De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 19/06/2023 de Circulaire 2023/C/60 betreffende het verlaagde btw-tarief voor de levering van warmte middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie.
Deze circulaire bevestigt de toepassing van het btw-tarief van 6 % voor de levering van warmte middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie waarbij gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde Central Heating Management (CHM) systeem.
Inhoudstafel
2. De levering van warmte via een collectieve gasgestookte verwarmingsinstallatie – CHM-systeem
1. Inleiding
Artikel 1bis/1 van het koninklijk besluit nr. 20 van 20.07.1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven bepaalt dat de levering van aardgas en van warmte via warmtenetten vanaf 01.08.2022 tot en met 31.03.2023 onderworpen is aan het verlaagde btw-tarief van 6 %. Rekening houdend met de ratio legis van die bepaling heeft de minister de beslissing genomen dat de terbeschikkingstelling van warmte door een energieleverancier middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie, onder bepaalde voorwaarden het verlaagde btw-tarief van 6 % kan genieten en dit vanaf 01.08.2022 tot het tijdstip waarop de tijdelijke maatregel inzake de levering van aardgas zou aflopen (zie circulaire nr. 2023/C/9 van 13.01.2023 betreffende het tijdelijk verlaagde btw-tarief voor de levering van warmte middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie).
Ingevolge de wet van 19.03.2023 houdende hervorming van de fiscaliteit op de energiefactuur (BS 29.03.2023), waarbij de btw op leveringen van elektriciteit, van aardgas gebruikt als verwarmingsbrandstof, en van warmte via warmtenetten permanent wordt verlaagd naar 6 % is het nodig het principe van deze ministeriële toegeving te bevestigen (voor de leveringen van warmte via een collectieve gasgestookte verwarmingsinstallatie vanaf 01.04.2023) maar ook om de voorwaarden ervan te herdefiniëren (voor bedoelde leveringen vanaf 01.07.2023, zie hierna).
2. De levering van warmte via een collectieve gasgestookte verwarmingsinstallatie – CHM-systeem
De levering van warmte door middel van een collectieve verwarmingsinstallatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een CHM-systeem, kan in principe niet aangemerkt worden als de levering van warmte via een warmtenetwerk in de zin van rubriek XIV, § 2, (nieuw) van tabel A van het koninklijk besluit nr. 20, voornoemd. Het toepassingsgebied van deze bepaling is, overeenkomstig de vernieuwde bijlage III bij de btw-richtlijn 2006/112/EG waarop ze steunt, immers beperkt tot stadsverwarming.
De levering van warmte via een centraal verwarmingssysteem, zijnde een productie-installatie van thermische energie die zich in een gebouw of op een site bevindt en die binnen hetzelfde gebouw of dezelfde site thermische energie verspreidt, kan immers niet worden aangemerkt als 'stadsverwarming'.
Overeenkomsten (zogenaamde CHM-contracten) inzake de levering van thermische energie waarbij een energieleverancier warmte produceert voor verwarming en/of sanitair warm water middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie van een gebouw, die haar ter beschikking wordt gesteld, hebben o.a. tot doel de taken die verband houden met het opvolgen van het aardgasverbruik, het opmaken van de afrekeningen en het opvolgen van de betalingen, over te nemen van de eigenaar van die installatie (vereniging mede-eigenaars, in principe via tussenkomst van de syndicus).
De energieleverancier staat, naast de terbeschikkingstelling van de geproduceerde warmte, ook in voor het registreren van het verbruik van warmte, het berekenen van het individueel verbruik van warmte en de facturatie van deze warmte aan de individuele eigenaars/huurders in het gebouw. Zoals dit ook het geval zou zijn bij individuele aanrekeningen van de levering van aardgas door een energieleverancier, is het vanuit het oogpunt van de individuele klanten enkel de bedoeling te kunnen beschikken over verwarming en/of warm sanitair water opgewekt door een centrale verwarmingsketel die aardgasgestookt wordt.
Rekening houdend met de ratio legis van rubriek XIV, § 2, (nieuw), voormeld, en met het feit dat vanuit het oogpunt van de individuele bewoners (eigenaars/huurders) geen verschil wordt ervaren met de levering van aardgas zelf, die individueel door de energieleverancier aan hen zou worden gefactureerd, heeft de minister thans het volgende beslist.
De terbeschikkingstelling van warmte door een energieleverancier middels een gasgestookte collectieve verwarmingsinstallatie geniet, vanaf 01.07.2023, in bovengenoemde omstandigheden, het verlaagde btw-tarief van 6 % voor zover het gaat om een afnemer die de warmte gebruikt voor andere dan beroepsdoeleinden. Aan deze voorwaarde is voldaan indien de individuele afnemer in het kader van het contract voor de levering van warmte geen ondernemingsnummer meedeelt aan zijn energieleverancier.
De administratie behoudt zich het recht op terug te komen op deze toegeving wanneer ze tot onverwachte en/of ongewenste effecten zou leiden.
Aangezien de bewoordingen van rubriek XIV, § 2, eerste lid, (nieuw), van voormeld koninklijk besluit volledig gelijklopend zijn met deze van de tijdelijke regeling opgenomen in eerder genoemde artikel 1bis/1, blijft de bestaande toegeving (z. circulaire 2023/C/9 van 13.01.2023, voornoemd) bijgevolg behouden tot 30.06.2023.
Interne ref.: 140.251
Bron: Fisconetplus