Het toepassingsgebied van de btw-vrijstelling voor prestaties van de (para)medische beroepen, ziekenhuisverpleging en medische verzorging wijzigt vanaf 1 januari 2022. Een uitgebreide toelichting over deze wijziging volgt nog.
Om rekening te houden met de bezorgdheid geuit door de sector voorzien de FOD Financïen toleranties voor wat breteft een paar problematieken.
De volgende handelingen kunnen onderworpen blijven aan de regeling zoals die van toepassing was tot en met 31 december 2021:
Als een ereloon gedeeltelijk betrekking heeft op dienstprestaties die uiterlijk op 31 december 2021 materieel zijn verricht en gedeeltelijk op dienstprestaties die materieel verricht worden na die datum, dan blijft het ereloon op de vóór 1 januari 2022 materieel verrichte diensten waarvoor de btw bij toepassing van de wettelijke regels nog niet opeisbaar was geworden uiterlijk op 31 december 2021, de regeling volgen die tot en met 31 december 2021 van toepassing was. Dat op voorwaarde dat een formele, gedetailleerde kostenstaat wordt uitgereikt en de prijs duidelijk bepaalbaar is en kan toegerekend worden aan de vóór 1 januari 2022 materieel verrichte diensten. Deze kostenstaat moet ten laatste op 28 februari 2022 worden uitgereikt aan de medecontractant.
De belastingplichtigen die zich als gevolg van deze wijzigingen voor btw-doeleindenmoeten laten identificeren ((gemengde) belastingplichtige met indiening van periodieke btw-aangiften, belastingplichtige onderworpen aan de vrijstellingsregeling kleine ondernemingen,…) kunnen hun ondernemingsnummer laten activeren door indiening van het formulier e604A via een erkend ondernemingsloket of via de toepassing e604.
Het ondernemingsnummer kan geactiveerd worden als btw-identificatienummer met datum uitwerking op 1 januari 2022, op voorwaarde dat het formulier wordt ingediend uiterlijk op 31 januari 2022.
De belastingplichtigen die al voor btw-doeleinden geïdentificeerd waren, maar als gevolg van deze wijzigingen hun btw-identificatie moeten laten wijzigen (vb. een deel van de activiteiten is niet langer meer vrijgesteld, de activiteiten worden voortaan geheel of gedeeltelijk vrijgesteld, de overgang naar een andere belastingregeling,…) kunnen dat doen door indiening van het formulier e604B via een erkend ondernemingsloket of via de toepassing e604.
De btw-identificatie kan gewijzigd worden met datum uitwerking op 1 januari 2022, op voorwaarde dat het formulier wordt ingediend uiterlijk op 31 januari 2022.
Om de belastingplichtigen die als gevolg van de wijzigingen aan deze btw-vrijstelling voor het eerst periodieke btw-aangiften moeten indienen, de tijd te geven zich hieraan aan te passen wordt in de volgende toleranties voorzien:
Het betreft een facultatieve tolerantie zodat de belastingplichtigen die eerder aangepast zijn aan de btw-wetgeving, ervoor kunnen kiezen deze tolerantie niet te volgen.
Bovendien is het, in het geval van een maandaangever, toegestaan dat handelingen van januari 2022 en februari 2022 worden opgenomen in de aangifte van februari 2022 die uiterlijk op 20 maart 2022 moet worden ingediend (met indiening van een nihilaangifte voor de maand januari 2022), maar vervolgens moeten voor de volgende aangiften de gewone regels gerespecteerd worden. In die zin mogen eveneens de handelingen van januari 2022, februari 2022 en maart 2022 opgenomen worden in de aangifte van maart 2022 die uiterlijk op 20 april 2022 moet worden ingediend (met indiening van nihilaangiften voor de maanden januari en februari 2022), maar vervolgens moeten voor de volgende aangiften de gewone regels worden toegepast.
De belastingplichtigen die momenteel vooral belaste handelingen verrichten en in de toekomst in grote mate vrijgestelde handelingen zullen verrichten (die bijgevolg geen recht op aftrek zullen verlenen) moeten de tijdens de voorgaande jaren verrichte aftrek herzien (dat is bijvoorbeeld het geval voor de podologen). Dit kan een grote impact hebben in functie van de omvang van de gedane investeringen. In het kader van de wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 44, § 1 en § 2, 1°, a), van het Btw-Wetboek bevestigt de administratie dat de herziening jaarlijks kan gebeuren, ook als zou blijken dat, op het moment dat het btw-regime van de betrokken belastingplichtige wijzigt, betrokkene uitsluitend handelingen zal verrichten die geen recht op aftrek verlenen.
Bron : Fod Financïen, nieuws, 10 december 202