Robert Half voerde in juli 2021 onderzoek uit bij 1.800 leidinggevenden met behulp van een onlinegegevensverzamelingsmethode. Deze omvatte telkens 300 interviews in België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Brazilië. De respondenten waren onder meer General Managers, Chief Financial Officers en Chief Information Officers met verantwoordelijkheid voor het aanwerven van personeel in kleine (50-249 werknemers), middelgrote (250-499) en grote (500+ werknemers) ondernemingen uit de private, beursgenoteerde en publieke sector in de zes markten.
Bijna 9 op 10 Belgische werkgevers verwacht geen opslag te kunnen geven in 2022. Weinig verrassend is dan ook dat het gebrek aan loonsverhoging hun grootste bezorgdheid is om personeel te behouden. Dat blijkt uit het onderzoek achter de Salarisgids 2022 van rekruteringsspecialist Robert Half. De Salarisgids geeft ook inkijk in de evolutie van de nieuwe manier van werken en het belang van diversiteit, gelijkheid en inclusie op de werkvloer.
Hoewel de meerderheid van de bedrijven (60%) positief naar de toekomst kijkt wanneer het gaat over bedrijfsgroei, staan heel wat Belgische werkgevers voor een uitdaging omdat ze hun personeel geen opslag zullen kunnen geven. 14% van de ondervraagden plant wel hogere bonussen te geven in 2022 een ook aan de hand van extralegale voordelen tonen ze hun appreciatie, maar een echte loonsverhoging is voor vele momenteel geen optie.
“Bedrijven willen hun personeel belonen voor het harde werk dat ze geleverd hebben in een allesbehalve evident klimaat, maar hebben vaak de middelen niet om hun appreciatie te tonen met een loonsverhoging. Het is daarom belangrijk, zeker in een omgeving waar de War for Talent hevig woedt, dat werkgevers inzetten op zaken waar ze wel mee kunnen uitpakken. Denk maar aan bonussen, extralegale voordelen en een helder flexibel beleid”, aldus Jeroen Diels, director bij Robert Half.
37% van de bevraagde managers benoemt lage lonen en het niet kunnen aanbieden van loonsverhogingen als grootste uitdaging voor het behouden van talent. Ook voor het aantrekken van nieuwe werknemers kan dit een struikelblok vormen. 9% geeft aan dat het niet kunnen inlossen van loonsverwachtingen van potentiële werknemers het vinden van nieuw talent bemoeilijkt.
We raken meer en meer gewoon aan de zogenoemde nieuwe manier van werken. Toch is het voor veel bedrijven – en ook hun werknemers – vaak nog zoeken naar wat nu de beste manier is om het hybride werken aan te pakken. Daarbij kijken bedrijven ook hoe ze het gebruik van hun faciliteiten kunnen optimaliseren om zo kostenefficiënt mogelijk te werk te gaan. Zo overweegt 38% van de bevraagde werkgevers bijvoorbeeld om hun kantoorruimte te verkleinen.
“Het idee van een kantoor waar iedere werknemer elke dag aan zijn eigen bureau zit te werken, is ondertussen een beetje achterhaald. Daarom dat bedrijven ook hun kantoorruimte zullen laten mee evolueren met de flexibiliteit die telewerk met zich meebrengt. Het budget dat daarbij vrijkomt, kan dan weer voor andere doeleinden ingezet worden”, zegt Jeroen Diels.
Nu heel wat mensen hebben ervaren dat thuiswerk ook voordelen heeft en in vele gevallen bevorderend is voor de work-life balance, verwachten werkgevers ook dat dit een belangrijk deel van de werkcultuur zal blijven. 12% van de werkgevers denkt dat helft of zelfs meer voltijds zal thuiswerken, al wil 20% hun team weer volledig op kantoor.
“De nodige aandacht besteden aan een goed beleid omtrent die nieuwe manier van werken, kan zeker zijn vruchten afwerpen. Een weloverwogen visie en uitwerking kan een meerwaarde zijn die je als bedrijf tegenover potentiële werknemers een streepje voor geeft op concurrenten,” zegt Jeroen Diels.
Naast de loontrends in België, belicht het onderzoek ook het belang van diversiteit, gelijkheid en inclusie (DGI) op de werkvloer. DGI maakt al langer deel uit van de bedrijfscultuur van veel bedrijven en door het groeiende belang ervan in de maatschappij, staat dit ook steeds hoger op de agenda. Initiatieven ter bevordering van DGI gaan van trainings en ondersteuning voor de carrièreontwikkeling van ondervertegenwoordigde groepen en het investeren in technologie die discriminatie bij aanwervingen elimineert tot het organiseren van infosessies om werknemers te informeren over DGI.
Naast heel wat acties voor bestaande werknemers, zetten bedrijven ook in op DGI van bij de start van het sollicitatieproces. Zo optimaliseert 54% vacatures om divers talent aan te trekken, werkt 44% met anonieme cv’s en 40% traint zijn personeel op het herkennen van onbewuste vooroordelen.
“Dergelijke initiatieven zijn ethisch gezien een mooie zaak, maar blijken ook een positieve impact te hebben op de sfeer op de werkvloer. 40% van de managers geeft aan dat hun DGI-inspanningen voor een betere werksfeer zorgen. En dat is dan op zijn beurt weer voordelig voor het aantrekken en behouden van personeel”, besluit Jeroen Diels.
Bron:Robert Half, oktober 2021