In mei volgend jaar staan er in ons land niet alleen Europese, federale en regionale verkiezingen op het programma, ook in de bedrijven met meer dan 50 werknemers wordt er over exact een jaar gestemd. Maar liefst 2,5 miljoen werknemers kunnen dan tijdens de vierjaarlijkse sociale verkiezingen kiezen voor een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en 2,3 miljoen voor een Ondernemingsraad (OR).
Dat berekende hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).
Exact over een jaar, tussen 13 en 26 mei 2024, moet de Belg niet alleen naar de stembus om politici te kiezen, ook in sommige bedrijven volgt er dan een stembusslag. Ondernemingen met minstens 50 medewerkers in dezelfde technische bedrijfseenheid (TBE) kiezen voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), dat waakt over het welzijnsbeleid op de werkvloer. Ondernemingen vanaf 100 medewerkers in dezelfde technische bedrijfseenheid (TBE) kiezen ook voor een Ondernemingsraad (OR), die medewerkers een stem geeft in het algemeen bestuur van de onderneming en dus ook in het economisch beleid.
Die sociale verkiezingen zijn in ons land zeker geen randfenomeen. Meer dan tweeënhalf miljoen Belgen (68,6% van de werknemers) zullen een CPBW kunnen kiezen, zo berekende Acerta op basis van de meest recente data van de RSZ. Nog eens 2,3 miljoen (61,2% van de werknemers) kunnen kiezen voor een Ondernemingsraad.
Het percentage bedrijven dat volgend jaar sociale verkiezingen zal organiseren, ligt wel laag. In 3,4% van de bedrijven wordt er gekozen voor een CPBW en in 1,7% voor een OR. Dat komt omdat België een kmo-land is en de organisatie van sociale verkiezingen afhangt van de grootte van de onderneming. Dat zorgt ook voor grote verschillen tussen sectoren en deelsectoren.
Figuur 1: Percentage werkgevers dat volgend jaar sociale verkiezingen zal organiseren en percentage werknemers dat zal stemmen
Nele Mertens, experte sociale verkiezingen van Acerta Consult: “Ook al is het nog een jaar tot de sociale verkiezingen, de laatste rechte lijn is ingezet. Bedrijven beginnen er best op tijd aan want de hele verkiezingsprocedure die aan de eigenlijke verkiezingsdag voorafgaat, duurt 150 dagen. Het is een uitgebreide procedure, die bovendien volgens een strikte wettelijke kalender en regels moet worden doorlopen. Begin dit jaar gaf nog maar een kwart (27%) van de ondernemingen in onze bevraging aan dat ze al begonnen zijn met de voorbereidingen. 37% zei sowieso voor de zomer met de voorbereiding te beginnen. Dat is volgens ons ook de beste timing om ervoor te zorgen dat bedrijven niet voor verrassingen komen te staan en alles tegen mei 2024 rond krijgen.”
Werkgevers erkennen dat ze de sociale verkiezingen redelijk tot heel tijdrovend vinden (81%), redelijk tot heel ingewikkeld (72%) en weinig boeiend (51%). Maar tegelijkertijd blijkt het feit dat sociale verkiezingen als nuttig worden aangezien: 69% van de ondernemingen denkt er zo over.
Figuur 2: Appreciatie van ondernemingen over sociale verkiezingen
Nele Mertens: “Enerzijds gebeurt het stemmen voor sociale verkiezingen steeds vaker elektronisch en daarmee wordt ook de hele procedure versoepeld, anderzijds houden vakbonden graag vast aan de verkiezingsdag op de fysieke werkvloer. Over het praktische verloop van de procedure kan in elk geval niet eenzijdig worden beslist. Of er bijvoorbeeld wel of niet elektronisch kan worden gestemd zal tegen de officiële vastlegging en communicatie van de verkiezingsdatum moeten zijn beslist door de vakbondsafvaardiging of het CPBW of de OR. Tot slot betekent het niet omdat sociale verkiezingen aan de orde zijn dat er ook effectief een CPBW en/of een OR komt in die bedrijven. Als er geen of onvoldoende kandidaten zijn, dan komt het Comité en/of de Raad er niet. Gemiddeld wordt 25% van de sociale verkiezingen voor een CPBW stopgezet, voor een OR stopt ongeveer 20% voortijdig.”
De antwoorden komen van de tweejaarlijkse bevraging die ACERTA door het onderzoeksbureau Indiville laat uitvoeren bij een representatief staal van meer dan 500 werkgevers. De bevraging liep tussen 12 en 23 januari 2023. Ze is de spiegelenquête van die andere tweejaarlijkse bevraging van ACERTA onder werknemers.
Het percentage werkgevers dat volgend jaar sociale verkiezingen zal organiseren en het percentage werknemers dat zal stemmen, werden berekend op basis van cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).