Ter uitvoering van het Interprofessioneel akkoord 2007-2008 en van het gemeenschappelijke advies van de CRB en de NAR van 20 december 2007 volgt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het systeem van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen op.
Dat systeem voorziet in de mogelijkheid om aan een bepaald verloningsbedrag als voorwaarde de verwezenlijking van (een) vooraf bepaalde collectieve doelstelling(en) te verbinden. Die “bonus” wordt dan vrijgesteld van de personenbelasting, op voorwaarde dat het voordeel niet meer bedraagt dan een bepaald bedrag (in 2024: 3.496 euro netto per werknemer).Dit verslag geeft een stand van zaken m.b.t. het gebruik van dat bonussensysteem. Het bevat onder andere het aandeel van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in de loonmassa.