Meerderheid bedrijfswagens bij kmo zijn geen salariswagens

Temps de lecture: 5 min |11 september 2024 à 04:00

De terugkeer uit vakantie en de eerste schooldag laten zich voelen op onze wegen. Beschuldigende vingers wijzen al eens naar de bedrijfswagens. Nochtans gebruikt minstens de helft van de werknemers in de privésector de eigen wagen om naar het werk te gaan.[1] Bij kmo’s biedt de helft van de werkgevers een bedrijfswagen aan. Uit recent onderzoek van SD Worx blijkt dat de meeste bedrijfswagens gebruikt worden als functiewagen, vooral om klanten te bezoeken.

De kosten voor de Belgische kmo’s voor het ter beschikking stellen van de bedrijfswagen zijn gevoelig gestegen, gemiddeld met 30% de laatste drie jaar. De meeste kmo’s verwachten dat het aandeel elektrische en hybride wagens nu stabiel blijft. De inzichten zijn afkomstig van een recent onderzoek onder 670 kmo-bedrijfsleiders en personeelsverantwoordelijken, uitgevoerd in juni 2024.

Bedrijfswagen in eerste plaats voor klantenbezoek

Slechts de helft van alle kmo’s biedt een (of meerdere) bedrijfswagen(s) aan hun medewerkers (54%). De helft heeft minder dan drie wagens (mediaan). Hoe groter de organisatie, hoe meer wagens. Gemiddeld gaat het over zes wagens voor alle kmo’s in het onderzoek. Deze wagens worden vooral gebruikt door medewerkers die klanten bezoeken. We spreken dan over een “functiewagen”. In Vlaanderen is 60% van de bedrijfswagens een functiewagen; in Brussel en Wallonië is dat bijna 70%.

Anneleen Verstraeten, kmo-adviseur van SD Worx: “Wie elke bedrijfswagen een ‘salariswagen’ noemt, gaat voorbij aan de realiteit. Een bedrijfs- of functiewagen blijft vooral een werkmiddel om je job uit te voeren. Niet elke klant is bereikbaar met het openbaar vervoer of de fiets. In een kleine kmo in de dienstensector heb je al snel drie bedrijfswagens nodig: een voor de vertegenwoordiger, een voor de zaakvoerder en een voor een technieker.”

Kosten gemiddeld met 30% gestegen

Ondertussen doen kmo’s wel inspanningen om het wagenpark verder te vergroenen, onder invloed van de nieuwe fiscale en sociale regels. Momenteel is 14% van de bedrijfswagens elektrisch, 28% hybride en 58% rijdt nog op fossiele brandstoffen. Vergeleken met drie jaar geleden zijn de meeste kmo-budgetten gestegen (47%) of gelijk gebleven (44%). Slechts bij 9% is de kost gedaald. Voor zeven op de tien kmo’s is de stijging vooral te wijten aan de hogere (lease)prijzen van elektrische wagens.

Vier op de tien kmo’s geven aan dat ze medewerkers niet langer een auto van dezelfde categorie kunnen garanderen. Bij twee op 10 kmo’s leidt dit tot ontevredenheid bij de medewerkers omdat de auto kleiner wordt.

Slechts een op zeven krijgt vragen van medewerkers naar elektrische wagen

Slechts een op zeven kmo’s (15%) krijgt van medewerkers de vraag naar een elektrische auto, wat twee jaar geleden nog 18% was. Meer dan de helft (55%) van de kmo’s wacht af omdat ze nog te veel obstakels ondervinden. Twee jaar geleden namen 49% van de kmo’s een afwachtende houding aan.[2] De meeste kmo’s verwachten dat het aandeel elektrische en hybride wagens nu zal stagneren. Bij de kleinste kmo’s (tot 5 werknemers) is dit nog meer uitgesproken. Toch blijft 45% overtuigd dat het aandeel elektrische wagens in de toekomst zal stijgen.

Noodzakelijk klantenbezoek ook een reden voor trage opmars van mobiliteitsbudget

Anneleen Verstraeten, kmo-adviseur van SD Worx analyseert: “Een op drie kmo’s kent het mobiliteitsbudget niet. Via dit budget ruilt een medewerker de bedrijfswagen in voor een milieuvriendelijker alternatief of voor cash. Onbekend is onbemind. Daarnaast is het voor zes op de tien kmo’s om praktische redenen niet aan de orde. Bij hen zijn de bedrijfswagens nodig voor verplaatsingen naar klanten. De wagen inleveren voor cash, huisvestingskosten, openbaar vervoer of een fiets is moeilijker voor medewerkers met een functiewagen. Blijft enkel de optie om een milieuvriendelijke wagen te kiezen, maar die is vaak kleiner, wat niet altijd goed uitkomt bij een jong gezin. Slechts zeven procent van de kmo-werkgevers wil vandaag met het mobiliteitsbudget aan de slag gaan of voelt die behoefte. Dit cijfer is op twee jaar tijd licht gestegen in Vlaanderen en Wallonië tot resp. 8 en 6%. In Brussel is het juist gedaald van 8% naar 4%, waarschijnlijk omdat zij daar al eerder zijn begonnen en het grootste potentieel al benut is.”[3]

Anneleen Verstraeten van SD Worx: “De bedrijfswagen inleveren voor cash, huisvestingskosten, openbaar vervoer of een fiets is moeilijker voor medewerkers met een functiewagen. Blijft enkel de optie om een milieuvriendelijke wagen te kiezen, maar die is vaak kleiner, wat niet altijd goed uitkomt bij een jong gezin.”

Over de studie

In de driemaandelijkse tewerkstellingsprognose van SD Worx zijn voor de 57e keer een voor België representatief aantal kmo's bevraagd naar hun verwachtingen over tewerkstelling. Hieraan namen 670 bedrijven van 1 - 250 werknemers deel tussen 11 juni en 21 juni 2024. Het betreft een online bevraging van de kmo’s in België aan de hand van een representatieve steekproef waarbij het onderzoeksbureau DataD.be de respondenten via e-mail aanspreekt. De studie wordt ieder kwartaal herhaald. Er wordt gewogen volgens regio en organisatiegrootte in functie van de populatie van kmo’s. De resultaten zijn representatief voor alle kmo’s in België. De wegingen voor Vlaanderen en Brussel zijn nooit groter dan twee. Voor de volledige steekproef van 670 kmo’s bedraagt de foutenmarge 3,78% (betrouwbaarheidsinterval van 95%).