Dat blijkt uit de nieuwe resultaten van de vierjaarlijkse statistiek naar de arbeidskosten van Statbel, het Belgische statistiekbureau, gebaseerd op de populatie van lokale eenheden van bedrijven met ten minste 10 werknemers.
Er zijn grote verschillen in de arbeidskosten per uur volgens de activiteitensectoren. De loonkosten kunnen hoger zijn dan 60 euro per gewerkt uur in de sector ‘productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht’ (66,5 euro) en in de sector ‘financiële activiteiten en verzekeringen’ (62,5 euro). De laagste loonkosten per uur zijn daarentegen te vinden in de sector ‘verschaffen van accommodatie en maaltijden’ (28,6 euro) en de sector ‘kunst, amusement en recreatie’ (30,9 euro).
Uit een vergelijking van de loonkosten volgens bedrijfsgrootte blijkt dat deze het hoogst zijn in grote bedrijven (43,5 euro voor 500 tot 999 werknemers en 43,4 euro voor 1000 werknemers en meer), terwijl in kleine bedrijven (10 tot 49 werknemers) de loonkosten per uur het laagst zijn met 34,6 euro per gewerkt uur.
Met 47,3 euro per gewerkt uur zijn de kosten per uur het hoogst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarna volgt het Vlaams Gewest met 39,8 euro en het Waals Gewest met 38,2 euro.
Als we kijken naar de verdeling van de arbeidskosten, zien we dat de directe lonen en premies (66,5%) en de wettelijke sociale bijdragen ten laste van de werkgever (21,8%) 88,3% van deze kosten uitmaken. De resterende 11,7% komt overeen met o.a. betalingen voor niet-gewerkte dagen (7,9%) en voordelen in natura (2,3%).
Source : Stabel, conjonctuur indicatoren, 6 oktober 2022