Tax shelter stelsel : gevolgen van de crisis door Covid-19 ...

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting publiceerde op 25/05/2020 de circulaire 2020/C/72. Deze circulaire stelt een reeks van tijdelijke fiscale maatregelen voor die betrekking hebben op de tax shelter vrijstelling voor audiovisuele werken en podiumwerken die door de federale regering zullen worden genomen in het kader van bijzondere machten. Die fiscale maatregelen willen de betrokken sectoren ondersteunen die zijn getroffen door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden.



Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Gemeenschappelijke maatregelen voor het tax shelter stelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken

1. In aanmerking komende uitgaven – verlenging
2. Storting van de sommen – afwijking
3. In aanmerking komend werk – wijziging

III. Bijzondere maatregel voor het tax shelter stelsel voor podiumwerken – uitstel van voorstellingen
IV. Inwerkingtreding


I. Inleiding

1. De uitzonderlijke situatie die wordt veroorzaakt door Covid-19 en de maatregelen die in dat verband werden opgelegd door de federale regering, zullen onvermijdelijk nadelige financiële gevolgen hebben voor sommige ondernemingen, waaronder diegene die actief zijn in de filmindustrie en de sector van de podiumkunsten. De federale regering heeft beslist om een aantal tijdelijke fiscale maatregelen in te voeren, die de voorwaarden versoepelen voor de toekenning en het behoud van de tax shelter vrijstelling die van toepassing is in de VenB en de BNI/ven. Die bepalingen hebben betrekking op de verplichtingen die moeten worden nageleefd door de in aanmerking komende productievennootschappen of door de in aanmerking komende investeerders.


2. De aandacht wordt erop gevestigd dat, om van die maatregelen te kunnen genieten, er zal moeten worden aangetoond dat de productie of de exploitatie van de in de aanmerking komende werken op negatieve wijze werd beïnvloed door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om de verspreiding van Covid-19 te bestrijden (zie nr. 6).


II. Gemeenschappelijke maatregelen voor het tax shelter stelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken

1. In aanmerking komende uitgaven – verlenging


3. Het tax shelter stelsel voorziet bijzondere fiscale bepalingen in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) voor binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen die een raamovereenkomst hebben afgesloten voor de financiering van toekomstige uitgaven die verbonden zijn aan de productie van een in aanmerking komend audiovisueel werk of podiumwerk.


4. Voor de tax shelter voor audiovisuele werken, moeten volgens art. 194ter, § 1, eerste lid, 4°, tweede streepje, WIB 92, de Belgische productie- en exploitatie-uitgaven worden gedaan binnen een periode van maximum 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst (24 maanden voor de animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie). Zowel de termijn van 18 maanden als die van 24 maanden worden verlengd met 12 maanden.


5. Voor de tax shelter voor podiumwerken, moeten volgens art. 194ter/1, § 2, 1°, tweede streepje, WIB 92, de Belgische productie- en exploitatie-uitgaven worden gedaan binnen een periode van maximum 24 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst. Die termijn van 24 maanden wordt eveneens verlengd met 12 maanden.


6. Om gebruik te kunnen maken van de maatregel zoals bedoeld in de nrs. 4 en 5, moet de in aanmerking komende productievennootschap aantonen dat het in aanmerking komend werk rechtstreeks schade heeft ondervonden door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden.


2. Storting van de sommen – afwijking

7. Volgens art. 194ter, § 2, WIB 92, moet de in aanmerking komende investeerder de sommen, waartoe hij zich in uitvoering van de raamovereenkomst heeft verbonden, storten binnen de 3 maanden na de ondertekening van die raamovereenkomst.


8. Sommige vennootschappen, die als in aanmerking komende investeerders raamovereenkomsten hebben ondertekend, kunnen ondertussen na afloop van die termijn van 3 maanden echter een tekort aan liquiditeiten hebben door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden. Andere vennootschappen willen hun beschikbare gelden bij voorrang gebruiken voor de redding of de heropstart van hun activiteit, die geheel of gedeeltelijk werd beperkt door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om de verspreiding van Covid-19 te bestrijden.

Die in aanmerking komende investeerders kunnen de storting van die sommen met 3 maanden uitstellen voor zover de vervaldag van de in nr. 7 bedoelde termijn van 3 maanden na 12.03.2020 valt.


9. De in aanmerking komende investeerder moet daartoe aantonen dat hij door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden:

-ofwel niet over de nodige liquiditeiten beschikte na afloop van de in nr. 7 bedoelde termijn van 3 maanden,

-ofwel zijn liquiditeiten heeft gebruikt voor de redding en/of de heropstart van zijn activiteit.

Die laatste veronderstelling zal blijken uit een belangrijke daling van de liquide middelen gedurende de periode die volgt op de datum waarop de in nr. 7 bedoelde termijn van 3 maanden is verstreken.


10. Als op het einde van de met 3 maanden verlengde termijn, de in aanmerking komende investeerder zijn bijdrage voor de productie van het werk zoals opgenomen in de raamovereenkomst nog steeds niet heeft gestort, zal de tijdelijke vrijstelling die werd gevraagd tijdens het vorige b.t. (in principe het b.t. verbonden aan het aj. 2020) een belastbare winst vormen van het eerste b.t. dat eindigt na het verstrijken van de termijn van 6 maanden (3 maanden verlengd met 3 maanden). De belastingplichtige zal de cel Tax Shelter moeten verwittigen dat hij niet meer deelneemt aan de financiering van het werk. Door op die manier te handelen, vermijdt de belastingplichtige elke administratieve sanctie.

Bovendien zullen de nalatigheidsinteresten zoals bedoeld in art. 194ter, § 7, voorlaatste lid, WIB 92, niet van toepassing zijn wanneer de VenB of BNI/ven al zou zijn ingekohierd.


11. Als de in aanmerking komende investeerder slechts een deel van de verbonden sommen kan betalen, kan de afwijking worden toegepast op het gedeelte van het niet betaalde bedrag, op voorwaarde evenwel dat het avenant aan de raamovereenkomst dat voorziet in de vermindering van de investering, wordt opgestuurd naar de cel Tax Shelter binnen de 10 werkdagen die volgen op het einde van de verlengde termijn.


12. De burgerrechtelijke gevolgen van het niet naleven van die verplichting om de in de raamovereenkomst opgenomen sommen te storten ten aanzien van de productievennootschap, behoren niet tot de bevoegdheid van de FOD Financiën.


13. De in aanmerking komende investeerder moet aantonen dat zijn terugtrekking uit de raamovereenkomst en de gehele of gedeeltelijke niet-betaling van de sommen in uitvoering ervan een gevolg zijn van de financiële verliezen die hij heeft geleden door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden.


3. In aanmerking komend werk – wijziging


14. Het in aanmerking komend werk dat het tax shelter stelsel voor audiovisuele werken of podiumwerken geniet, moet nauwkeurig worden aangeduid in de raamovereenkomst op het moment van de ondertekening ervan. De raamovereenkomst heeft bijgevolg betrekking op één specifiek in aanmerking komend werk. De vervanging van dat werk door een ander werk, maakt de raamovereenkomst nietig voor de tax shelter vrijstelling.


15. Bepaalde werken die voorzien waren (zowel audiovisuele werken als podiumwerken) en waarvoor raamovereenkomsten werden ondertekend, zullen niet of uiteindelijk met minder Belgische productie- en exploitatie-uitgaven worden geproduceerd omwille van de crisis door Covid-19.


16. Er wordt toegestaan dat de raamovereenkomsten worden gewijzigd door een avenant om een ander in aanmerking komend werk dat erkend is in de zin van art. 194ter, § 1, eerste lid, 4° of 194ter/1, § 2, 1°, WIB 92, aan te duiden, op voorwaarde dat de door de vennootschap geïnvesteerde sommen in uitvoering van de raamovereenkomst die de in aanmerking komende productievennootschap wenst te wijzigen, niet werden gebruikt voor het oorspronkelijke werk. Er wordt per raamovereenkomst maar één enkele wijziging aanvaard van het in aanmerking komend werk.


17. Opdat de wijziging van het werk in de bedoelde raamovereenkomst zou worden aanvaard, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:


-het avenant dat het in aanmerking komend werk wijzigt, moet worden aangemeld bij de cel Tax Shelter binnen de 10 werkdagen na de ondertekening ervan,

-de in aanmerking komende productievennootschap moet bij de aanmelding bij de cel Tax Shelter een bijlage toevoegen waarin ze aantoont dat het oorspronkelijke werk dat is opgenomen in de raamovereenkomst niet of met minder Belgische productie- en exploitatie-uitgaven zal kunnen worden geproduceerd door de maatregelen die door de federale regering zijn genomen om Covid-19 te bestrijden,

-wanneer de Belgische productie- en exploitatie-uitgaven worden verminderd, moet de in aanmerking komende productievennootschap:

* bij de bevoegde gemeenschap een aangepast budget van het oorspronkelijk werk indienen waaruit blijkt dat een bedrag dat minstens gelijk is aan het bedrag van de verbonden sommen, zoals opgenomen in de bedoelde raamovereenkomst, niet werd gebruikt,
* bij de aanmelding bij de cel Tax Shelter een kopie van het aangepaste budget van het oorspronkelijk werk toevoegen, evenals het bewijs van de overdracht van de som van de bankrekening van het oorspronkelijke werk dat is opgenomen in de raamovereenkomst naar de bankrekening van het werk dat is opgenomen in het avenant,

-wanneer het werk niet wordt geproduceerd, moet de in aanmerking komende productievennootschap bij de aanmelding bij de cel Tax Shelter het bewijs toevoegen van de overdracht van de som van de bankrekening van het oorspronkelijke werk dat is opgenomen in de raamovereenkomst naar de bankrekening die dient om de uitgaven te betalen van het werk dat is opgenomen in het avenant,

-de in aanmerking komende productievennootschap moet, in het kader van de wijziging van het in aanmerking komend werk zoals bedoeld in de raamovereenkomst, er zich schriftelijk toe verbinden alle voorwaarden te respecteren van art. 194ter (tax shelter audiovisuele werken) of 194ter en 194ter/1, WIB 92 (tax shelter podiumwerken).


III. Bijzondere maatregel voor het tax shelter stelsel voor podiumwerken – uitstel van voorstellingen

18. Om de verspreiding van Covid-19 te bestrijden, heeft de federale regering beslist alle schouwspelzalen en andere voorstellingsruimtes te sluiten vanaf 13.03.2020. Daardoor zijn sommige voorstellingen van podiumwerken die het tax shelter stelsel genieten niet kunnen doorgaan.


19. De volgende twee situaties kunnen zich voordoen:

-de Première heeft plaatsgevonden vóór 13.03.2020 en één of meer voorstellingen die voorzien waren binnen de maand na de Première hebben niet kunnen plaatsvinden en zijn uitgesteld naar een latere datum,

-de Première die was voorzien vanaf 13.03.2020 en de voorstellingen die voorzien waren binnen de maand na de Première hebben niet of zullen niet kunnen plaatsvinden volgens de oorspronkelijke kalender en zijn uitgesteld naar een latere datum.


20. Wanneer de voorstellingen van het podiumwerk worden uitgesteld, dan zullen de uitgaven, die werden gedaan naar aanleiding van de voorstellingen (zelfde aantal) die waren geprogrammeerd binnen de maand na de Première maar die niet hebben kunnen plaatsvinden door de sluiting van de schouwspelzalen en de andere voorstellingsruimtes, worden beschouwd als productie- en exploitatie-uitgaven die in België worden gedaan binnen de maand na de Première in de zin van art. 194ter, § 1, eerste lid, 7°, WIB 92. Die uitgaven moeten worden gedaan binnen de verlengde termijn zoals hiervoor bedoeld in nr. 5.


21. De in aanmerking komende productievennootschap moet aantonen dat het uitstel van de voorstellingen voortvloeit uit de beslissing van de federale regering om de schouwspelzalen en de andere voorstellingsruimtes te sluiten.


22. Ter zake wordt verduidelijkt dat de werkloosheidsvergoedingen nooit kunnen worden beschouwd als productie- en exploitatie-uitgaven die in België worden gedaan in de zin van art. 194ter, § 1, eerste lid, 7°, WIB 92.


IV. Inwerkingtreding

23. De bepaling zoals bedoeld in nr. 4 hiervoor, is van toepassing op de raamovereenkomsten die zijn ondertekend vanaf 12.09.2018, of 12.03.2018 voor de animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie, tot 31.12.2020 en waarvoor het tax shelter attest nog niet is aangevraagd.


24. De bepalingen zoals bedoeld in de nrs. 5 en 20 hiervoor, zijn van toepassing op de raamovereenkomsten die zijn ondertekend vanaf 12.03.2018 tot 31.12.2020 en waarvoor het tax shelter attest nog niet is aangevraagd.


25. De bepalingen zoals bedoeld in de nrs. 8 en 16 hiervoor, zijn van toepassing op de raamovereenkomsten die ten laatste zijn ondertekend op 12.03.2020.


NAMENS DE MINISTER,
Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit,

D. DELVAUX
Adviseur-generaal


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2024/C/70 betreffende de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2024/C/69 over het belastingstelsel voor de verdeling van papieren publicaties

Transparantie van multinationals: publieke land-per-land rapportage