Minister van Financiën Vincent Van Peteghem heeft een akkoord bereikt binnen de federale regering voor de bepaling van de referentie-CO2-uitstoot. Die vormt een belangrijke parameter bij de berekening van het voordeel alle aard (VAA) voor bedrijfswagens. De hervormde berekeningsmethode houdt rekening met het totale wagenpark en zorgt zo voor een correcte en representatieve berekening. Zo worden mensen die nog niet konden kiezen voor een elektrische bedrijfswagen of geconfronteerd worden met productievertragingen niet nodeloos geviseerd en gaat de vergroening van het bedrijfswagenpark in sneltreinvaart verder.
De vergroening van de bedrijfswagens heeft een heel helder doel voor ogen: tegen 2026 een verregaande omslag maken richting elektrische bedrijfswagens. De duidelijkheid overtuigde reeds duizenden werkgevers en maakt van de hervorming een groot succes. Maar we moeten ook realistisch zijn, nog niet elke werknemer kreeg, om uiteenlopende redenen, de kans om voor een elektrische bedrijfswagen te kiezen. Dan is het logisch dat we hen niet confronteren met een kunstmatige belastingverhoging. Daarom grijpen we vandaag in, zonder te raken aan de heldere doelstelling van de vergroening van het bedrijfswagenpark.
Tot vandaag werd bij de bepaling van de referentie-CO2-uitstoot die gebruikt wordt om het voordeel alle aard te berekenen, enkel rekening gehouden met de NEDC-waarden van wagens. Doordat er steeds meer zuinige wagens ingeschreven worden daalt die referentie co2-uitstoot jaarlijks, en stijgt het voordeel alle aard van fossiele wagens.
Sinds 2021 hebben nieuw ingeschreven fossiele wagens echter enkel een WLTP-waarde. Cijfers van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) tonen echter aan dat sinds dit jaar het aantal wagens waarvoor een NEDC-uitstoot kan worden vastgesteld gedaald is naar 39% (incl. elektrische wagens). Elektrische wagens wegen daardoor voor 44% door in de berekening terwijl zij in realiteit maar 17% van het totaal aantal inschrijvingen uitmaken. Minister Van Peteghem oordeelde dan ook dat de vroegere berekening niet langer representatief is.
Op voorstel van Minister Van Peteghem besliste de Regering om de bepaling van de referentie-CO2-uitstoot vanaf inkomstenjaar 2024 te moderniseren.
> Voortaan zal men rekening houden met alle wagens.
> Voor auto’s waarvan de NEDC-emissie bekend is, wordt rekening gehouden met de NEDC-waarde;
> Voor auto’s waarvan de WLTP-emissie bekend is, maar niet de NEDC-emissie, wordt rekening gehouden met de WLTP-waarde;
> Voor elektrische auto’s wordt rekening gehouden met een 0-uitstoot.
Op die manier komen we tot een correcte, representatieve ber ekening van de referentie-CO2-uitstoot.
De referentie-CO2-uitstoot voor de bepaling van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig wordt voor 2024 vastgesteld als volgt:
Het koninklijk besluit zal zo snel mogelijk worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit akkoord bevat ook vier bijkomende maatregelen met betrekking tot bedrijfswagens, waarop we zullen terugkomen zodra de betrokken ministers zich erover hebben uitgesproken: een verhoging van het jaarlijkse plafond voor de fietsvergoeding (3.500 ipv 2500 euros) , de uitsluiting van de anti-fraudebepaling van het 3e anti-fraudeplan van de minister van Financiën, terugbetaling door de werkgever van treinabonnementen en het principe van een overleg met de sociale partners in de sectoren verhuis, vleesindustrie en bouw over de strijd tegen sociale dumping.
Ondertussen gaat de vergroening van de bedrijfswagens, een hervorming van van minister Van Peteghem, onverminderd verder. De hervormde berekening van de VAA heeft geen enkele impact op de voorwaarden en doelstellingen van der hervorming die eind 2021 werden beslist en vastgelegd. Vanaf 2026 zullen enkel koolstofemissievrije bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar zijn.