De post-corona-wereld: volledig hertekend of nooit hervormd?

Zal de covid-19-crisis echt bijdragen tot verandering? Het is een vurige wens… maar of die ook zal uitkomen, hangt samen met de nood tot aanpassing van onze fiscale wetgeving en bepaalde economische concepten.


Een tekort van tientallen miljarden

Sinds april schatte ik het fiscale staatstekort door de coronacrisis op ongeveer 8 % van het BBP, hetzij tussen de 30 en de 40 miljard euro, enkel en alleen voor het ‘kleine’ België. Een enorme impact! Dit verlies gaat gepaard met nieuwe en eenmalige uitgaven. En daardoor wordt het deficit aanzienlijk… en van lange duur.


Natuurlijk duikt de vraag op ‘kunnen we dit in fine opvangen?’ Want laat ons niet vergeten: schulden vormen een belasting voor de toekomst, die nu, in het heden, wordt ingehouden. De vraag hoe we dit best kunnen opvangen, dringt zich op. En over dit vraagstuk hebben wij ons gebogen.


De basis van 2020 is niet de goede…

In een land dat als een lapjesdeken in elkaar hangt, met of zonder regering, met of zonder nieuwe lopende wetgeving, zijn en blijven de knopen onwrikbaar. De politieke besluitvorming is ingewikkeld, het leiderschap verbrokkeld en de regionale gevoeligheden staan lijnrecht tegenover elkaar. ‘Als de ene links mikt, en de andere rechts, is het geen ideologie meer, wel wiskunde: je keert altijd terug naar het centrum en hervormt niet’.


Maar ook daar ligt niet de grootste moeilijkheid. Nog groter dan het politieke probleem, is het grootste struikelblok van economische aard. De huidige fiscaliteitstoepassing is nu al maximaal. Als we de online grafieken van de OESO bekijken blijkt eens te meer dat we koploper zijn in heel wat categorieën en systematisch boven het Europese gemiddelde staan. Taxshift of niet, de huidige reserves leveren niet voldoende effectieve marges op om de toekomst te vrijwaren.



Fiscaliteit heruitvinden

De fiscale last is het laagst op consumptie. En dat is voornamelijk te wijten aan de matige btw-toepassing in België ten opzichte van andere landen. Als we willen inzetten op een duurzame toekomst, zullen we de consumptie beter moeten belasten en de druk op werk vrijmaken, en op die manier naar een natuurlijkere herlokalisatie evolueren. Dit zou ook een antwoord bieden op de immigratie, die ook deel uitmaakt van een moderne evolutie. De instroom van kapitaal en investering moet worden aangemoedigd, het zijn immers de enige middelen om te evolueren naar een duurzame, geïndustrialiseerde Nieuwe Wereld.


Maar deze herziening van onze huidige maatschappij zullen we niet kunnen waarmaken met kleine percentages van het BBP. De rechtstreekse belasting (voornamelijk PB en Ven. B) en de Belgische sociale bijdragen vertegenwoordigen 30 % van het BBP, oftewel 140 miljard. De belasting op meerwaarden of bedrijfswagens zal hierin van geen tel zijn, het zal enkel de mensen financieel raken en in beperkte mate de middenklasse.


De oplossingen moeten worden gezocht in nieuwe belastingen. We spreken niet meer over ‘taxshift’, maar wel over ‘newshift’. Hieronder enkele voorbeelden.


  • De microtaks of ‘Tobintaks’ op consumptie, voorziet in een belastingheffing van 0,5 % op elke elektronische monetaire verrichting. Voordeel? De inning is onmiddellijk (door de banken) en het potentieel is aanzienlijk (naar schatting vertegenwoordigt de financiële stroom tussen 50 en 100 keer de waarde van het BBP, wat betekent dat een heffing van 0,5 % potentieel 25 tot 50 % van het BBP vertegenwoordigt). Dergelijke inkomsten zouden progressief de gehele werklasten kunnen vervangen.
  • De ‘nabijheidstaks’ zou eruit bestaan dat elektronische aankopen op afstand zouden worden belast door bij de betaling van de transactie een heffing met 2 tarieven te voorzien, naar gelang de aankoop zich binnen of buiten de duurzaamheids- of exportperimeter bevindt. Dit zou een stimulans zijn voor de korte ketens en de buurtwinkels.


Gelijkheid als inzet

Naast een broodnodige hervorming, is een grote bekommernis op fiscaal vlak het streven naar gelijkheid. Dit gaat uiteraard gepaard met maatschappelijke verantwoordelijkheid en de ‘wedergeboorte’ van de middenklasse.


Maatschappelijke verantwoordelijkheid zou kunnen worden gevraagd, indien de wetgever aan ondernemingen zou toestaan om, volgens de werkelijke toestand, een deel van de uiteindelijke winst te delen met werknemers, alvorens deze definitief toe te kennen aan de aandeelhouders. Het evenwicht in deze verdeling (werk/kapitaal) zou het product zijn van een noodzakelijke consensus om op lange termijn sociale vrede te verzekeren. Dat is wat ik al enkele jaren als ‘sociaal dividend’ omschrijf, een essentieel element voor gelijkwaardigheid. Wat de ‘newshift’ betreft: deze zou automatisch de ‘zelfstandige’ middenklasse opwaarderen, terwijl de ‘loontrekkende’ middenklasse heruitgevonden zou worden door middel van dit sociaal dividend.


U ziet het: België kan hervormd worden. Los van de traditionele visies, de politieke discussies en de onoplosbare beperkingen…

Benieuwd naar het vervolg!


Emmanuel Degrève, juni 2020.


Mots clés