Het algemene beginsel is dat het eerste EORI-nummer dat is toegewezen, moet worden

behouden en het tweede nummer ongeldig moet worden gemaakt (zie evenwel de bepalingen van de §§ 34 en 35 van deze circulaire). Dit beginsel kan alleen worden toegepast als het eerste afgegeven EORI-nummer correct is toegewezen, met inachtneming van alle wettelijke bepalingen. Daarom moet de eerste stap erin bestaan contact op te nemen met de marktdeelnemer om duidelijkheid te krijgen over de omstandigheden waarin om de tweede registratie is verzocht. Op basis van het verkregen antwoord kan de douaneautoriteit die de tweede registratie heeft verricht, besluiten het EORI-nummer ongeldig te verklaren. Indien de omstandigheden hiertoe aanleiding geven, moet de lidstaat die de tweede registratie heeft verricht, overleg plegen met de

lidstaat van de eerste registratie om één van de twee EORI-nummers ongeldig te maken.

§ 43. Om de registratieprocedure zo soepel mogelijk te laten verlopen, zouden de douaneautoriteiten van de afgevende lidstaat het nieuwe EORI-bestand zo snel mogelijk in het centrale EORI-systeem moeten uploaden, zodat de marktdeelnemer het EORI-nummer niet kan gebruiken voordat deze via het centrale EORI-systeem voor de andere nationale douaneadministraties beschikbaar is.

§ 44. De nodige informatie over de registratieprocedure in België is beschikbaar op de nationale EORI-website, te raadplegen via de link https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/financi%C3%ABn-eori/eori/algemene-info-eori.

§ 45. De bevoegde autoriteiten voor de registratie met het oog op de toekenning van een EORI-nummer in de verschillende lidstaten kunnen opgezocht worden op de TAXUD-website via de link

https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/ra_consultation.jsp?Lang=nl

Informatie over de in de vorige alinea bedoelde autoriteiten, evenals over de in elke lidstaat voorziene registratieprocedure, is opgenomen in het document ‘EORI national implementation dat geraadpleegd kan worden op de TAXUD-website via de link https://taxation-customs.ec.europa.eu/system/files/2022-06/EORI%20National%20implementation.pdf (enkel beschikbaar in het Engels).

5.2. Het centrale EORI-systeem

§ 46. De lidstaten hebben samengewerkt met de Commissie voor de oprichting van een gecentraliseerd elektronisch informatie- en communicatiesysteem dat overeenkomstig artikel 16, lid 1, van het DWU is opgezet voor de uitwisseling en opslag van informatie over EORI.

§ 47. In het centrale EORI-systeem worden de gegevens opgeslagen die worden vermeld in de tabel met gegevensvereisten van bijlage 12-01, titel I, hoofdstuk 3 van de DWU DA.

Deze gegevens en de toelichtingen hierbij zijn opgenomen in bijlage II van deze circulaire.

§ 48. De douaneautoriteiten werken met gebruikmaking van het centrale EORI-systeem samen met de Commissie voor de verwerking van de in bijlage 12-01, titel I, hoofdstuk 3 van de DWU DA bedoelde registratie- en identificatiegegevens van de marktdeelnemers en van andere personen en voor de uitwisseling van deze gegevens tussen de douaneautoriteiten onderling, en tussen die douaneautoriteiten en de Commissie.

§ 49. De douaneautoriteiten zorgen ervoor dat hun nationale systeem bijgewerkt, volledig en juist is.

§ 50. Sommige gegevens van de tabel met gegevensvereisten van bijlage 12-01, titel I, hoofdstuk 3 van de DWU DA moeten verplicht door de douaneautoriteiten worden verstrekt terwijl de aanlevering van andere gegevens facultatief is:

a) de gegevenselementen 1 t/m 5, 9, 10, 14 en 15 moeten verplicht doorgestuurd worden naar het centrale EORI-systeem terwijl

b) de gegevenselementen 6 t/m 8 en 11 t/m 13 op vrijwillige basis verstrekt kunnen worden.

Van de facultatief te verstrekken gegevens sturen de bevoegde Belgische douaneautoriteiten de gegevenselementen 7, 8, 11 en 12 naar het centrale EORI-systeem.

Telkens wanneer een nieuw EORI-nummer wordt toegekend of wijzigingen in de gegevens worden aangebracht, uploaden de douaneautoriteiten de verzamelde gegevens op regelmatige basis naar het centrale EORI-systeem.

§ 51. Voor gegevens die naar het centrale EORI-systeem worden geüpload, worden de in bijlage 12-01 van de DWU IA vermelde codes gebruikt. Deze codes zijn opgenomen in bijlage III van deze circulaire.

5.3. Toegang tot de centrale EORI-gegevensbank van de Europese Commissie

§ 52. In iedere lidstaat heeft de douaneautoriteit van die lidstaat rechtstreekse toegang tot de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II van deze circulaire.

Een replica van de centrale EORI-gegevensbank is in België gecreëerd op nationaal niveau. Deze nationale EORI-gegevensbank is toegankelijk voor alle ambtenaren der douane en accijnzen en kan geraadpleegd worden op de intranet-website via de link http://www.finbel.intra/EORIWeb/.

§ 53. Marktdeelnemers en andere personen dan marktdeelnemers hebben geen toegang tot de centrale EORI-gegevensbank, noch tot de nationale EORI-gegevensbank. Zij hebben enkel toegang tot een door de Europese Commissie beschikbaar gestelde openbare interface voor controle van de geldigheid van EORI-nummers in de centrale gegevensbank en voor toegang tot EORI-gegevens. Deze interface kan geraadpleegd worden via de link https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/eori_validation.jsp?Lang=nl.

5.4. De Belgische gegevensbronnen inzake EORI

5.4.1. Algemeen

§ 54. Met het oog op het verstrekken van de gegevens voor de centrale EORI-gegevensbank heeft de Belgische douane geen nieuwe gegevensbank gecreëerd omdat bepaalde gegevens reeds beschikbaar waren om de verplichtingen inzake EORI na te komen. Zodoende wordt de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) daarvoor gebruikt en, in voorkomend geval, het rijksregister.

Voor het toekennen van een EORI-nummer aan niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers of aan marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in het douanegebied van de Unie over een vaste inrichting beschikken, heeft de douane een nieuwe gegevensbank eigen aan de douane gecreëerd.

De voor de aanvoer van de centrale EORI-gegevensbank gebruikte Belgische gegevensbronnen worden hierna uiteengezet.

5.4.2. De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)

§ 55. Aangezien elke Belgische onderneming zich bij de KBO moet laten registreren en de Algemene Administratie van de Fiscaliteit zich baseert op deze gegevensbank voor de

btw-registratie, heeft de douane, vanuit het oogpunt van de administratieve vereenvoudiging, eveneens beslist om de KBO als gegevensbron te nemen. Zodoende zoekt de douane de gegevens van reeds gekende marktdeelnemers op in de KBO.

§ 56. Elke Belgische onderneming krijgt bij haar inschrijving in de KBO een ondernemingsnummer (KBO-nummer). Het gebruik van dat nummer is wettelijk verplicht. Het KBO-nummer is een uniek identificatienummer dat uit 10 cijfers bestaat en waarvan het eerste cijfer 0 of 1 is.

Een Belgisch EORI-nummer bestaat uit het KBO-nummer, voorafgegaan door ‘BE’.

Voorbeeld

Een onderneming beschikt over het KBO-nummer 0123.456.789 en dient een aanvraag voor een EORI-nummer in. Na aanvaarding van deze aanvraag wordt aan die onderneming het EORI-nummer BE0123456789 (zonder spaties en zonder punten) toegekend.

§ 57. De EORI-gegevens zullen slechts worden gewijzigd als ook de oorspronkelijke gegevensbron wordt gewijzigd, te weten de KBO. Door deze werkwijze verkrijgen alle partijen dezelfde informatie. De douane heeft bijgevolg geen enkele initiële bevoegdheid bij de wijziging van de gegevens in de KBO.

5.4.3. Het rijksregister van natuurlijke personen

§ 58. Voor een natuurlijke persoon die niet is geregistreerd in de KBO, wordt het rijksregister geraadpleegd om de nodige gegevens voor de registratie van deze persoon te verzamelen. Omwille van het vertrouwelijk karakter daarvan wordt dit registratienummer bij het rijksregister echter niet als zodanig gebruikt door het EORI-systeem. Zodoende wordt het rijksregisternummer door het EORI-systeem in een fiscaal identificatienummer omgezet, dat ”willekeurig” wordt verkregen en is samengesteld uit “BE + 12 cijfers“ dat het EORI-nummer zal vormen. Dit fiscaal identificatienummer verschijnt op de douaneaangifte bij de invoering van het rijksregisternummer.

§ 59. Voor de wijzigingen ter zake zijn de bepalingen van § 57 mutatis mutandis van toepassing, te weten dat de gegevens aan de bron moeten worden geregistreerd (in dit geval het rijksregister).

5.4.4. De eigen gegevensbron van de douane

§ 60. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers die de verplichting hebben om zich in België te laten registreren of marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in België over een vaste inrichting beschikken, moeten zich bij de Belgische douaneautoriteiten laten registreren. Deze registratie gebeurt bij de EORI-Cel (zie de §§ 66 t/m 68 hierna) en elke wijziging van de EORI-gegevens moet aan die cel worden meegedeeld.

§ 61. Het EORI- nummer vertoont in dat geval de volgende karakteristieken:

landencode voor de lidstaat van registratie (BE)

+ landencode van het derde land waar de marktdeelnemer is gevestigd of van het derde land waar de marktdeelnemer zijn/haar statutaire zetel of hoofdbestuur heeft

+ 6 cijfers (volgnummer).

Voorbeeld

Een Australische marktdeelnemer laat zich in België registreren en ontvangt het volgnummer 000019.

Aan deze marktdeelnemer wordt het EORI-nummer BEAU000019 toegekend:

- BE voor de lidstaat van registratie (altijd België);

- AU voor het land van vestiging (Australië);

- 000019 (het betreft de 19de registratie).

5.5. Tijdstip van indiening van de aanvraag tot registratie

§ 62. De betrokken persoon moet beslissen of hij/zij de publicatie van bepaalde van zijn gegevens op de EORI-website van TAXUD al dan niet aanvaardt (zie daartoe § 75 hierna) en bezorgt de gegevens van een contactpersoon.

§ 63. De in België gevestigde personen die nog geen douaneactiviteit in België hebben uitgeoefend, zullen zich vóór aanvang van hun eerste douaneactiviteit bekend moeten maken bij de EORI-Cel (zie daartoe de §§ 69 en 70 hierna).

§ 64. Voor de niet in België maar in een andere lidstaat van de Unie gevestigde personen moet de aanvraag ingediend worden bij de bevoegde douaneautoriteit in de betrokken lidstaat.

§ 65. Voor de niet in het douanegebied van de Unie gevestigde personen die nog niet in een andere lidstaat werden geregistreerd en voor marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in België over een vaste inrichting beschikken, moet de aanvraag vóór aanvang van de allereerste douaneactiviteit in België ingediend worden bij de EORI-Cel (zie daartoe de §§ 71 t/m 73 hierna).

5.6. De voor de registratie verantwoordelijke Belgische douaneautoriteit

§ 66. De EORI-Cel van de Administratie Operaties is de voor registratie verantwoordelijke Belgische douaneautoriteit.

§ 67. De EORI-Cel is verantwoordelijk voor de:

- ontvangst en de verwerking van de aanvragen voor nieuwe registraties;

- behandeling van de toelating tot of van de weigering van de publicatie van bepaalde gegevens op de EORI-website van TAXUD;

- betrekkingen met

§ 68. De (contact)gegevens van de EORI-Cel zijn:

- adres:

AADA - Administratie Operaties

EORI-Cel

Koning Albert II-laan, 33, bus 372

1030 Brussel

- website: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/financiën-eori/eori

- e-mail: eori.be@minfin.fed.be

5.6.1. De nieuwe aanvragen voor registratie in België

§ 69. De in België gevestigde personen die zich inzake EORI in België moeten registreren, moeten het formulier AANVRAAG/BE/EORI/A3 indienen.

§ 70. Deze aanvraag bevat eveneens de mogelijkheid om de publicatie van bepaalde gegevens op de openbare EORI-website van TAXUD toe te laten of te weigeren. Dit formulier kan gedownload worden op de EORI-website (zie de link in § 44). Het moet naar behoren ingevuld worden en teruggezonden worden naar de EORI-Cel vóór aanvang van elke douaneactiviteit.

§ 71. Het formulier AANVRAAG/BE/EORI/A4 moet voor de registratie inzake EORI ingediend worden door:

- niet in het douanegebied van de Unie gevestigde personen die in België hun eerste douaneverrichtingen willen uitvoeren;

- marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in België over een vaste inrichting beschikken en nog geen Belgisch EORI-nummer hebben.

§ 72. Deze aanvraag bevat eveneens de mogelijkheid om de publicatie van bepaalde gegevens op de openbare EORI-website van TAXUD toe te laten of te weigeren. Dit formulier kan gedownload worden op de EORI-website (zie de link in § 44). Het moet naar behoren ingevuld worden en teruggezonden worden naar de EORI-Cel vóór aanvang van elke douaneactiviteit.

§ 73. Bij de aanvraag zal de EORI-Cel er in het bijzonder op toezien dat er niet reeds in een andere lidstaat een registratie heeft plaatsgevonden. In voorkomend geval zal de aanvraag ongeldig zijn voor zover het dezelfde marktdeelnemer betreft.

§ 74. De identiteit van niet in het douanegebied van de Unie gevestigde personen kan als volgt worden bevestigd:

- in het geval van natuurlijke personen: een geldig paspoort of ander reisdocument (zie daartoe artikel 6 van Verordening (EU ) 2016/399 van het Europees Parlement en de

Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PBEU L 77 van 23 maart 2016);

- in het geval van rechtspersonen of verenigingen van personen: aan de hand van een document van het handelsregister (origineel of gewaarmerkt afschrift van een

officieel document met identificatiegegevens, dat is afgegeven door de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het handelsregister of door een kamer van koophandel in

de Europese Unie of in een derde land).

5.6.2. De toelating tot de publicatie van bepaalde gegevens op de EORI-website van TAXUD

§ 75. Op de formulieren AANVRAAG/BE/EORI/A3 en AANVRAAG/BE/EORI/A4 moet de aanvrager aanduiden of hij instemt met de publicatie van zijn/haar naam en adres op de openbare EORI-website van TAXUD. Indien met deze aanvraagformulieren geen toelating tot publicatie van deze gegevens was gegeven en men dit wenst te wijzigen, dan moet de betrokken persoon deze toelating geven door het invullen van het formulier TOELATING/EORI/A2. Dit formulier kan gedownload worden op de EORI-website (zie de link in § 44). Het moet naar behoren ingevuld worden en teruggezonden worden naar de EORI-Cel.

6. Bescherming van persoonsgegevens en EORI

6.1. Algemeen

§ 76. Het EORI-systeem en de gegevens die worden uitgewisseld tussen het EORI-systeem en de nationale geautomatiseerde systemen, moeten voldoen aan de bepalingen van de volgende verordeningen en besluiten betreffende beveiliging en bescherming van gegevens:

- Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna ‘algemene verordening gegevensbescherming’ genoemd);

- Verordening (EU) 2018/1725 van h et Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG;

- Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie;

- Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie van 10 januari 2017 over de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen binnen de Europese Commissie

§ 77. De lidstaten zijn de verwerkingsverantwoordelijken voor de persoonsgegevens die zij in de centrale EORI-gegevensbank hebben ingevoerd. De douaneautoriteiten van de lidstaten uploaden samen met de tijdens de registratieprocedure ontvangen registratiegegevens de EORI-nummers naar de EORI-gegevensbank. De douaneautoriteiten hebben toegang tot gegevens die door douaneautoriteiten van andere lidstaten zijn geüpload. Zij kunnen deze ook naar hun nationale gegevensbanken downloaden.

§ 78. De lidstaten moeten de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten betrekken bij het verzamelen en beheren van de gegevens die naar het centrale EORI-systeem worden geüpload.

§ 79. Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 15 t/m 20 en 34 van de ‘algemene verordening gegevensbescherming’ heeft de betrokkene recht:

- op toegang tot de hem of haar betreffende persoonsgegevens die door de centrale gegevensbank worden verwerkt;

- op informatie;

- op rectificatie;

- op gegevenswissing ("recht op vergetelheid");

- op beperking van de verwerking;

- op kennisgeving inzake rectificatie of wissing van persoonsgegevens of verwerkingsbeperking;

- op overdraagbaarheid van gegevens en

- te worden geïnformeerd over een inbreuk in verband met persoonsgegevens, transparantie en modaliteiten alsook de beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens.

6.2. Te verstrekken informatie

§ 80. Onverminderd nationale bepalingen ter uitvoering van de algemene verordening gegevensbescherming moet aan personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt met het oog op de afgifte van een EORI-nummer, het volgende worden meegedeeld (zie artikel 13 van de ‘algemene verordening gegevensbescherming’):

a) de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke;

b) in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;

c) de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, en de rechtsgrond voor de verwerking;

d) de ontvangers of categorieën ontvangers van de persoonsgegevens;

e) de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;

f) het bestaan van het recht om de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om toegang tot en rectificatie of wissen van de persoonsgegevens of beperking van de hem betreffende verwerking, of tegen de verwerking bezwaar te maken, alsmede het recht op gegevensoverdraagbaarheid;

g) het bestaan van het recht om de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan;

h) het recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;

i) het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van profilering, nuttige informatie over de onderliggende logica en het belang en de beoogde gevolgen van die verwerking voor de betrokkene;

j) wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer zulke belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, of de rechtmatige belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, zwaarder wegen dan die belangen;

k) in voorkomend geval, het feit dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een derde land of aan een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie bestaat; of, in het geval van de in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea van de algemene verordening gegevensbescherming bedoelde doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden geraadpleegd.

§ 81. De informatie wordt schriftelijk of met andere middelen, met inbegrip van, indien dit passend is, elektronische middelen, verstrekt. Indien de betrokkene daarom verzoekt, kan de informatie mondeling worden meegedeeld, op voorwaarde dat de identiteit van de betrokkene met andere middelen bewezen is.

6.3. Openbaarmaking van identificatie- en registratiegegevens

§ 82. De punten 1, 2 en 3 van de tabel met gegevensvereisten van bijlage 12-01, titel I,

hoofdstuk 3 van de DWU DA (EORI-nummer, de volledige naam van de persoon en het vestigings- of woonplaatsadres) mogen door de Commissie enkel op het internet worden gepubliceerd wanneer de betrokkene daarvoor vrijwillig, uitdrukkelijk en met kennis van zaken toestemming heeft gegeven.

§ 83. De betrokkene moet d.m.v. een specifieke verklaring of een ondubbelzinnige bevestigende handeling te kennen geven dat hij/zij de verwerking van zijn persoonsgegevens aanvaardt.

De toestemming voor een dergelijke openbaarmaking moet schriftelijk worden verleend.

§ 84. De bevoegde autoriteit (in België is dit de EORI-Cel) moet aan de betrokkene meedelen dat openbaarmaking niet verplicht is en dat het niet toestaan van openbaarmaking geen enkele invloed heeft op de verwerking van de aanvraag voor een EORI-nummer of op douaneformaliteiten waarbij deze persoon betrokken is. Dit betekent dat passende informatie moet worden gegeven over het feit dat de gegevens via het internet openbaar kunnen worden gemaakt, naast alle andere informatie waaruit blijkt dat de toestemming vrijwillig, uitdrukkelijk en op basis van volledige informatie wordt gegeven.

§ 85. Het verzoek om toestemming moet expliciet worden gedaan en in de tekst duidelijk worden gescheiden van eventuele andere informatie voor marktdeelnemers en andere personen. In België gebeurt dat via het formulier ‘TOELATING/EORI/A2’ (zie § 75) indien dat nog niet expliciet was gebeurd via de formulieren ‘AANVRAAG/BE/EORI/A3’ of ‘AANVRAAG/BE/EORI/A4’ (zie de §§ 69 t/m 72).

De nationale autoriteiten voor gegevensbescherming moeten worden geraadpleegd over de tekst van de toestemming.

§ 86. De persoon die schriftelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van zijn/haar persoonsgegevens, heeft het recht die schriftelijke toestemming te allen tijde in te trekken.

§ 87. Indien de betrokken persoon geen toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van zijn/haar persoonsgegevens, vermeldt de EORI-website enkel of het EORI-nummer al dan niet bestaat (op de wijze zoals voor het systeem VIES dat geldt inzake btw).

Via de link https://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/eos/eori_validation.jsp?Lang=nl kan de

geldigheid van een EORI-nummer nagegaan worden in de EORI-gegevensbank van de Commissie.

7. Betrokken partijen bij het EORI-systeem

7.1. De Europese Commissie

§ 88. De Europese Commissie levert de infrastructuur en is verantwoordelijk voor:

- de centrale opslag van de EORI-gegevens;

- het verzamelen van de nationale EORI-gegevens die door de lidstaten worden aangeleverd voor de centrale gegevensbank;

- de aanlevering van de EORI-gegevens aan de systemen van de lidstaten;

- de raadpleging van de EORI-gegevens en toetsing van de AEO-status aan de centraal opgeslagen gegevens;

- de beschikbaarstelling van een openbare interface voor controle van de geldigheid van EORI-nummers in de centrale gegevensbank en voor toegang tot de registratiegegevens;

- de beschikbaarstelling van een openbare interface voor toegang tot de lijst van autoriteiten die in de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de toekenning van EORI-nummers.

7.2. De lidstaten

§ 89. De lidstaten moeten eveneens enkele taken vervullen en bepaalde verantwoordelijkheden nakomen. Zij moeten in het bijzonder:

- bij het creëren van het EORI-nummer beslissen of een reeds toegekend nummer (zoals het btw-nummer) opnieuw zal worden gebruikt of dat een nieuw nummer moet gevormd worden;

- bepalen welke van de reeds op nationaal niveau geregistreerde gegevens relevant zijn voor het EORI-systeem;

- hun nationale EORI-gegevens op regelmatige basis aan het door de Europese Commissie beheerde centrale EORI-systeem aanleveren waarbij nadrukkelijk aangeraden wordt om de nieuwe registratiegegevens zo spoedig mogelijk te verzenden naar dit centrale systeem;

- zorgen voor een efficiënt beheer van het nationale systeem waarbij lidstaten die over een nationale EORI-gegevensbank beschikken, erop moeten toezien dat deze gegevensbank actueel en volledig is en de juiste gegevens bevat;

- nauwkeurige gegevens verstrekken en bijhouden in het document EORI national implementation waarin de informatie is opgenomen over de nationale uitvoering van het EORI-systeem in de lidstaten (zie de tweede alinea van § 45 van deze circulaire voor de link naar dit document).

Voorbeeld

Voor een in België gevestigde marktdeelnemer moet het EORI-nummer worden toegekend door de Belgische douane (in casu de EORI-Cel). In het geval dat de marktdeelnemer na de toekenning van het EORI-nummer een btw-identificatienummer krijgt van de Duitse belastingautoriteiten, is deze marktdeelnemer verplicht de douaneautoriteit van afgifte van het EORI-nummer (m.a.w. de Belgische douaneautoriteit) te verzoeken de gegevens in het EORI-systeem bij te werken.

7.3. De marktdeelnemers of andere personen

§ 90. De marktdeelnemers of (in voorkomend geval) andere personen dan marktdeelnemers moeten:

- de EORI-registratieprocedure starten bij de bevoegde douaneautoriteit van een lidstaat;

- de in de tabel met gegevensvereisten in bijlage 12-01, titel I, hoofdstuk 3 van de DWU DA vermelde inlichtingen verstrekken en, op verzoek van de bevoegde douaneautoriteit, de nodige documenten tot staving van de aanvraag van het EORI-nummer voorleggen (zie daartoe artikel 15, lid 1 van het DWU);

- de bevoegde douaneautoriteit van de lidstaat die het EORI-nummer heeft toegekend onmiddellijk in kennis stellen van elke wijziging van gegevens die het EORI-bestand vormen en, op verzoek van deze douaneautoriteit, de nodige bewijsstukken overleggen.

7.4. De externe gebruikers

§ 91. Externe gebruikers hebben niet zozeer taken en/of verantwoordelijkheden maar zij kunnen toegang krijgen tot een deel van de EORI-gegevens die beschikbaar zijn via het Europa-webportaal. Zij hebben toegang tot de openbare interface van het EORI-systeem (zonder wachtwoord of inlogprocedure) om te kunnen controleren of het EORI-nummer actief is en/of de

naam en het adres van de betrokkene na te gaan wanneer deze gegevens voor publicatie zijn vrijgegeven (zie § 53 van deze circulaire voor de link naar deze openbare interface).

8. Gebruik van het EORI-nummer

§ 92. Na de toekenning van een EORI-nummer moet dit unieke nummer bij alle douanetransacties en -activiteiten in de hele Unie worden gebruikt, telkens wanneer om dit identificatienummer wordt gevraagd.

§ 93. Door de voortdurende ontwikkeling en uitrol van de IT-systemen van het DWU wordt het gebruik van het EORI-nummer steeds belangrijker en complexer, omdat het niet meer alleen verband houdt met de douaneaangiften en de aangever, maar steeds meer situaties bestrijkt waarin het EORI-nummer vereist is voor andere partijen in de douaneprocessen.

§ 94. Eenieder die een douaneaangifte, een aangifte tot tijdelijke opslag, een summiere aangifte bij binnenbrengen, een summiere aangifte bij uitgaan, een aangifte tot wederuitvoer of een kennisgeving van wederuitvoer bij de douaneautoriteiten indient, of een aanvraag voor een vergunning of enige andere beschikking indient, aanvaardt overeenkomstig artikel 15, lid 2 a) van het DWU de aansprakelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de in de aangifte, de kennisgeving of de aanvraag verstrekte inlichtingen. Eén van deze inlichtingen is het vermelden van het EORI-nummer in de daartoe bestemde gegevenselementen.

§ 95. Het gebruik van het EORI-nummer is verplicht:

- in bepaalde gegevenselementen van

- bij de aanvraag van een beschikking of een vergunning;

- in bepaalde gevallen op ATA- of CPD-carnets (zie de §§ 128 en 129).

§ 96. Omdat de registratieprocedure vanwege administratieve procedures uit hoofde van de nationale wetgeving van de lidstaat een aantal dagen in beslag kan nemen, moeten marktdeelnemers aan wie nog geen EORI-nummer is toegekend de registratieprocedure vooraf starten, m.a.w. voordat zij bijvoorbeeld een douaneaangifte indienen.

Wanneer de registratie pas op het laatste moment wordt aangevraagd, kan vertraging ontstaan (bijvoorbeeld bij de verwerking van de betrokken douaneaangifte) omdat informatie over het nieuw toegewezen EORI-nummer niet beschikbaar is in de elektronische systemen van de douane.

§ 97. In dit hoofdstuk wordt eveneens een nadere toelichting gegeven over:

- de begrippen ‘ad-hocnummer’ en ‘derdeland-identificatienummer’;

- de ongeldigverklaring van een EORI-nummer;

- de intrekking van de globale btw-nummers in de EORI-gegevensbank.

8.1. Gebruik van het EORI-nummer op summiere aangiften

§ 98. De summiere aangifte die moet worden ingediend wanneer goederen het douanegebied van de Unie worden binnengebracht (zie artikel 127, lid 1 van het DWU) of verlaten (zie artikel 271, lid 1 van het DWU), bevat voor elke desbetreffende vervoerswijze of omstandigheid de informatie die in de kolommen A1 en A2 (voor wat de summiere aangifte bij uitgaan betreft) en in alle F-kolommen (voor wat de summiere aangifte bij binnenbrengen betreft) van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA is vermeld.

§ 99. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichtingen voor de gegevenssets A1 en A2 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist. In titel II van de bijlage B van de DWU DA is bepaald voor welke gegevenselementen van de F-gegevenssets een EORI-nummer is vereist.

8.2. Gebruik van het EORI-nummer op douaneaangiften

§ 100. Voor de plaatsing van goederen onder een douaneregeling moet overeenkomstig artikel 158, lid 1 van het DWU een douaneaangifte voor plaatsing onder de desbetreffende regeling gedaan worden. De douaneaangiften bevatten alle gegevens die vereist zijn voor de betrokken douaneregeling (zie de artikelen 162, 166 en 167 van het DWU).

§ 101. Naar gelang van de douaneregeling waaronder de goederen zijn geplaatst en van het soort aangifte (standaard of vereenvoudigd) bevat de douaneaangifte de informatie die is vermeld in de kolommen B1 t/m B4, C1, D1, D2, H1 t/m H7 en I1 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 102. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichtingen voor de B-gegevenssets, de gegevenssets C1, D1 en D2, de H-gegevenssets en de gegevensset I1 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.3. Gebruik van het EORI-nummer op aangiften tot wederuitvoer

§ 103. Voor niet-Uniegoederen die het douanegebied van de Unie verlaten, wordt bij het bevoegde douanekantoor een aangifte tot wederuitvoer ingediend (zie artikel 270, lid 1 van het DWU). Deze aangifte bevat de informatie die is vermeld in kolom B1 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 104. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset B1 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist op een aangifte tot wederuitvoer.

8.4. Gebruik van het EORI-nummer op aangiften voor tijdelijke opslag

§ 105. Bij de douane aangebrachte niet-Uniegoederen worden gedekt door een aangifte voor tijdelijke opslag die alle gegevens bevat die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor de tijdelijke opslag (zie artikel 145, lid 1 van het DWU). De in deze aangifte te vermelden informatie is opgenomen in de kolom G4 van de tabel met gegevensvereisten van

Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 106. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset G4 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.5. Gebruik van het EORI-nummer op het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

§ 107. Alle goederen in het douanegebied van de Unie worden vermoed Uniegoederen te zijn, tenzij wordt vastgesteld dat zij geen Uniegoederen zijn (zie artikel 153, lid 1 van het DWU). In specifieke gevallen waarin dit vermoeden niet van toepassing is, moet overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het DWU de douanestatus van Uniegoederen worden aangetoond. De in het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen (T2L/T2LF) te vermelden informatie is opgenomen in de kolom E1 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 108. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset E1 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.6. Gebruik van het EORI-nummer op kennisgevingen

§ 109. Het gebruik van het EORI-nummer is eveneens vereist op de kennisgevingen:

- van wederuitvoer;

- van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het

kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij uitvoer;

- van aanbrengen m.b.t. tot de vooraf ingediende aangifte voor douanevervoer;

- van aankomst;

- van aanbrengen;

- van aankomst in geval van overbrenging van goederen in het kader van tijdelijke opslag;

- van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij invoer.

8.6.1. Kennisgeving van wederuitvoer

§ 110. De wettelijke basis van een kennisgeving van wederuitvoer wordt gevormd door de artikelen 5, punt 14) en 274 van het DWU. De kennisgeving van wederuitvoer wordt ingediend in België wanneer niet-Uniegoederen als bedoeld in artikel 270, lid 3, onder b) van het DWU het douanegebied van de Unie verlaten en er wordt ontheffing verleend van de verplichting om voor die goederen een summiere aangifte bij uitgaan in te dienen. Deze kennisgeving bevat de nodige gegevens om de tijdelijke opslag te beëindigen, meer bepaald de informatie die is vermeld in kolom A3 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 111. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset A3 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.6.2. Kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij uitvoer.

§ 112. De wettelijke basis van een kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij uitvoer wordt gevormd door de artikelen 5, punt 33), 171 en 182 van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom C2 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 113. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset C2 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.6.3. Kennisgeving van aanbrengen m.b.t. de vooraf ingediende aangifte voor douanevervoer

§ 114. De wettelijke basis van een kennisgeving van aanbrengen m.b.t. tot de vooraf ingediende aangifte voor douanevervoer is artikel 171 van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom D4 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 115. In titel II van de bijlage B van de DWU DA is bepaald voor welke gegevenselementen van de gegevensset D4 een EORI-nummer is vereist.

8.6.4. Kennisgeving van aankomst

§ 116. De wettelijke basis van een kennisgeving van aankomst is artikel 133 van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom G2 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 117. In titel II van de bijlage B van de DWU DA is bepaald voor welke gegevenselementen van de gegevensset G2 een EORI-nummer is vereist.

8.6.5. Kennisgeving van aanbrengen

§ 118. De wettelijke basis van een kennisgeving van aanbrengen wordt gevormd door de artikelen 5, punt 33) en 139 van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom G3 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 119. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset G3 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.6.6. Kennisgeving van aankomst in geval van overbrenging van goederen in het kader van tijdelijke opslag

§ 120. De wettelijke basis van een kennisgeving van aankomst in geval van overbrenging van goederen in het kader van tijdelijke opslag is artikel 148, lid 5, punten b) en c) van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom G5 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 121. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset G5 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.6.7. Kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij invoer.

§ 122. De wettelijke basis van een kennisgeving van aanbrengen in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of in het kader van de indiening van een douaneaangifte vóór de aanbrenging van de goederen bij invoer wordt gevormd door de artikelen 5, punt 33), 171 en 182 van het DWU. Deze kennisgeving bevat de informatie die is vermeld in kolom I2 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 123. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset I2 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.7. Gebruik van het EORI-nummer op elektronische vervoersdocumenten

§ 124. De wettelijke basis van een elektronisch vervoersdocument wordt gevormd door de artikelen 5, punt 12), 162, 210 en 233, lid 4 e) van het DWU. Dit vervoersdocument bevat de informatie die is vermeld in kolom D3 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 125. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset D3 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.8. Gebruik van het EORI-nummer op douanemanifesten

§ 126. De wettelijke basis van een douanemanifest wordt gevormd door de artikelen 5, punt 23), 153, lid 2 en 155 van het DWU. Dit douanemanifest bevat de informatie die is vermeld in kolom E2 van de tabel met gegevensvereisten van Titel I, hoofdstuk 3 van de bijlage B van de DWU DA.

§ 127. Op de pagina https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/aangiften-kennisgeving-douanestatus/gegevenssets is in de toelichting voor de gegevensset E2 bepaald voor welke gegevenselementen een EORI-nummer is vereist.

8.9. Gebruik van het EORI-nummer op ATA- of CPD-carnets

§ 128. In het geval van in het douanegebied van de Unie gevestigde marktdeelnemers die houder zijn van ATA- of CPD-carnets, moet een EORI-nummer worden ingevuld:

- in vak A "Houder en adres" van de delen "uitvoer", "wederinvoer" en, indien van toepassing, "doorvoer" van het ATA-carnet;

- in vak 1 "Houder (naam en adres)" van de delen "uitvoer" en "invoer (wederinvoer in de Europese Unie)" van het CPD-carnet .

§ 129. Op de omslagen en stroken van de carnets mag het EORI-nummer niet worden vermeld, omdat de carnets internationale douanebescheiden zijn en het EORI-nummer alleen moet worden vermeld met het oog op de juiste toepassing van het DWU en de bijbehorende gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. In de desbetreffende overeenkomsten wordt niet om een EORI-nummer gevraagd.

8.10. Het begrip ‘ad-hocnummer

§ 130. Onder een "ad-hocnummer" wordt een nummer verstaan dat door de bevoegde douaneautoriteit kan worden toegekend (of geweigerd) voor de desbetreffende aangifte.

Dit nummer is geen EORI-nummer en wordt niet uitgewisseld in het EORI-systeem.

§ 131. Ad-hocnummers worden gebruikt in uitzonderlijke situaties, wanneer de persoon nog geen EORI-nummer heeft ontvangen of wanneer de persoon niet verplicht is zich voor een EORI-nummer te registreren, maar in overeenstemming met de bepalingen van de bijlage B van de DWU DA verplicht is om zijn identificatienummer in de douaneaangifte op te geven.

Ad-hocnummers kunnen niet worden gebruikt bij summiere aangiften bij binnenbrengen en uitgaan.

§ 132. Het beheer van een ad-hocnummer (dus over de vraag of en hoe een dergelijk nummer wordt toegekend) moet worden geregeld in de nationale bepalingen van de lidstaten.

Op Belgische douaneaangiften wordt geen gebruik gemaakt van een ad-hocnummer.

8.11. Het begrip ‘derdeland-identificatienummer’

§ 133. De Europese Unie heeft met derde landen internationale overeenkomsten gesloten met het oog op de wederzijdse erkenning van het AEO-programma en het partnerschapsprogramma met het bedrijfsleven van het derde land, teneinde de douanecontroles inzake veiligheid te vergemakkelijken. Daarom moeten in de transactiesystemen van de lidstaten niet alleen de AEO’s worden geïdentificeerd, maar ook de marktdeelnemers die lid zijn van de partnerschaps-programma’s met het bedrijfsleven van derde landen. Sommige personen mogen derhalve hun derdeland-identificatienummer vermelden.

§ 134. Een uniek derdeland-identificatienummer dat aan de Unie is meegedeeld, is als volgt opgebouwd:

8.12. Ongeldigverklaring van een EORI-nummer

§ 135. Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 9, lid 4 van het DWU en 7 van de DWU DA verklaren de douaneautoriteiten een EORI-nummer ongeldig in elk van de volgende gevallen:

a) op verzoek van de geregistreerde persoon;

b) wanneer de douaneautoriteit er kennis van heeft dat de geregistreerde persoon de activiteiten waarvoor de registratie vereist was, heeft gestaakt (bijvoorbeeld doordat

de douaneautoriteit toegang heeft tot documenten waaruit blijkt dat de onderneming haar bedrijfsvoering heeft gestaakt als gevolg van een faillissement).

§ 136. De douaneautoriteit registreert de datum van ongeldigverklaring van het EORI-nummer en deelt deze mee aan de geregistreerde persoon.

Wanneer een marktdeelnemer die zijn bedrijfsvoering heeft gestaakt, deze hervat, moet hij zich opnieuw registreren. In dat geval kan het oude EORI-nummer mogelijk opnieuw geactiveerd en gebruikt worden.

§ 137. Een EORI-nummer kan pas tien jaar na de vervaldatum uit de gegevensbank worden verwijderd.

8.13. Intrekking van de globale btw-nummers in de EORI-gegevensbank

§ 138. De globale btw-nummers beginnend met BE0796.5 en BE0796.6 werden op 5 september 2012 ingetrokken in de EORI-gegevensbank omdat zij geen geïndividualiseerde nummers zijn en bijgevolg niet beantwoorden aan het unieke karakter van een EORI-nummer.

§ 139. De intrekking van de globale btw-nummers in de EORI-gegevensbank betekent dat ze niet gebruikt mogen worden als identificatienummer voor douanedoeleinden. Ze mogen op douaneaangiften vanzelfsprekend wel nog steeds gebruikt worden voor btw-doeleinden, met name als aanvullende fiscale referenties in het gegevenselement 13 16 034 000 (bijvoorbeeld voor de vrijstelling van btw in geval van een intracommunautaire levering, hetgeen op de douaneaangifte wordt aangeduid door de vermelding van de code 42 of de code 63 in het gegevenselement 11 09 001 000 (Gevraagde regeling)).

9. Slot- of intrekkingsbepalingen

§ 140. De Circulaire 2020/C/141 betreffende EORI (Economic Operators Registration and Indentification - Registratie en identificatie van marktdeelnemers) wordt opgeheven en vervangen door de onderhavige circulaire.

Voor de Administrateur-generaal van de douane en accijnzen.

De Adviseur-generaal,

Jo LEMAIRE

---------------------------------------------

Interne ref.: D.I. 500 – DD 021.758

Bijlagen

Bijlage I : Definities

Aanbrengen bij de douane: mededeling aan de douaneautoriteiten dat de goederen bij het douanekantoor of op enige andere, door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen en beschikbaar zijn voor douanecontrole (artikel 5, punt 33) van het DWU);

Aangever: de persoon die in eigen naam een douaneaangifte, een aangifte tot tijdelijke opslag, een summiere aangifte bij binnenbrengen, een summiere aangifte bij uitgaan, een aangifte tot wederuitvoer of een kennisgeving van wederuitvoer indient, dan wel de persoon namens wie deze aangifte of deze kennisgeving wordt ingediend (artikel 5, punt 15) van het DWU);

Aangifte tot tijdelijke opslag: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze kenbaar maakt dat hij goederen in tijdelijke opslag plaatst (artikel 5, punt 11) van het DWU);

Aangifte tot wederuitvoer: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen, met uitzondering van die zich onder de regeling vrije zone bevinden of die in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen (artikel 5, punt 13) van het DWU);

ATA-carnet: een internationaal douanedocument voor tijdelijke invoer, afgegeven in het kader van de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul (artikel 1, punt 2 van de DWU DA);

Beschikking: elke beslissing welke verband houdt met de douanewetgeving die door een douaneautoriteit over een bepaald geval wordt genomen en die voor de betrokken persoon of betrokken personen rechtsgevolgen heeft (artikel 5, punt 39) van het DWU);

CPD-carnet: een internationaal douanedocument voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen, afgegeven in overeenstemming met de overeenkomst van Istanbul (artikel 1, punt 12 van de DWU DA);

Derde land: een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie (artikel 1, punt 11 van de DWU DA);

Douaneaangifte: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen, in voorkomend geval met opgave van eventuele specifieke procedures die moeten worden toegepast (artikel 5, punt 12) van het DWU);

Douaneautoriteiten: de douanediensten van de lidstaten die bevoegd zijn voor de toepassing van de douanewetgeving, en alle overige autoriteiten die krachtens het nationale recht belast zijn met de toepassing van bepaalde onderdelen van de douanewetgeving (artikel 5, punt 1) van het DWU);

Douaneformaliteiten: alle handelingen die door een persoon en door de douaneautoriteiten moeten worden verricht om aan de douanewetgeving te voldoen (artikel 5, punt 8) van het DWU);

Douaneregeling: één van de onderstaande regelingen waaronder goederen overeenkomstig het DWU kunnen worden geplaatst:

a) in het vrije verkeer brengen;

b) bijzondere regelingen;

c) uitvoer

(artikel 5, punt 16) van het DWU);

Douanestatus: de status van goederen, zijnde hetzij Unie-, hetzij niet-Uniegoederen (artikel 5, punt 22) van het DWU);

Douanewetgeving: het geheel van wetgeving bestaande uit de volgende elementen:

a) het DWU en de op niveau van de Unie of op nationaal niveau vastgestelde bepalingen ter aanvulling of uitvoering ervan,

b) het gemeenschappelijk douanetarief,

c) de wetgeving betreffende de instelling van een Unieregeling inzake douanevrijstellingen,

d) internationale overeenkomsten houdende douanevoorschriften, voor zover deze van toepassing zijn in de Unie,

e) Verordening (EU) 2022/2399 van het Europees Parlement en de Raad en de bepalingen ter aanvulling of uitvoering daarvan

(artikel 5, punt 2) van het DWU);

In het douanegebied van de Unie gevestigd persoon:

a) indien het een natuurlijk persoon betreft, eenieder die in het douanegebied van de Unie zijn normale verblijfplaats heeft,

b) indien het een rechtspersoon of een vereniging van personen betreft, elke persoon die zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of een vaste inrichting heeft in het douanegebied van de Unie;

(artikel 5, punt 31) van het DWU).

Kennisgeving van wederuitvoer: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen die zich onder een regeling vrije zone bevinden, of in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen (artikel 5, punt 14) van het DWU);

Marktdeelnemer: de persoon die zich in het kader van zijn bedrijfsvoering bezighoudt met activiteiten die onder de douanewetgeving vallen (artikel 5, punt 5) van het DWU);

Niet-Uniegoederen: andere dan de in de definitie van Uniegoederen bedoelde goederen of goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben verloren (artikel 5, punt 24 van het DWU);

Particulier: natuurlijke persoon die geen als zodanig handelende belastingplichtige is zoals omschreven in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (artikel 1, punt 31 van de DWU DA);

Persoon: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (artikel 5, punt 4) van het DWU);

Registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification number of EORI-nummer): een identificatienummer dat uniek is in het douanegebied van de Unie en door een douaneautoriteit aan een marktdeelnemer of een andere persoon wordt toegekend om hem voor douanedoeleinden te registreren (artikel 1, punt 18 van de DWU DA);

Summiere aangifte bij binnenbrengen: de handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen binnenkomen (artikel 5, punt 9) van het DWU);

Summiere aangifte bij uitgaan: de handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen verlaten (artikel 5, punt 10) van het DWU);

Tijdelijke opslag: de toestand van tijdelijk onder douanetoezicht opgeslagen niet-Uniegoederen tussen het moment waarop zij bij de douane zijn aangebracht en het moment waarop zij onder een douaneregeling zijn geplaatst of zijn weder uitgevoerd (artikel 5, punt 17) van het DWU);

Uniegoederen: goederen behorende tot een van de volgende categorieën:

a) goederen die geheel zijn verkregen in het douanegebied van de Unie zonder toevoeging van goederen die zijn ingevoerd uit landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie,

b) goederen die in het douanegebied van de Unie zijn binnengebracht uit landen of gebieden buiten dat gebied en die in het vrije verkeer zijn gebracht,

c) goederen die in het douanegebied van de Unie zijn verkregen of vervaardigd, hetzij uitsluitend uit goederen als bedoeld onder b), hetzij uit goederen als bedoeld onder a) en b)

(artikel 5, punt 23) van het DWU);

Vaste inrichting: een vaste vestiging voor bedrijfsuitoefening waar de nodige menselijke en technische hulpbronnen permanent voorhanden zijn en waarmee de douanetransacties van een persoon volledig of gedeeltelijk worden uitgevoerd (artikel 5, punt 32) van het DWU);

Vervoerder:

a) in de context van het binnenbrengen, de persoon die de goederen naar het douanegebied van de Unie brengt of die zich met het vervoer van de goederen naar het douanegebied van de Unie belast. Daarbij geldt echter het volgende:

i) bij gecombineerd vervoer wordt onder "vervoerder" de persoon verstaan die het

vervoermiddel bestuurt dat, nadat het op het douanegebied van de Unie is

binnengebracht, zichzelf zal voortbewegen als actief vervoermiddel;

ii) in het geval van zee- of luchtvervoer in het kader van een charterovereenkomst of

een overeenkomst voor het delen van laadruimte wordt onder "vervoerder" de

persoon verstaan die een overeenkomst sluit en het cognossement of de

luchtvrachtbrief afgeeft voor het feitelijke vervoer van de goederen naar het

douanegebied van de Unie;

b) in de context van het uitgaan, de persoon die de goederen uit het douanegebied van de Unie brengt of die zich met het vervoer van de goederen buiten het douanegebied van de Unie belast. Daarbij geldt echter het volgende:

i) bij gecombineerd vervoer, wanneer het actieve vervoermiddel dat het douanegebied

van de Unie verlaat slechts een ander vervoermiddel vervoert dat, na de aankomst

van het actieve vervoermiddel ter bestemming, zichzelf zal voortbewegen als een

actief vervoermiddel, wordt onder "vervoerder" de persoon verstaan die het

vervoermiddel dat zichzelf zal voortbewegen, zal besturen, nadat het vervoermiddel

dat het douanegebied van de Unie heeft verlaten ter bestemming is aangekomen;

ii) in het geval van zee- of luchtvervoer in het kader van een charterovereenkomst of

een overeenkomst voor het delen van laadruimte wordt onder "vervoerder" de

persoon verstaan die een overeenkomst sluit en het cognossement of de

luchtvrachtbrief afgeeft voor het feitelijke vervoer van de goederen uit het

douanegebied van de Unie;

(artikel 5, punt 40) van het DWU).

Bijlage II: Bijlage 12-01 van de DWU DA (t/m 28 februari 2027)

Artikel 3 van de DWU DA bepaalt dat de douaneautoriteiten bij de registratie van een persoon de in bijlage 12-01 van de DWU DA vastgestelde gegevens betreffende die persoon verzamelen en bewaren. Dit zijn de EORI-gegevens.

De bijlage 12-01 van de DWU DA is hieronder integraal opgenomen. In titel II bevatten bepaalde gegevenselementen een extra toelichting van de EORI-richtsnoeren.

BIJLAGE 12-01

GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR DE REGISTRATIE VAN MARKTDEELNEMERS EN ANDERE PERSONEN

TITEL I

Gegevensvereisten

HOOFDSTUK 1

Inleidende aantekeningen bij de tabel met gegevensvereisten

1. Het centrale systeem voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen bevat de gegevenselementen die in hoofdstuk 3 van titel I zijn omschreven.

2. De te verstrekken gegevenselementen zijn opgenomen in de tabel met gegevensvereisten. De specifieke bepalingen met betrekking tot elk gegevenselement in titel II doen geen afbreuk aan de status van de in de tabel met gegevensvereisten omschreven gegevenselementen.

3. De formaten van de in deze bijlage beschreven gegevensvereisten zijn gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, die overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), van het wetboek is vastgesteld.

4. Onderstaande symbolen „A” of „B” in hoofdstuk 3 laten onverlet dat bepaalde gegevens alleen worden verstrekt wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen.

5. Een EORI-registratie mag pas worden vernietigd nadat een wachttermijn van 10 jaar is verstreken na de vervaldatum.

HOOFDSTUK 2

Legende tabel

Deel 1

Opschriften van de kolommen

Deel 2

Symbolen in de vakken

HOOFDSTUK 3

Tabel met gegevensvereisten

TITEL II

Aantekeningen op de gegevensvereisten

Inleiding

De omschrijvingen en aantekeningen in deze titel zijn van toepassing op de gegevenselementen die in de tabel met gegevensvereisten in titel I zijn genoemd.

Gegevensvereisten

1. EORI-nummer

Het in artikel 1, punt 18), bedoelde EORI-nummer.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Ten behoeve van de registratie mogen de lidstaten een nummer gebruiken dat de bevoegde

autoriteiten voor fiscale, statistische of andere doeleinden reeds aan een marktdeelnemer of een andere persoon hebben toegekend.

2. Volledige naam van de persoon

Voor natuurlijke personen: naam van de persoon zoals vermeld in een reisdocument dat als geldig is erkend om de buitengrens van de Unie te overschrijden, of in het nationale personenregister van de lidstaat van verblijf.

Voor marktdeelnemers die in het ondernemingenregister van de lidstaat van vestiging zijn

opgenomen: wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals die in het ondernemingenregister van het land van vestiging is opgenomen.

Voor marktdeelnemers die niet in het ondernemingenregister van het land van vestiging zijn opgenomen: wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals vermeld in de oprichtingsakte.

3. Vestigingsadres/woonplaatsadres

Volledig adres van de plaats waar de persoon is gevestigd/woont, met inbegrip van de

identificator van het land of gebied.

4. Vestiging in het douanegebied van de Unie

Om aan te geven of de marktdeelnemer al dan niet in het douanegebied van de Unie is

gevestigd. Dit gegevenselement wordt alleen gebruikt voor marktdeelnemers met een adres

in een derde land.

5. Btw-identificatienummer(s)

Wanneer dat (die) door de lidstaten is (zijn) toegekend.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Elk individueel btw-identificatienummer begint met een landencode (tweeletterige ISO-code) die aangeeft welke lidstaat het nummer heeft toegekend. Griekenland is evenwel gerechtigd het prefix EL te hanteren.

Sinds 1 juli 2010 moeten btw-identificatienummers, indien toegekend door een lidstaat, aan het centrale EORI-systeem worden aangeleverd. Naargelang de situatie kan het hier om meer dan één btw-nummer (met een maximum van 99 nummers) gaan. Personen die in meerdere lidstaten belastbare activiteiten verrichten, zullen meer dan één btw-nummer hebben. Samen met het EORI-nummer hoeven echter alleen de btw-nummers te worden doorgezonden die aan deze persoon zijn toegekend (en niet bijvoorbeeld aan zijn dochteronderneming). De verantwoordelijke autoriteiten in de lidstaat van registratie zullen alle btw-nummers die zij hebben ontvangen van de personen aan wie een EORI-nummer wordt toegekend, aan het systeem moeten aanleveren, nadat zij de echtheid ervan hebben gecontroleerd.

De lidstaten moeten de btw-nummers uit het centrale EORI-systeem verwijderen zodra deze niet langer geldig zijn.

Voorbeelden

1) Voor een in België gevestigde marktdeelnemer moet het EORI-nummer worden toegekend door de Belgische douane. In het geval dat de marktdeelnemer na de toekenning van het EORI-nummer een btw-identificatienummer krijgt van de Nederlandse belastingautoriteiten, is de marktdeelnemer verplicht de douaneautoriteit van afgifte van het EORI-nummer (de Belgische douane) te verzoeken de gegevens in het EORI-systeem bij te werken.

2) Voor een in Frankrijk gevestigde marktdeelnemer moet het EORI-nummer worden toegekend door de Franse douane. In het geval dat de marktdeelnemer na de toekenning van het EORI-nummer een btw-identificatienummer krijgt van de Belgische belastingautoriteiten, is de marktdeelnemer verplicht de douaneautoriteit van afgifte van het EORI-nummer (de Franse douane) te verzoeken de gegevens in het EORI-systeem bij te werken.

6. Rechtsvorm

Zoals in de oprichtingsakte vermeld.

7. Contactinformatie

Naam en adres van de contactpersoon en één van volgende gegevens: telefoonnummer, fax,

e-mailadres.

8. Uniek derdeland-identificatienummer

Bij personen die niet in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd: identificatienummer wanneer dat door de bevoegde autoriteiten in een derde land voor de identificatie van marktdeelnemers voor douanedoeleinden aan de betrokkene is toegekend.

9. Toestemming voor de openbaarmaking van de in de punten 1, 2 en 3 opgenomen persoonsgegevens

Om aan te geven of de toestemming al dan niet is gegeven.

10. Korte naam

Korte naam van de geregistreerde persoon.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Voorbeeld

BAT is de korte naam van de onderneming British American Tobacco

11. Datum van oprichting

Voor natuurlijke personen: geboortedatum.

Voor rechtspersonen en in artikel 5, punt 4), van het wetboek bedoelde verenigingen van personen: oprichtingsdatum zoals opgenomen in het ondernemingenregister van het land van vestiging, of in de oprichtingsakte wanneer de persoon of vereniging niet in het ondernemingenregister is opgenomen.

12. Soort persoon

Relevante code moet worden gebruikt.

13. Voornaamste economische activiteit

Voornaamste economische activiteit, gecodeerd volgens de Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE), zoals opgenomen in het

ondernemingenregister van de betrokken lidstaat.

14. Begindatum van het EORI-nummer

Eerste dag van de geldigheidsduur van de EORI-registratie. Dat wil zeggen de eerste dag waarop de marktdeelnemer het EORI-nummer kan gebruiken voor uitwisseling met de douaneautoriteiten. De begindatum mag niet eerder zijn dan de oprichtingsdatum.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

De volgende regels moeten eveneens in acht worden genomen:

- de begindatum kan niet eerder zijn dan de datum waarop het EORI-systeem operationeel is geworden (1 juli 2009);

- voor lidstaten die na 1 juli 2009 toegang hebben gekregen tot de Europese Unie, kan de begindatum niet vóór de datum van toetreding liggen;

- de begindatum kan niet worden gewijzigd als het EORI-nummer al geldig is.

15. Vervaldatum van het EORI-nummer

Laatste dag van de geldigheidsduur van de EORI-registratie. Dat wil zeggen de laatste dag waarop de marktdeelnemer het EORI-nummer kan gebruiken voor uitwisseling met de douaneautoriteiten.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Na de vervaldatum moet de informatie tien jaar worden bewaard ten behoeve van de

correctie van douaneaangiften die zijn ingediend voordat de marktdeelnemer zijn activiteiten staakte (zie aantekening 5 van hoofdstuk 1 van titel I)

Bijlage III: Bijlage 12-01 van de DWU IA (t/m 28 februari 2027)

Artikel 7, lid 3 van de DWU IA bepaalt dat het formaat en de codes van de in het EORI-systeem opgeslagen gegevens in bijlage 12-01 van de DWU IA zijn opgenomen.

De bijlage 12-01 van de DWU IA is hieronder integraal opgenomen. In titel II bevatten bepaalde gegevenselementen een extra toelichting van de EORI-richtsnoeren.

BIJLAGE 12-01

FORMATEN EN CODES VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR DE REGISTRATIE VAN MARKTDEELNEMERS EN ANDERE PERSONEN

INLEIDENDE AANTEKENINGEN

1. De in deze bijlage opgenomen formaten en codes zijn van toepassing ten aanzien van de

gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen.

2. Titel I bevat de formaten van de gegevenselementen.

3. Wanneer de gegevens voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen zoals

bedoeld in bijlage 12-01 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 de vorm van een code aannemen, moet de in titel II opgenomen codelijst worden toegepast.

4. Met de omschrijving „type/lengte” in de toelichting bij een kenmerk wordt verwezen naar de vereisten voor het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:

a alfabetisch

n numeriek

an alfanumeriek

Het getal na de code geeft de toegelaten gegevenslengte aan. Hierbij geldt het volgende: de facultatieve twee punten voor de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar dat het maximale aantal karakters wordt aangegeven door de lengte-indicator. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het kenmerk decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na het decimale punt.

Voorbeelden van veldlengtes en formaten:

a1 1 alfabetisch teken, vaste lengte

n2 2 numerieke tekens, vaste lengte

an3 3 alfanumerieke tekens, vaste lengte

a..4 maximaal 4 alfabetische tekens

n..5 maximaal 5 numerieke tekens

an..6 maximaal 6 alfanumerieke tekens

n..7,2 maximaal 7 numerieke tekens waaronder maximaal 2 decimalen, met een zwevend scheidingsteken.

TITEL I

Formaten van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen

TITEL II

Codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen

CODES

1. INLEIDING

Deze titel bevat de codes die moeten worden gebruikt voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen.

2. CODES

1 EORI-nummer

Het EORI-nummer is als volgt opgebouwd:

Landcode: de door de Unie gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO-normen (a2), voor zover deze verenigbaar zijn met de voorschriften van Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft. Een geactualiseerde lijst van landcodes wordt op gezette tijden bij verordening van de Commissie bekendgemaakt. [(**)]

Opmerking

Indien het EORI-nummer wordt toegekend door de douaneautoriteiten van het Verenigd

Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland, dan moet dit EORI-nummer beginnen met de

code XI (code te gebruiken indien het Verenigd Koninkrijk (uitsluitend Noord-Ierland) apart moet worden vermeld overeenkomstig de voorwaarden in de relevante Uniebepalingen).

Zie daartoe punt III. van de Guidance on the use of GB and XI codes (Annex B), te raadplegen via de link https://taxation-customs.ec.europa.eu/system/files/2020-11/use_of_gb_and_xi_codes_guidance.pdf

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Wanneer een EORI-nummer moet worden toegekend aan een marktdeelnemer die houder is van een carnet TIR maar niet in het douanegebied van de Unie is gevestigd, wordt aanbevolen het EORI-nummer

als volgt op te bouwen:

Voorbeeld

CZT0530123456789 is het EORI-nummer toegekend voor een bedrijf dat van de Russische organisatie ASMAP (code 053) vergunning heeft verkregen voor gebruik van het carnet TIR en waarvan het EORI-nummer in Tsjechië is geregistreerd omdat dit bedrijf daar een summiere aangifte bij binnenbrengen heeft ingediend.

4 Vestiging in het douanegebied van de Unie

0. Niet in het douanegebied van de Unie gevestigd

1. In het douanegebied van de Unie gevestigd

9 Toestemming voor openbaarmaking van de in de punten 1, 2 en 3 opgenomen persoonsgegevens

0. Geen toestemming voor openbaarmaking

1. Toestemming voor openbaarmaking

12 Soort persoon

Er moet gebruik worden gemaakt van de volgende codes:

1. Natuurlijke persoon

2. Rechtspersoon

3. Vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend

13 Voornaamste economische activiteit

Code van de voornaamste economische activiteit op 4-cijferniveau overeenkomstig de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE; Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad), zoals opgenomen in het ondernemingsregister van de betrokken lidstaat.

Extra toelichting van de EORI-richtsnoeren

Voorbeeld

4690 - Niet-gespecialiseerde groothandel

Bijlage IV: Bijlage 12-01 van de DWU DA (vanaf 1 maart 2027)

Een gewijzigde versie van de bijlage 12-01 van de DWU DA is opgenomen in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/249 van de Commissie van 30 november 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de uitwisseling en opslag van bepaalde informatie krachtens de douanewetgeving (PBEU van 12 februari 2024).

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk omdat:

- de informatie die wordt verzameld voor de registratie van marktdeelnemers uit derde landen die een vaste inrichting in het douanegebied van de Unie hebben, aangevuld moet worden en hiervoor moet het adres van deze vaste inrichting worden geregistreerd;

- de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers in bijlage 12-01 van de DWU DA beter moeten worden afgestemd op die voor aanvragen en beschikkingen en voor aangiften, kennisgevingen en bewijzen van douanestatus van Uniegoederen om de interoperabiliteit te waarborgen tussen het elektronische systeem dat wordt gebruikt voor de registratie van marktdeelnemers en de systemen voor de verwerking van aanvragen en beschikkingen verwerken, alsook voor aangiften, kennisgevingen en bewijzen van douanestatus van Uniegoederen.

De gewijzigde bijlage 12-01 van de DWU DA, die van toepassing zal zijn vanaf 1 maart 2027, is hieronder integraal opgenomen.

BIJLAGE 12-01

GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR DE REGISTRATIE VAN MARKTDEELNEMERS EN ANDERE PERSONEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3

TITEL I

Gegevensvereisten

HOOFDSTUK 1

Inleidende aantekeningen bij de tabel met gegevensvereisten

1. Het centrale systeem voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen bevat de gegevenselementen die in titel I, hoofdstuk 3, van deze bijlage zijn omschreven.

2. De te verstrekken gegevenselementen zijn opgenomen in de tabel met gegevens-vereisten. De specifieke bepalingen met betrekking tot elk gegevenselement in titel II doen geen afbreuk aan de status van de in de tabel met gegevensvereisten omschreven gegevenselementen.

3. De formaten van de in deze bijlage beschreven gegevensvereisten zijn gespecificeerd in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

4. Onderstaande symbolen „A” of „B” in hoofdstuk 3 worden niet beïnvloed door het feit dat bepaalde gegevens alleen worden verstrekt wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen.

5. Een EORI-registratie mag pas worden vernietigd nadat een wachttermijn van 10 jaar is verstreken na de vervaldatum.

HOOFDSTUK 2

Legende tabel

Deel 1

Opschriften van de kolommen

Deel 2

Symbolen in de vakken

HOOFDSTUK 3

Tabel met gegevensvereisten

TITEL II

Aantekeningen op de gegevensvereisten

Inleiding

De omschrijvingen en aantekeningen in deze titel zijn van toepassing op de gegevenselementen die in de tabel met gegevensvereisten in titel I zijn genoemd.

Gegevensvereisten

1. EORI-nummer

Het in artikel 1, punt 18), bedoelde EORI-nummer.

2. Volledige naam van de persoon

Dit gegevenselement is alleen verplicht als de naam van de marktdeelnemer meer dan 70 tekens telt.

Voor natuurlijke personen: naam van de persoon zoals vermeld in een reisdocument dat als geldig is erkend om de buitengrens van de Unie te overschrijden, of in het nationale personenregister van de lidstaat van verblijf.

Voor marktdeelnemers die in het ondernemingenregister van de lidstaat van vestiging zijn

opgenomen: wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals die in het ondernemingenregister van het land van vestiging is opgenomen.

Voor marktdeelnemers die niet in het ondernemingenregister van het land van vestiging zijn opgenomen: Wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals vermeld in de oprichtingsakte.

3. Vestigingsadres/woonplaatsadres:

Volledig adres van de plaats waar de persoon is gevestigd/woont, met inbegrip van de

identificator van het land of gebied.

3a. Adres(sen) van vestiging in het douanegebied van de Unie

Dit gegevenselement is alleen bestemd voor marktdeelnemers met een adres in een derde land en waarvoor is aangegeven dat zij in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd.

Volledig(e) adres(sen) van de plaats(en) waar de persoon is gevestigd/woont in het douanegebied van de Unie, met inbegrip van de identificator van het land of gebied.

4. Vestiging in het douanegebied van de Unie

Om aan te geven of de marktdeelnemer al dan niet in het douanegebied van de Unie is

gevestigd. Dit gegevenselement wordt alleen gebruikt voor marktdeelnemers met een adres

in een derde land.

5. Btw-identificatienummer(s)

Wanneer dat (die) door de lidstaten is (zijn) toegekend.

6. Rechtsvorm

Zoals in de oprichtingsakte vermeld.

7. Contactgegevens

Naam en adres van de contactpersoon en één van volgende gegevens: telefoonnummer, fax,

e-mailadres.

8. Uniek derdeland-identificatienummer

Bij personen die niet in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd: identificatienummer wanneer dat door de bevoegde autoriteiten in een derde land voor de identificatie van marktdeelnemers voor douanedoeleinden aan de betrokkene is toegekend.

9. Toestemming voor de openbaarmaking van de in de punten 1, 2, 3 en 3a opgenomen persoonsgegevens

Om aan te geven of de toestemming al dan niet is gegeven.

10. Naam

Wanneer de naam van de marktdeelnemer niet meer dan 70 tekens telt, moet de vermelding in dit gegevensvereiste voldoen aan de volgende criteria:

- voor natuurlijke personen: naam van de persoon zoals vermeld in een reisdocument dat als geldig is erkend om de buitengrens van de Unie te overschrijden, of in het nationale personenregister van de lidstaat van verblijf;

- voor marktdeelnemers die in het ondernemingenregister van de lidstaat van vestiging zijn opgenomen: wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals die in het ondernemingenregister van het land van vestiging is opgenomen;

- voor marktdeelnemers die niet in het ondernemingenregister van het land van vestiging zijn opgenomen: wettelijke naam van de marktdeelnemer zoals vermeld in de oprichtingsakte.

Wanneer de naam van de marktdeelnemer meer dan 70 tekens telt, moet deze worden ingekort. De verkorte naam moet het mogelijk maken het verband met de volledige naam te herkennen (gegevenselement 2).

11. Datum van oprichting

Voor natuurlijke personen: geboortedatum.

Voor rechtspersonen en in artikel 5, punt 4), van het wetboek bedoelde verenigingen van personen: datum van vestiging overeenkomstig de nationale wetgeving betreffende rechtspersonen en verenigingen van personen als bedoeld in artikel 5, punt 4, van het wetboek..

12. Soort persoon

Te gebruiken relevante code.

13. Voornaamste economische activiteit

Voornaamste economische activiteit, gecodeerd volgens de Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE), zoals opgenomen in het

ondernemingenregister van de betrokken lidstaat.

14. Startdatum van het EORI-nummer

Eerste dag van de geldigheidsduur van de EORI-registratie. Dat wil zeggen de eerste dag waarop de marktdeelnemer het EORI-nummer kan gebruiken voor uitwisseling met de douaneautoriteiten.

15. Vervaldatum van het EORI-nummer

Laatste dag van de geldigheidsduur van de EORI-registratie. Dat wil zeggen de laatste dag waarop de marktdeelnemer het EORI-nummer kan gebruiken voor uitwisseling met de douaneautoriteiten.

Bijlage V: Bijlage 12-01 van de DWU IA (vanaf 1 maart 2027)

Een gewijzigde versie van de bijlage 12-01 van de DWU IA is opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) 2024/250 van de Commissie van 10 januari 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wat betreft de formaten en codes gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de uitwisseling en opslag van bepaalde informatie krachtens de douanewetgeving (PBEU van 12 februari 2024).

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk omwille van de volgende redenen:

- om de douaneautoriteiten relevante informatie te verstrekken, moet het adres van de vaste inrichtingen in het douanegebied van de Unie van de in een derde land gevestigde marktdeelnemers worden vermeld en daarom moeten de formaten en codes met betrekking tot deze informatie worden vastgesteld.

- bovendien moeten sommige formaten in de bijlage 12-01 van de DWU IA worden bijgewerkt om de harmonisatie met de bijlagen A en B van de DWU IA te handhaven.

De gewijzigde bijlage 12-01 van de DWU IA, die van toepassing zal zijn vanaf 1 maart 2027, is hieronder integraal opgenomen.

BIJLAGE 12-01

FORMATEN EN CODES VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSVEREISTEN VOOR DE REGISTRATIE VAN MARKTDEELNEMERS EN ANDERE PERSONEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7, LID 3

INLEIDENDE AANTEKENINGEN

1. De in deze bijlage opgenomen formaten en codes zijn van toepassing ten aanzien van de

gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen.

2. Titel I bevat de formaten van de gegevenselementen.

3. Wanneer de gegevens voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen zoals

bedoeld in bijlage 12-01 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 de vorm van een code aannemen, moet de in titel II opgenomen codelijst worden toegepast.

4. Met de omschrijving „type/lengte” in de toelichting bij een kenmerk wordt verwezen naar de vereisten voor het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:

a alfabetisch

n numeriek

an alfanumeriek

Het getal na de code geeft de toegelaten gegevenslengte aan. Hierbij geldt het volgende:

de facultatieve twee punten voor de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar dat het maximale aantal karakters wordt aangegeven door de lengte-indicator. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het kenmerk decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na het decimale punt.

Voorbeelden van veldlengtes en formaten:

a1 1 alfabetisch teken, vaste lengte

n2 2 numerieke tekens, vaste lengte

an3 3 alfanumerieke tekens, vaste lengte

a..4 maximaal 4 alfabetische tekens

n..5 maximaal 5 numerieke tekens

an..6 maximaal 6 alfanumerieke tekens

n..7,2 maximaal 7 numerieke tekens waaronder maximaal 2 decimalen, met een zwevend scheidingsteken.

TITEL I

Formaten van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen

TITEL II

Codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen

CODES

1. INLEIDING

Deze titel bevat de codes die moeten worden gebruikt voor de registratie van marktdeelnemers en andere personen.

2. CODES

1 EORI-nummer

Het EORI-nummer is als volgt opgebouwd:

Landcode: de door de Unie gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO-normen (a2), voor zover deze verenigbaar zijn met de voorschriften van Verordening (EU) 2020/1470. Een geactualiseerde lijst van landcodes wordt op gezette tijden bij verordening van de Commissie bekendgemaakt.

4 Vestiging in het douanegebied van de Unie

9 Toestemming voor openbaarmaking van de in de punten 1, 2, 3 en 3a opgenomen persoonsgegevens

12 Soort persoon

13 Voornaamste economische activiteit

Code van de voornaamste economische activiteit op 4-cijferniveau overeenkomstig de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE; Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad), zoals opgenomen in het ondernemingsregister van de betrokken lidstaat.

  1. een douaneaangifte overeenkomstig de artikelen 135 t/m 144 van de DWU DA;
  1. een douaneaangifte om goederen onder de regeling tijdelijke invoer te plaatsen (bijvoorbeeld in het kader van een tentoonstelling) of een aangifte tot
  1. een douaneaangifte in het kader van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, ingediend door een marktdeelnemer die is gevestigd in een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer;
  2. een douaneaangifte in het kader van de regeling Uniedouanevervoer, ingediend door een marktdeelnemer die is gevestigd in Andorra of San Marino;
  1. Diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie en diplomatieke missies van derde landen
  1. Internationale organisaties
  1. Niet-gouvernementele organisaties
  1. Marktdeelnemers uit een derde land die over meerdere vaste inrichtingen in het douanegebied van de Unie beschikken
  1. Marktdeelnemers uit een derde land die reeds een EORI-nummer toegekend kregen voordat zij beschikten over een vaste inrichting
  1. Algemeen
  1. Entiteiten die geen “personen” zijn
  • de Commissie voor de praktische uitvoering van de EORI-procedure;
  • het publiek in het kader van de aanvragen en het gebruik van het EOR I-nummer.
  1. Aanvragen van in België gevestigde personen
  1. Aanvragen van niet in het douanegebied van de Unie gevestigde personen en van marktdeelnemers die hun statutaire zetel of hun hoofdbestuur in een derde land hebben maar die in België over een vaste inrichting beschikken
  • de summiere aangifte (zie de §§ 98 en 99);
  • de douaneaangifte (zie de §§ 100 t/m 102);
  • de aangifte tot wederuitvoer (zie de §§ 103 en 104);
  • de aangifte voor tijdelijke opslag (zie de §§ 105 en 106);
  • het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen (zie de §§ 107 en 108);
  • de kennisgeving van aankomst, van aanbrengen en van wederuitvoer (zie de §§ 109 t/m 123);
  • het elektronisch vervoersdocument (zie de §§ 124 en 125);
  • het douanemanifest (zie de §§ 126 en 127);

Veld

Inhoud

Formaat

1

Landcode

a2

2

Uniek identificatienummer in een derde land

an..15

Nummer gegevenselement

Volgnummer dat aan het betrokken

gegevenselement is toegewezen

Naam gegevenselement

Naam van het betrokken gegevenselement

Symbool

Omschrijving symbool

A

Verplicht: gegevens die door elke lidstaat worden verlangd.

B

Facultatief voor de lidstaten: gegevens die de lidstaten al dan niet kunnen vragen.

Nr. G.E. [(*)]

Naam G.E.

Verplicht/facultatief G.E.

1

EORI-nummer

A

2

Volledige naam van de persoon

A

3

Vestigingsadres/woonplaatsadres

A

4

Vestiging in het douanegebied van de Unie

A

5

Btw-identificatienummer(s)

A

6

Rechtsvorm

B

7

Contactinformatie

B

8

Uniek derdeland-identificatienummer

B

9

Toestemming voor de openbaarmaking van de in de punten 1, 2 en 3 opgenomen persoonsgegevens

A

10

Korte naam

A

11

Datum van oprichting

B

12

Soort persoon

B

13

Voornaamste economische activiteit

B

14

Begindatum van het EORI-nummer

A

15

Vervaldatum van het EORI-nummer

A

Nr. G.E.

Naam G.E.

Formaat G.E. (Type/lengte)

Codelijst in titel II (J/N)

Kardinaliteit

Opmerkingen

1

EORI-nummer

an..17

N

1x

De structuur van het EORI-nummer is omschreven in titel II

2

Volledige naam van de persoon

an..512

N

1x

3

Vestigingsadres/ woonplaatsadres

Straat en nummer: an..70

Postcode: an..9

Stad: an..35

Landcode: a2

N

1x

Gebruik de landcode zoals omschreven in titel II voor de landcode van G.E. 1 EORI-nummer

4

Vestiging in het douanegebied van de Unie

n1

J

1x

5

Btw-identificatienummer(s)

Landcode: a2

Btw-identificatienummer: an..15

N

99x

Het formaat van het btw-identificatie- nummer is vastgesteld in artikel 215 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

6

Rechtsvorm

an..50

N

1x

7

Contactgegevens

Naam contactpersoon: an..70

Straat en nummer: an..70

Postcode: an..9

Stad: an..35

Telefoonnummer: an..50

Faxnummer: an..50

E-mailadres: an..50

N

9x

8

Uniek derdeland- identificatienummer

an..17

N

99x

9

Toestemming voor openbaarmaking van de in de punten 1, 2 en 3 opgenomen persoonsgegevens

n1

J

1x

10

Korte naam

an..70

N

1x

11

Datum van oprichting

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

12

Soort persoon

n1

J

1x

13

Voornaamste economische activiteit

an4

J

1x

14

Startdatum van het EORI-nummer

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

15

Vervaldatum van het EORI-nummer

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

Veld

Inhoud

Formaat

1

Identificator van de lidstaat (landcode)

a2

2

Unieke identificator in een lidstaat

an..15

Veld

Inhoud

Formaat

1

Identificator van de lidstaat die het nummer heeft toegekend (landcode)

a2

2

Identificator voor het carnet TIR

T

3

Code van de nationale organisatie waarvan de houder van het carnet TIR vergunning heeft gekregen

n3

4

Uniek identificatienummer van de houder van het carnet TIR

n..10

Nummer gegevenselement

Volgnummer dat aan het betrokken

gegevenselement is toegewezen

Naam gegevenselement

Naam van het betrokken gegevenselement

Symbool

Omschrijving symbool

A

Verplicht: gegevens die door elke lidstaat worden verlangd.

B

Facultatief voor de lidstaten: gegevens waarvan de lidstaten al dan niet kunnen afzien.

Nr. G.E. [(*)]

Naam G.E.

Verplicht/facultatief G.E.

1

EORI-nummer

A

2

Volledige naam van de persoon

A

3

Vestigingsadres/woonplaatsadres

A

3a

Adres(sen) van vestiging in het douanegebied van de Unie

4

Vestiging in het douanegebied van de Unie

A

5

Btw-identificatienummer(s)

A

6

Rechtsvorm

B

7

Contactgegevens

B

8

Uniek derdeland-identificatienummer

B

9

Toestemming voor de openbaarmaking van de in de punten 1, 2, 3 en 3a opgenomen persoonsgegevens

A

10

Naam

A

11

Datum van oprichting

B

12

Soort persoon

B

13

Voornaamste economische activiteit

B

14

Startdatum van het EORI-nummer

A

15

Vervaldatum van het EORI-nummer

A

Nr. G.E.

Naam G.E.

Formaat G.E. (Type/lengte)

Codelijst in titel II (J/N)

Kardinaliteit

Aantekeningen

1

EORI-nummer

an..17

N

1x

De structuur van het EORI-nummer is omschreven in titel II

2

Volledige naam van de persoon

an..512

N

1x

3

Vestigingsadres/ woonplaatsadres

Straat en nummer: an..70

Postcode: an..17

Stad: an..35

Landcode: a2

N

1x

De door de Unie gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO- normen (a2), voor zover deze verenigbaar zijn met de voorschriften van Verordening (EU) 2020/1470 van de Commissie.

3a

Adres(sen) van vestiging in het douanegebied van de Unie

Straat en nummer: an..70

Postcode: an..17

Stad: an..35

Landcode: a2

N

99x

De door de Unie gebruikte alfabetische codificering voor landen en gebieden is gebaseerd op de huidige tweeletterige ISO- normen (a2), voor zover deze verenigbaar zijn met de voorschriften van Verordening (EU) 2020/1470 van de Commissie.

4

Vestiging in het douanegebied van de Unie

n1

J

1x

5

Btw-identificatienummer(s)

Landcode: a2

Btw-identificatienummer: an..15

N

99x

Het formaat van het btw-identificatie- nummer is vastgesteld in artikel 215 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

6

Rechtsvorm

an..50

N

1x

7

Contactgegevens

Naam contactpersoon: an..70

Straat en nummer: an..70

Postcode: an..17

Stad: an..35

Telefoonnummer: an..50

Faxnummer: an..50

E-mailadres: an..50

N

9x

8

Uniek derdeland- identificatienummer

an..17

N

99x

9

Toestemming voor openbaarmaking van de in de punten 1, 2, 3 en 3a opgenomen persoonsgegevens

n1

J

1x

10

Naam

an..70

N

1x

11

Datum van oprichting

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

12

Soort persoon

n1

J

1x

13

Voornaamste economische activiteit

an4

J

1x

14

Startdatum van het EORI-nummer

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

15

Vervaldatum van het EORI-nummer

n8 (jjjjmmdd)

N

1x

Veld

Inhoud

Formaat

1

Identificator van de lidstaat (landcode)

a2

2

Uniek identificerend kenmerk in een lidstaat

an..15

Code

Beschrijving

0

Niet in het douanegebied van de Unie gevestigd

1

In het douanegebied van de Unie gevestigd

Code

Beschrijving

0

Geen toestemming voor openbaarmaking

1

Toestemming voor openbaarmaking

Code

Beschrijving

1

Natuurlijke persoon

2

Rechtspersoon

3

Vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend


[(*)] G.E. = afkorting voor ‘gegevenselement’.

[(**)] Verordening (EU) nr. 1106/2012 werd met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken door de

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie van 12 oktober 2020 betreffende de

nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over internationale handel in

goederen en betreffende de geografische uitsplitsing voor andere bedrijfsstatistieken.

[(*)] G.E. = afkorting voor ‘gegevenselement’.


Mots clés

Articles recommandés

Van de zwakke dollar naar de nationalisatie van de goudmijnen?

Circulaire 2025/C/67 betreffende de regeling tijdelijke invoer voor laadborden

Onmisbare tips voor succesvolle begrotingsonderhandelingen