Om de drie jaar organiseert de FOD Mobiliteit en Vervoer een enquête over het woon-werkverkeer. Die enquête omvat alle werkgevers, zowel in de privé- als in de publieke sector, die minstens 100 werknemers tellen. De resultaten van deze 6de editie, beïnvloed door de coronacrisis, tonen onder andere aan dat de fiets steeds populairder wordt bij de Belgen, dat het openbaar vervoer lijdt onder de coronamaatregelen en dat werkgevers steeds meer doen om duurzame mobiliteitsmodi te ondersteunen.
De fiets wordt steeds populairder en is nu het belangrijkste vervoersmiddel voor 14,1% van de Belgische werknemers, vergeleken met 7,8% in 2005 en 11,1% in 2017. De fiets is de vervoersmodus die doorheen de jaren het sterkst gegroeid is in de drie gewesten. De opkomst van elektrische fietsen en speedpedelecs is mede verantwoordelijk voor die groeiende populariteit. De tweewieler is zo een reëel alternatief voor de auto geworden.
In Vlaanderen gaat 20% van de werknemers met de fiets naar het werk. In Brussel is dat 7% en in Wallonië iets meer dan 2%. Volgens de werkgevers zijn die verschillen te wijten aan het reliëf van het landschap, in het noorden van het land is het namelijk vlakker dan in het zuiden; maar ook aan de fietsinfrastructuur die beter ontwikkeld is in Vlaanderen en in Brussel.
Tussen de laatste editie van de enquête in 2017 en deze nieuwe in 2021 hebben de coronamaatregelen een duidelijk effect gehad op de mobiliteitskeuzes van de Belgische bevolking. Het openbaar vervoer wordt namelijk minder gebruikt: -6% voor de metro’s, trams en bussen en -11,5% voor de trein.
Die daling komt de auto ten goede, vooral in Wallonië. De auto blijft het favoriete vervoersmiddel voor bijna 85% van de werknemers in Wallonië, vergeleken met 37% in Brussel en 67% in Vlaanderen.
Een ander gevolg van de coronacrisis is het toenemende telewerk. 82% van de werknemers hebben de mogelijkheid om te telewerken, dat is 3,7 keer meer dan in 2017. Het aantal telewerkdagen is ook sterk gestegen, daardoor is het aantal door telewerk vermeden verplaatsingen in 4 jaar tijd meer dan 6 keer groter geworden. Toch zorgt die toename niet noodzakelijk voor een vlotter autoverkeer, want de stijging van het aantal werknemers sinds 2005 wordt nauwelijks gecompenseerd.
De sensibilisatie rond de klimaatverandering zet ook de werkgevers in beweging. Ze doen steeds meer om duurzamere vervoersmiddelen bij hun werknemers te promoten.
In 2021 heeft 95% van de werkgevers fietsvergoedingen uitgekeerd, 73% hebben een overdekte fietsenstalling en 59% bieden gratis openbaar vervoer aan voor woon-werkverplaatsingen.
De peiling naar het woon-werkverkeer is een federale enquête die elke drie jaar door de FOD Mobiliteit en Vervoer georganiseerd wordt. Er wordt gekeken naar de woon-werkverplaatsingen van alle werknemers van Belgische ondernemingen en overheidsdiensten met gemiddeld genomen meer dan 100 mensen in dienst.
De laatste editie vond tussen 1 juli 2021 en 31 januari 2022 plaats. Er namen 3.598 werkgevers deel aan de enquête, goed voor meer dan 1,6 miljoen werknemers. Deze analyse, de meest uitgebreide over de mobiliteit van de Belgische werknemers, is een zeer nuttig instrument voor beleidsmakers, werkgevers, vakbonden, onderzoekers, experts, enz.
Executive summary
Woon-werkverkeer in België: de explosie van het fietsgebruik
De federale diagnostiek van het woon-werkverkeer vond in 2021 voor de 6de keer plaats sinds 2005. Wegens de COVID-19-gezondheidscrisis werd de uitrol van de enquête met een jaar uitgesteld. De enquête vond plaats tussen 1 juli 2021 en 31 januari 2022.
Alle werkgevers, private en publieke, die minstens 100 werknemers in dienst hebben, moesten een vragenlijst invullen voor elk van hun vestigingseenheden waar minstens 30 mensen tewerkgesteld zijn. In totaal namen 3.598 verschillende werkgevers deel, goed voor 9.731 vestigingseenheden en 1,6 miljoen betrokken werknemers. Hieronder volgen de belangrijkste conclusies.
FOD Mobiliteit en Vervoer, februari 2023